In februari 1993 verraste ’broekie’ Falko Zandstra thuisfavoriet Johann Olav Koss. De jonge Fries moest echter zo diep gaan, dat de Nederlander daarna nooit meer het niveau van dat beruchte WK haalde
Met een jongensachtige onbevangenheid als betrof het een routineklus van een gelouterd kampioen snelde Falko Zandstra in het derde weekeinde van 1992 in Thialf naar de Europese titel, en werd op dat moment de jongste Europese kampioen ooit. Twaalfduizend uitzinnige toeschouwers begroetten de net twintig jaar geworden debutant als nieuw schaatsfenomeen, hetgeen hij later dat seizoen bevestigde met zilver op de 5000 meter tijdens de Winterspelen in Albertville en de tweede plek bij het WK allround in Calgary.
Een jaar later snelde Zandstra in Heerenveen voor de tweede maal in successie naar de Europese titel. In het mooiste EK sinds jaren won de ’gespierde spijker’ drie van de vier afstanden, goed voor twee Nederlandse records (5000 en 10000 meter) en een wereldrecord punten. Het schaatstalent uit Heerenveen klom bovendien naar de eerste plaats op de wereldranglijst aller tijden, een positie die een Nederlander sinds 1976 (Hans van Helden) niet meer had ingenomen.
De overmacht van Falko Zandstra was zo groot dat Johann Olav Koss, toch niet de eerste de beste, zich hardop afvroeg wat te doen om de Friese flyer te stoppen. Liepen de Oranje-schaatsers in 1990 en 1991 met een Koss-complex rond; de Noor op zijn beurt werd in 1992 en 1993 achtervolgd door een Zandstra-plaag.
Na het EK zette plaaggeest Zandstra Koss ook op zijn plaats tijdens het WK allround. In het bouwtechnisch wonderschone Vikingskipet in Hamar, de schaatsarena voor de Winterspelen van 1994, zegevierde het Friese schaatswonder zoals hij wilde. Zandstra legde de basis voor zijn machtsgreep op de 5000 meter, waarop hij de concurrentie halverwege het mondiale toernooi de genadeklap toediende.
Althans zo leek het. Het was namelijk aan de Noorse titelfavoriet Johann Olav Koss te danken dat het wereldkampioenschap toch nog een ongekende apotheose beleefde. De 24-jarige student medicijnen legde zich als enige niet bij voorbaat neer bij de overmacht van Zandstra. Koss voelde zich op de slotdag zelfs een klein beetje winnaar, omdat hij de kersverse wereldkampioen op de 1500 en, na een adembenemende race, ook op de 10000 meter had verslagen.
Zandstra werd na zijn machtsvertoon in het Vikingskipet een gouden toekomst voorspeld. Er werd na het gedenkwaardige WK allround in 1993 al reikhalzend uitgekeken naar de Winterspelen in hetzelfde stadion een jaar later. Zouden we een superduel Zandstra-Koss krijgen in olympisch Hamar? Nee, zover zou het nooit komen. Achteraf bleek het hoogtepunt van de Fries namelijk al op z’n tweeëntwintigste te hebben gelegen, in 1993 dus. Titels veroverde Zandstra na 1993 namelijk niet meer, alleen nog wat ’troostprijzen’. De Friese flyer zette daarom al op zijn 26ste een punt achter zijn carrière.
Eigenlijk, kun je achteraf concluderen, was het Koss die er tijdens het WK Allround in 1993 persoonlijk voor zorgde dat de schaatscarrière van Falko over was voor hij eigenlijk goed en wel begonnen was. De Noor deed de Nederlander ’pijn’ op de afsluitende tien kilometer.
Nooit eerder in zijn nog korte carrière moest Zandstra zo diep gaan als op die ’tien’ in het Vikingskipet. “Koss heeft mijn benen de laatste zes rondjes behoorlijk zeer gedaan”, lachte Zandstra destijds. Maar de Fries kon nauwelijks meer op zijn benen staan. En toen ik hem maanden later sprak, klaagde Falko nog steeds over zijn benen. En op dat moment was het al zomer. Koss had de benen van Falko aan gort gereden, dat was duidelijk. Het ritme stokte daarna namelijk op het ijs. “Ik wil wel, maar mijn benen willen niet meer”, zei de Fries in de jaren die volgden als hij werd geklopt.
Huub Snoep is hoofdredacteur van schaatsen.nl