Het nieuws sloeg op vrijdag 4 augustus 1972 in als een bom: op een persconferentie in Stockholm werd de oprichting bekend gemaakt van een profschaatssectie: de International Speed Skating League. Veertien schaatsers, onder aanvoering van drievoudig olympisch kampioen Ard Schenk, waren het zat om als toenmalige echte amateurs voor niets te schaatsen. Op initiatief van de Zweedse oud-schaatser Jonny Nilsson was een groep Amerikaanse investeerders onder leiding van een zekere Ned Neeley bereid om een paar miljoen in het schaatsen te investeren.

De Internationale Schaats Unie reageerde, net als nu, furieus op de plannen. De veertien rijders, waaronder naast Schenk ook Kees Verkerk, Jan Bols en Eddy Verheyen, werden voor het leven uitgesloten van ISU-kampioenschappen en Olympische Spelen. Zelfs ijsbanen die de profs zouden toelaten, konden de toewijzing van ISU-kampioenschappen vergeten.

De geschiedenis heeft geleerd dat de tijd toen nog niet rijp bleek te zijn voor professioneel schaatsen. De Amerikaanse geldschieters bleken hun beloftes niet waar te maken, de toeschouwers raakten in verwarring en lieten het afweten, en uiteindelijk was er maar één grote verliezer: de schaatssport zelf. Na het failliet van de ISSL, en een mislukte doorstart in 1974 onder de naam WISO (World Ice Skating Organisation), duurde het vele jaren voordat het schaatsen weer uit het dal was gekropen. Feitelijk gebeurde dat pas écht toen Rintje Ritsma in 1995 het instituut "kernploeg" opblies en met zijn Sanex-ploeg commercieel ging. Meer dan twintig jaar was nodig geweest om de schaatswereld rijp te maken voor de omslag die de sport zo hard nodig had.

Is de situatie van nu te vergelijken met die in 1972? Duidelijk is dat de schaatssport, net als toen, vernieuwingen nodig heeft. Het grote verschil is de gedaalde populariteit. In 1972 was het hardrijden op de schaats behalve in Nederland ook nog populair in Scandinavië, Rusland, Duitsland en Japan. Nu heeft alleen nog Nederland volle stadions en hoge kijkcijfers. De noodzaak tot vernieuwing lijkt nu dus groter dan toen. Toch kun je je afvragen of schaatsen in Dubai, gesponsord door goksyndicaten, de vernieuwing is die de schaatssport nodig heeft.

Maar ook de reactie van de ISU heeft iets krampachtigs. Waarom niet met de initiatiefnemer Mortell, een gerespecteerd oud-hardrijder en bestuurder van de Amerikaanse schaatsbond, in gesprek gaan? Want het idee om de beste shorttrackers en langebaanschaatsers met elkaar de strijd te laten aangaan is fascinerend. Dat daar op gegokt kan worden zou evenmin een probleem behoeven te zijn. De voetbaltoto is immers al zo oud als de weg naar Rome. Dus kom op ISU: ga praten met "Ice Derby"! Want nu dreigt een scheuring binnen de schaatswereld die nog veel rampzaliger kan zijn dan de profliga in 1972.


Het eerste profschaatstoernooi in Nederland: in Den Haag 6 en 7 januari 1973

Marnix Koolhaas is schaatshistoricus en verzorgt samen met Huub Snoep elke week het historisch perspectief.