Ondanks dat vrouwen niet welkom waren in de wedstrijd van de Tocht der Tochten, zijn er toch twee dames geweest, die geschiedenis hebben geschreven in de Elfstedentocht. Sjoerdje Faber en Wopkje Kooistra vielen op in de toertocht. De twee Friese dames waren in zekere zin voorloopsters van een nieuwe generatie hardrijdsters. Immers, wie in vroeger dagen als vrouw op het ijs van zich wilde doen spreken, moest meedoen aan kortebaanwedstrijden. Faber en Kooistra waren daar niet voor in de wieg gelegd. Zij moesten het hebben van wedstrijden als de Ronde van Loosdrecht of de Elfmerentocht.

Er was echter nog een vrouw, die haar ’mannetje’ stond in het prille begin van de langeafstandswedstrijden. Dat was Deborah van der Hoorn. De zus van Jan W., de man die na alle protesten en het onderzoek daarnaar door het bestuur van de Vereniging De Friesche Elfsteden in 1947 tot winnaar werd verklaard van de Elfstedentocht.

Deborah van der Hoorn maakte in diezelfde winter naam als schaatsenrijdster. ’Bora’, zoals ze ook vaak werd genoemd, reed in het westen van overwinning naar overwinning. En ze versloeg niet de minsten, want uit Friesland kwamen Sjoerdje Faber en Wopkje Kooistra met zekere regelmaat over.

De mooiste overwinning boekte Deborah van der Hoorn evenwel in de Ronde van Loosdrecht van 1947. De vrouwen gingen gelijk van start met de mannen, maar kregen wel prijzen. ’Bora’ versloeg in de eindsprint Sjoerdje Faber. Het tweetal kwam precies drie kwartier na de winnaar bij de mannen, Hein Vermeulen, over de streep. Echt sportief reed Sjoerdje niet, liet Deborah van der Hoorn naderhand weten: “In de sprint trok ze aan mijn rok, om me tegen de houden. Maar dat lukte niet.”

Beide dames kregen voor hun prestatie een zeilvakantie van een week in een pension in Loosdrecht aangeboden. Voor Faber werd het de bestemming van haar huwelijksreis. Deborah heeft die prijs nooit verzilverd. Ze hadden thuis een kwekerij en dan kon je in de zomer gewoon niet weg.”

Na haar succes in de Ronde van Loosdrecht wilde Deborah van der Hoorn graag de Elfstedentocht meemaken, en met haar broer Jan W. mee naar Friesland. In de auto waar Jan W. en haar vader naar Friesland gingen, was echter geen plaats. Maar een andere sportliefhebber bracht uitkomst, en nam haar naar Leeuwarden.

De Elfstedentocht was dat jaar ongekend zwaar. Deborah: ”Bij Harlingen lag veel zand op het ijs. Daardoor werden mijn schaatsen verschrikkelijk bot. Ik heb mijn houten schaatsen op een gegeven moment omgedraaid en achterstevoren ondergebonden. Dan had ik tenminste weer scherpe snijkanten.” ’Bora’ was in 1947 één van de zes vrouwen die de Elfstedentoertocht uitreed.

Na ’47 heeft Deborah van der Hoorn niet zoveel meer gereden. Ze trouwde en kreeg kinderen. Het schaatsen was daardoor over.

Huub Snoep is hoofdredacteur van schaatsen.nl. Samen met Marnix Koolhaas verzorgt hij de wekelijkse rubriek 'Het historisch perspectief' op schaatsen.nl.