Als dit woord ooit de Dikke van Dale haalt, zal de omschrijving ongeveer zijn: ‘een schaatser die zo goed is, dat hij – calimiteiten daargelaten – alleen kan verliezen als hij winnen zelf niet noodzakelijk acht’. Of gewoon: ‘Sven Kramer’.

“Ik dacht wel: moet het nou zo hard”, zei Kramer na afloop van de door hem gewonnen 5000 meter in Rusland, doelend op de tot dan toe snelste tijd die Jan Blokhuijsen op het bord had gezet, vlak voordat de regerend olympisch kampioen van start moest.

Een ‘normale’ schaatser zou met zulke woorden bedoelen dat hij beseft dat het heel erg lastig gaat worden om te winnen. Gezien de blik in zijn ogen bedoelde Kramer echter iets heel anders. Hij wilde winnen, dus hij zou winnen. Het kon alleen niet op zeventig á tachtig procent.

De eerste 1000 meter reed Blokhuijsen nog sneller dan Kramer, maar daarna pakte laatsgenoemde in ieder rondje, op het oog met speels gemak, enkele tienden van een seconde terug op zijn ploeggenoot bij TVM. Net zolang tot dat zijn voorsprong dusdanig was dat hij tijdens de laatste twee rondjes al praktisch kon beginnen met zijn ‘cooling down’.

En dus boekte Kramer zijn derde seizoenszege op de 5000 meter in even zoveel wedstrijden. Ook het baanrecord dat hij in zijn topjaar 2008 reed, ging uit de boeken. Als ik één van zijn concurrenten was, zou ik er haast moedeloos van worden.

Dat er iemand beter is, valt waarschijnlijk nog wel te accepteren, maar het ogenschijnlijke gemak waarmee Kramer momenteel wint, is veelzeggend. Als de twijfels over of hij zijn oude niveau nog wel zou halen na zijn ‘blessurejaar’ niet al tijdens het afgelopen seizoen weggenomen waren, dan zijn ze het nu wel.

Guus Hiddink, in Kolomna aandachtig toeschouwer, zei het al tegen Kramer. “Je speelt er weer mee he?!” De collega van de eerder genoemde Adriaanse is niet de enige die dat ziet. Kramer weet het zelf ook en als ze heel eerlijk zijn, beseffen zijn concurrenten het net zo goed.

Het zal in dit pre-olympische seizoen vast wel eens voorkomen dat iemand Kramer op ‘zijn’ afstanden verslaat, maar is de winnaar dan ook echt de beste? Met zijn rugblessure na een val van een schommel nog vers in het geheugen, zal Kramer waarschijnlijk niet al te veel risico’s nemen in de aanloop naar Sotsji. Hij hoeft zichzelf in dit ‘tussenjaar’ niets meer te bewijzen en zal zorgvuldig de voor hem belangrijke wedstrijden uitkiezen om zichzelf te laten zien.

Alles met maar één doel voor ogen. Revanche voor de op zo’n pijnlijke manier mislukte missie op de 10 kilometer bij de Spelen van 2010 in Vancouver en prolongatie van zijn titel op de 5000 meter. Schrijf dus maar vast op. De eerste twee gouden medailles voor Nederland in Sotsji zijn binnen. Dankzij ‘speeltuinschaatser’ Sven Kramer.

Bjorn Clobus is verslaggever en redacteur van schaatsen.nl