Vraag een willekeurige, wat oudere Nederlander naar het hoogtepunt van het jaar 1963, en je hebt kans op twee antwoorden: de moord op president Kennedy, of de winst van Reinier Paping in de Elfstedentocht. In vijftig jaar tijd is de naam van Paping  die van de “gewone” sportwinnaars ontstegen. Reinier Paping is een nationale held geworden. Iemand die meer past in een rijtje met vaderlandse helden als Willem Barentsz en Michiel de Ruyter dan met schaatshelden als  Jaap Eden of Ard Schenk.

De Elfstedentocht van 1963 heeft zich, zo kun je na een halve eeuw vaststellen, losgezongen van de sportgeschiedenis. De zwaarste Elfstedentocht aller tijden is een icoon geworden van onze nationale geschiedenis. Met Reinier Paping, nu ook vereeuwigd op een postzegel, als symbool van oer-Hollandse eigenschappen als onverzettelijkheid, doorzettingsvermogen en heldenmoed.

Het zat Reinier Paping op die 18e januari 1963 ook allemaal mee. In plaats van het voorspelde redelijke weer, bleek het kouder, guurder en winderiger dan iemand had voorspelt. Samen met het bar slechte ijs, dat in die memorabel winter al verschillende keren deels was ontdooid en weer opgevroren, waren de omstandigheden ideaal voor een tocht in lijdzaamheid. Dat Paping er als relatieve onbekende in slaagde om die tocht na een solo van honderd kilometer met twintig minuten voorsprong te winnen, maakte zijn prestatie al direct tot een mythische overwinning.

Dat het vervolgens 24 jaar zou duren voor de eerstvolgende tocht uitgeschreven kon worden, maakte de mythe alleen maar sterker. Geen groter contrast was denkbaar tussen de met wollen truien en klassieke schaatsmutsen voortploeterende ijshelden in 1963 en de in strakke marathonpakken gestoken rijders in 1985, die op uitstekend ijs bij een ideaal temperatuurtje zich met allerlei sportdrankjes konden bijvoeren en nauwelijks vermoeid over de streep kwamen.

Toch is er nóg een belangrijke reden waarom de overwinning van Paping al direct zo’n uitzonderlijke status kreeg. Waar we in 1985 (en tijdens de tochten daarna van 1986 en 1997) dankzij motorcamera’s en helikopters elke meter op tv konden volgen, daar bleven de tv-kijkers in 1963 vrijwel de hele dag verstoken van live-beelden. Wie die dag voor de tv zat (destijds bezaten nog maar zo’n half miljoen Nederlanders een toestel), zag die dag vooral een rokende Koos Postema als studiopresentator, en een kleumende Arie Kleijwegt onder het bruggetje van Bartlehiem, die aan een politieagent moest vragen of Paping al in aantocht was.

Door gebrek aan beelden weten we feitelijk tot op de dag van vandaag niet wat zich nu precies tijdens die meest heroïsche 200 kilometer uit de schaatsgeschiedenis heeft afgespeeld. Natuurlijk, er zijn talloze foto’s en ook Polygoon en amateurfilmers hebben delen van de wedstrijd vastgelegd. Maar nog nooit is er met al het beschikbare materiaal een reconstructie gemaakt van de Elfstedenwedstrijd van 1963. Samen met nog onbekende herinneringen van de nummers één, twee en drie van destijds (Reinier Paping, Jan Uitham en Jeen van den Berg), wordt daarmee voor het eerst het ware verhaal van de beroemdste schaatstocht aller tijden verteld. Een tocht waarin dus ook doping werd gebruikt. Voor de details verwijs ik u naar de tv-uitzending. (Andere Tijden Sport, woensdag 16 januari, 22.15 uur Nederland 1)


Het tot nu meest complete beeldverslag van de Elfstedentocht van 1963: 5 minuten van Polygoon.