Dat was min of meer de noodkreet die de ISU op het ISU Youth Seminar presenteerde. In Frankfurt waren een aantal weken geleden oud-rijders uit verschillende landen bijeen gekomen om te discussiëren over de toekomst van het mondiale kunstrijden.

Gezien de noodkreet lijkt die toekomst in gevaar. Het is natuurlijk niet leuk om te constateren dat minder mensen naar de sport kijken, maar een misschien nog wel vervelendere consequentie daarvan is dat sponsoren zich achter de oren gaan krabben met de vraag of het kunstrijden nog wel zo’n goede investering is. Aan de ‘jeugdigen’, waaronder ook Europees kampioene 2011 Sarah Meier, de vraag: "Hoe kunnen we het tij keren en de sport weer aan populariteit laten winnen?"

Een probleem valt bijna niet op te lossen zonder te weten wat de oorzaken van het probleem zijn. Kort samengevat kwam de opinie er op neer dat de ISU veel te lang heeft vastgehouden aan traditionele formats, dat wedstrijden te lang duren, dat ze saai zijn – met name door het lange wachten tussen de küren – en dat het algemene publiek na acht jaar nog steeds niets snapt van het "nieuwe" – inmiddels omgedoopt tot ‘internationale’ – jurysysteem. Met name dat laatste aspect zorgde voor veel discussie, dus daarover deze week iets meer. De rest was zeker niet minder interessant en volgt dus over vier weken.

Hoewel iedereen ervan overtuigd is dat het nieuwe jurysysteem objectiever is en het na het debacle van 2002 de enige manier was om de sport zijn olympische status te laten behouden, is men er niet van overtuigd dat het systeem voor het algemene publiek de sport heeft verbeterd.

Het nieuwe jurysysteem nam het publiek inzicht af in de waardering per jurylid en dat was nu juist het leuke aan het lange wachten op die jurybeoordeling. Ging een jurylid op 5.8 zitten, dan wist je als publiek dat er ruimte werd gelaten voor een betere prestatie.

Viel de 6.0 dan was het bijna zeker dat je net de nieuwe kampioen had zien rijden. En met de plaatscijfers kon je zien welk jurylid de boel fleste. ‘Ah de Oostbloklanden houden Rusland de hand boven het hoofd’. Splitsing van de Sovjet-Unie is het beste voor jury beïnvloeding dat ze ooit hebben kunnen doen. In die zin was het weinig anders dan het Eurovisie Songfestival.

Dus we willen ook absoluut niet terug naar het 6.0-systeem. Maar kunnen we misschien een compromis sluiten? Wel de waardering per jurylid laten zien? Alle juryleden beoordelen nog steeds individueel – en staan daar hopelijk achter – dus waarom niet laten zien wat het Amerikaanse jurylid van de Russische rijder vindt, als er toch een objectieve eindscore uitrolt?

Laat ze maar verantwoordelijkheid nemen voor wat ze doen in plaats van binnen de ‘corridor’ toch de nationale invloed uitoefenen. Dat vergt wel enige creativiteit en her en der wat aanpassing van de regels van het systeem, maar hoe kun je verandering brengen als je niets mag aanpassen?

Karen Venhuizen is oud-kunstrijdster en disciplinemanager kunstrijden bij de KNSB.