Bij veel rijders zie je vallen voorbij komen die je normaal in de training niet ziet, niet op die manier in elk geval. Dat zijn echt vallen door de wedstrijd, door de zenuwen. Worstelen ze in de training zich er nog wel uit, in een wedstrijd gaan ze linea recta de dweilmachine nabootsen. Komt dat door een gebrek aan wedstrijdervaring? Zouden die rijders er bij gebaat zijn meer wedstrijden te rijden? En zou dat wellicht ook een oplossing zijn om minder saaie, risicoloze kuren te zien? 

Want dat is iets dat ook opvalt. Is het de Nederlandse mentaliteit, ‘doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg’? Vooral veel dubbel springen, dubbel-dubbel mag ook nog. Het niveau van de Debs, Novices en Junioren lijkt elkaar nauwelijks te ontlopen. Enkele uitzonderingen daargelaten. Zou het niet leuk zijn als we een echte strijd krijgen waarin rijders hun moeilijkste elementen proberen, ook al zijn ze nog niet perfect? Meer bonuspunten voor die moeilijke elementen?   

Je zou denken dat het nieuwe jurysysteem, waarin je jezelf kunt meten op basis van punten, je uitdaagt je personal best te verbeteren. Maar het gebeurt helaas nog zo weinig. Iedereen is druk bezig met de concurrentie om zich heen, om toch maar zo hoog mogelijk te eindigen. Je hebt ook maar drie wedstrijden om deelname aan het NK af te dwingen. Wie durft er dan iets te doen wat hij of zij misschien nog niet tot in de perfectie beheerst? Dat kan je weleens duur komen te staan. En deelname is zeker in de jongste categorieën het hoogst haalbare.

Als je deelneemt aan het NK, behoor je tot de top van Nederland. Maar met zijn allen hopen we ook dat Nederland in de toekomst weer op het hoogste niveau internationaal kan meedraaien. Daarvoor hebben we nog een heel lange weg af te leggen. Om onze rijders en rijdsters bewust te maken van het internationale niveau is de Challenge Cup dan ook zo belangrijk. De top van de wereld op alle niveaus was vorig jaar aanwezig: ontnuchterend en inspirerend tegelijkertijd voor kunstrijdend Nederland.

Ontnuchterend is ook de minimum punteneis die de ISU heeft gesteld voor deelname aan het WK Junioren, de EK en het WK. Kampioenschappen zijn alleen voor de top en de subtop. De limiet om deel te nemen, kunnen rijders behalen in internationale wedstrijden voorafgaand aan het WK, waaronder ook de Challenge Cup. Ze rijden dan dus niet zozeer tegen elkaar, maar voor punten. En dat maakt dat we een schitterende wedstrijd zien, omdat iedereen voor het maximale gaat.

Zet je de huidige scores van Nederland af tegen de minimum punteneis van de ISU, dan kunnen we deelname aan de kampioenschappen de komende jaren wel vergeten. Jammer, maar we weten nu in ieder geval wat we moeten doen om daar toch te eindigen: drievoudige sprongen, en veel ook. Veel wedstrijden rijden, hoe dan ook , waar dan ook. En overboord met dat risicomanagement op de baan.   

Karen Venhuizen is oud-kunstrijdster.