Het moet ergens in de winter van 1965 geweest zijn. Met een enorme knal explodeerde midden in zijn woonkamer zijn oliekachel. In de meeste gevallen zou zo’n gebeurtenis zonder grote betekenis zijn gebleven, maar niet in dit geval. Wiersma besloot om zijn hevig beroete muren te beplakken met wit behang. Gierig als hij was, vroeg Wiersma de plaatselijke schilder om de goedkoopste verf die hij had. Dat bleken restjes te zijn, in allerlei kleuren. Met welke kleur te beginnen? Wiersma kreeg een ingeving. Hij besloot om zijn vier muren decoratief te beschilderen met eigen seizoensimpressies: hij was immers een man van de natuur. Als melkvaarder kende hij het Friese landschap als zijn broekzak.

Wiersma begon met de muur waarin zijn bedstee achter twee deuren verborgen was. In geheel eigen stijl beschilderde hij deze muur met winterse taferelen. Vanzelfsprekend kwamen er ook schaatsers op de muur terecht. Hoe kon dat ook anders? Birdaard is met het nabijgelegen Bartlehiem, waar Wiersma zijn melk in de plaatselijke melkfabriek afleverde, immers het enige Friese dorp waar de Elfstedentocht twee keer langskomt. Zo ontstond in de winter van 1965, twee jaar na de beroemde Elfstedentocht, in Birdaard het eerste zogeheten “naïeve” ijskunst-schilderwerk.

Nadat hij in vijf jaar de vier seizoenen op zijn muren had verbeeld, beschilderde Wiersma zo ongeveer alles wat hij in huis had: het aanrecht, de kolenkit van z’n nieuwe kachel, ja zelfs z’n pantoffels ontkwamen niet aan z’n plotselinge artistieke drang. Pas toen hij ook op platen sloophout –linnen doek vond hij te duur- begon te schilderen, kwam zijn werk onder de aandacht van kunstkenners. Die herkenden het direct als zeer bijzondere, zogeheten “naïeve” kunst.

Zijn werk werd zo geliefd, dat hij er vanaf de jaren zeventig goed van kon leven. Hij schilderde de landschappen die hij kende vanuit zijn omgeving: weilanden, vaarten, dorpjes en kerken. Vooral als het vroor, en Wiersma niet met zijn boot kon uitvaren om de melkbussen langs de vaarten op te halen, schilderde hij schaatstaferelen. De doorkomst in Birdaard van de Elfstedentocht van 1963 inspireerde hem steeds weer. Minstens twintig impressies van die beroemde tocht heeft hij vastgelegd

 
Een kortebaanwedstrijd op de deur van de bedstede van Ruurd Wiersma

Ruurd Wiersma overleed op 15 december 1980. Na zijn dood werd een stichting opgericht die zijn woonhuis als museum heeft aangekocht. De vondst van 12.000 gulden, verstopt in een oude sok, was een mooi beginkapitaal voor de stichting. De beschilderde muren werden zo goed mogelijk gerestaureerd, en ook de kunstzinnige kolenkitten en pantoffels bleven behouden. In 1982 ging de woning open als museum.

Sindsdien zijn uit diverse collecties heel wat nieuwe Wiersma’s opgedoken. Daaronder bevinden zich heel wat ijstaferelen. Behalve de Elfstedentocht van 1963 heeft Wiersma op geheel eigen wijze ook ijsbaangezichten en kortebaanwedstrijden vastgelegd. Wie de komende dagen het Elfstedentraject tussen Bartlehiem en Dokkum afschaatst, moet zeker een bezoekje aan dit unieke museum brengen.

 Marnix Koolhaas is schaatshistoricus en samen met Huub Snoep verzorgt hij de wekelijkse rubriek 'het historisch perspectief'.