Het is weer even wennen voor de marathonmeester bij de KNSB. Het marathonschaatsen heeft immers lang op zijn gat gelegen vanwege de coronacrisis. Met de seizoensstart in aantocht zijn de draaiboeken afgestoft en alle protocollen voor het eerst sinds bijna twee jaar doorlopen. Hut is er klaar voor: de zaterdagavond kan niet vroeg genoeg komen. “Ik heb er echt naar uitgekeken”, klinkt het enthousiast. “Heerlijk dat we eindelijk weer los kunnen. Het werd tijd om het seizoen af te trappen.”
Voor de buitenstaander is het net alsof de sport na lange tijd weer ontwaakt, Hut heeft ondanks de coronapauze van de sport alles behalve stil gezeten. Ten eerste is hij daar de persoon niet naar, ten tweede is er genoeg te doen om de marathon op de kaart te zetten en te houden. “Misschien hebben we dat juist in gang kunnen zetten, omdat we tijd over hadden”, aldus Hut, die trots is op het collectief dat het marathonschaatsen het afgelopen jaar heeft uitgestraald. “Dat doorzetten, typisch voor marathonschaatsen, was gaaf om te zien, net als de saamhorigheid in de sport. Het vorige seizoen heeft een bak energie gekost, maar bracht geen beloning. Die krijgen we nu.”
Nu alles in stelling is gebracht, is het afwachten wat de wedstrijden brengen. Komt er spektakel vanwege alle wijzigingen in het peloton, of kijkt iedereen de kat uit de boom? En hoe zit het met het publiek? Weten de mensen de ijsbaan nog wel te vinden nu veel bekende namen met schaatspensioen zijn gegaan?
Er kleven nog genoeg onzekerheden rond de start van het nieuwe marathonseizoen. Hut herkent de signalen: “Er zijn zorgen, soms ook wel terecht. De effecten van corona op de ontwikkeling van het marathonschaatsen zijn immers moeilijk in te schatten. Wat wel zeker is, is dat het stilstaan meer nadelen dan voordelen heeft gehad. Het mannenpeloton in de topdivisie is klein en men piekert om de totale zichtbaarheid van de sport.” De competitieleider hoopt dat de start van het seizoen een deel van de twijfel weg kan nemen. Daarnaast houdt hij nog wat opties achter de hand om indien nodig gedurende het seizoen de doorstroom te bevorderen.
Nu het publiek weer langs de baan kan staan en er net als vorige jaren ook een livestream is voor de thuisblijvers, is de marathon voor de liefhebber in ieder geval weer prima te volgen. De topdivisiewedstrijden worden regelmatig uitgezonden, maar Hut hoopt dat het publiek ook de weg naar de baan weer zal vinden. “Bij de beloften is het namelijk altijd een spektakel. Die wedstrijden zijn heerlijk om te zien. Er zijn elk jaar nieuwe gezichten. Het is echt een plek om op te leiden en jezelf uit te vinden.”
Ook in de andere competities ziet hij genoeg aanleiding voor de fans om de sport dit seizoen weer van dichtbij te gaan volgen. “De topdivisie bij heren is niet nieuw, de ploegen zijn wel volledig door elkaar gehusseld. Het zal een spel van momenten en tijdelijke bondjes worden. Bij de vrouwen is dat minder en schat ik nu op voorhand de Zaanlander-formatie als favoriet. Ik ben benieuwd of het met zijn allen tegen hen zal zijn.”