Het deed haast pijn aan mijn oren, toen ik aan de boarding stond bij het nationale kampioenschap baanskeeleren in het Friese Haulerwijk. Rollende wielen over asfalt, dat is normaal gesproken een plezant geluid, maar op de piste van Haulerwijk niet. Je voelt dat ze lijden als ze door de krappe bochten worden gesmeten. Helemaal als de ijverige skater te vroeg het gaspedaal weer intrapt.
Rats, daar glijden ze weg. Een paar bochten kun je je die fout permitteren, daarna vinden je wielen het welletjes. Als je de grip eenmaal kwijt bent, kun je het vergeten. Het is het verschil tussen winnen en niet meer meedoen. Lichte jongens hebben een reuzenvoorsprong op zware kerels. Slimme jongens pakken ook een reuzenvoorsprong op concurrenten met een grove coördinatie. Tijdens de koers kun je geen banden wisselen, dus moet je het beste voor de laatste ronden bewaren.
Als er grofweg 200 rijders aan het vertrek stonden in Haulerwijk, dan zijn er zeker zo’n 400 sets wielen doorheen gegaan. Dat heeft de papa’s en mama’s aan de kant zo’n 40.000 euro gekost. Als dan niemand de economie op gang wil houden, dan doen de papa’s en mama’s van skeelerende kinderen dat wel. 40.000 euro!
Naar verluidt wilde de club wel opnieuw asfalteren, maar kreeg het te laat te horen dat het definitief het NK mocht organiseren. Het maakt ook niet uit, want sportief gezien was het de moeite waard. Met Horsten, Mulder en Ariëns kende het toernooi fantastische winnaars en de organisatie stond als een huis. Een week later in Zeist stond de organisatie ook als een huis, alleen was het nu een NK wielen slijten zonder dat er iets te winnen viel. Dan kost het dus 40.000 euro, terwijl er van prestige of voldoening geen sprake is.
Organiseer drie weekenden op rij schaatskampioenschappen in Thialf en je ziet amper publiek. Doe hetzelfde in het skaten, en je verliest zelfs je deelnemers. Het NK weg is een kansloze investering, zeker als het in feite een veredeld baankampioenschap is. We hoopten dat de KNSB onze sport met al zijn gewicht de grote steden in zou leiden, maar niets is minder waar.
We belandden op een baan, voor het verrijden van het NK weg. Om dat te verdoezelen, reden we met pylonen als hindernis. Nog meer mensen keken naar overwichtige honkballers van het zesde van Zeist aan de overkant van de weg, dan naar onze skaters. Zeist kreeg de organisatie als wisselgeld voor het mislopen van het Europees kampioenschap vorig jaar, begreep ik. Een slechte deal en wat een gebrek aan visie.
Misschien kan men in het vervolg wat wisselgeld regelen voor de deelnemers, als ze ons nog eens voor een fluttoernooi de wei in sturen.
Geert Plender is marathonschaatser en inline-skater.