Als je dan eenmaal in een overvolle auto zit - voorzien van dakkoffer, die ook nog eens stampvol zit - en je mist je telefoon na één kilometer, dan is je vakantie echt goed begonnen.  

"Jij vergeet ook altijd wat", klinkt het dan. "Jahaa! Wil jij mij misschien toch even bellen? Ah ik zit er bovenop." We kunnen verder, nog 1108 kilometer te gaan. We knallen de A31 op, de eerste wegwerkzaamheden beginnen direct en houden de eerste tientallen kilometers aan. Daarnaast veel drukte, we hebben weer eens de verkeerde reisdag gekozen.

Aangekomen op de camping weten we het mooiste plekje te bemachtigen. We installeren onze veel en veel te grote tent (zes bij acht), maar waar we zelf moeten zitten is nog een raadsel.

Waarom zo'n joekel van een tent, hoor ik je denken. Nou het zit zo: mijn vriend is bijna twee meter en hiervoor hadden we een heel mooi tentje, waar ik mij prima in kon bewegen. Mijn vriend kwam echter met een gebroken rug en zere knieën terug van vakantie. Wij wilde nooit meer kamperen tot we tegen deze tent aanliepen van 45 kilo. Sindsdien is ons motto: als we eenmaal staan, dan staan we ook.

Zo, na alle 'voorpret' dan eindelijk echt vakantie? Eerst maar uit eten. Bij terugkomst laten we de auto op de parkeerplaats van de camping staan, zodat we toch nog ruimte hebben om ergens te zitten. Nog even romantisch genieten voor de tent van een zwoel Frans zomeravondje, blijken we ineens onder de grootste lantaarnpaal van de hele camping te staan.

Zo eentje die de hele nacht blijft branden en waarbij je om 02.41 uur denkt dat het minsten 8.00 uur moet zijn. Dat ding verlicht de complete camping en wij staan er gewoon pal onder. Het romantisch voor-de-tent-zitten wordt romantisch-vuilniszakken-knippen-en-plakken-in-je-binnentent, om deze toch enigszins te verduisteren.

De volgende ochtend pakken we onze fiets en klimmen de eerste de beste col op die we tegenkomen. Het zijn 24 lange, zware kilometers. De voorpret is voorbij, de vakantie is begonnen.

Jolanda Langeland is marathonschaatsster