Iedereen heeft zijn eigen plan getrokken voor vandaag. Ik heb het rijk alleen. De bank ziet er uitnodigend uit en het hout in de openhaard brandt. Ha, ik ben blij dat ik binnen zit, de temperatuur buiten begint al weer winterse vormen aan te nemen. Maar wat nu? Tv kijken? Nee, geen zin in.
Xbox? Jammer, die is niet hier. Lezen? Gelukkig heb ik in Heerenveen nog snel even het boek meegenomen waar ik aan was begonnen: 'Uitblinkers', geschreven door Malcolm Gladwell. Ooit eens van Piet Brandjes, mijn vorige sponsor, gekregen.
De titel alleen al: Uitblinkers. Wanneer ben je nou eigenlijk een uitblinker? Als ik het op mezelf projecteer moet ik zeggen dat ik nooit een uitblinker ben geweest. Ja, schaatsen ging me wel goed af, eigenlijk vele soorten sport wel. Maar ik ben nooit 'supergoed' in een bepaalde sport geweest. Ik heb deel uitgemaakt van een gewestelijke selectie, maar was niet goed genoeg voor Jong Oranje.
Interessant is dat volgens het boek uitblinken niet alleen om een hoog IQ gaat of ergens heel goed in zijn. Het gaat erom - en dat is het leuke aan dit boek - dat de omgevingsfactoren goed op elkaar afgesteld moeten zijn. Als de omgevingsfactoren goed zijn afgesteld, is succes onvermijdelijk. Lukt het niet? Dan ligt het aan jezelf. Ik denk dat je om succesvol te zijn op het cruciale moment op de juiste plek aanwezig moet zijn en dat je juist dan alles moet geven.
Over hard werken gesproken, er wordt ook een stuk over de tienduizend-uren regel geschreven. Alle uitblinkers hebben tienduizend-uur oefening achter de rug. Neem bijvoorbeeld Bill Gates, voordat hij succesvol werd, heeft hij waarschijnlijk heel wat uren achter de computer gezeten om op zijn ideeën te komen.
Nu wordt het spannend. Ik schaats vanaf mijn tiende. toen nog niet erg fanatiek, ik had aan één keer in de week trainen voldoende.
Vanaf mijn veertiende werd ik fanatieker, het aantal trainingen ging omhoog van één keer naar ongeveer twee a drie keer in de week. Op mijn zestiende kwam ik bij het gewest en trainden we drie a vier keer in de week.
Jullie snappen natuurlijk wel dat dit natte vinger werk is, maar ik denk dat ik grofweg ruim 4500 uur op het ijs heb gestaan voordat ik bij een commerciële ploeg kwam. Bij een commerciële ploeg gaat de opstapeling aan uren een stuk sneller. Nu ben ik benieuwd in hoeverre de theorie van Meneer Malcolm klopt! We zullen het gaan zien in het komende schaatsseizoen.
Mijn moeder haalt mij uit mijn dagdroom, ze zet een kop thee op tafel. "Wil je er nog wat lekkers bij?", vraagt ze. "Lekker mam!", antwoord ik, terwijl ik denk dat zij één van de grootste uitblinkers is die ik ken...
Hein Otterspeer schaatst dit seizoen voor Beslist.nl