En in de aanloop van de Winterspelen in Sochi kriebelt het bij meer Olympische kampioenen. Evgeni Plushenko (zilver in 2002, goud in 2006, zilver in 2010) en regerend Europees kampioen, wilde ook naar Dortmund afreizen voor een testwedstrijd voor de nationale kampioenschappen.

Inmiddels dertig, heeft hij zijn zinnen gezet nog een keer te schitteren en zijn vierde Olympische spelen in successie te rijden. Kwalificatie zou eigenlijk geen probleem moeten zijn. Uitgerekend bij de mannen loopt het in Rusland de laatste jaren niet zo goed.

‘Mini-Plushenko’ Artur Gachinski kampt met een verzwakt immuunsysteem, en de andere kandidaten (Zhan Bush, Sergei Voronov, Artem Borodulin) spreken allen niet zo tot de verbeelding. Daarom lijkt Plushenko de enige kans te zijn voor Rusland potten te breken bij de mannen tussen de nieuwe lichting Japanners, Patrick Chan en Fernandez.

Verafgood en verguisd, Plushenko is een van de ultieme smaakmakers in de sport van de laatste vijftien jaar.

De inmiddels 27-jarige Amerikaan won enigszins verrassend goud op de Winterspelen in Vancouver in 2010, maar heeft zich daarna nooit officieel teruggetrokken van de wedstrijdsport. Hij kreeg toewijzingen voor de Grand Prix in 2010-2011 maar nam die niet waar, wel kondigde hij aan zijn zinnen te zetten op de Winterspelen van 2014.

Daarna werd het stil rond de regerend Olympisch kampioen, totdat er onenigheden tussen hem en de Amerikaanse bond opdoken over financiële vergoeding bij zijn terugkeer. Lysacek stond op de startlijst voor Skate America de afgelopen maanden, maar een blessure en een operatie voor een sport-hernia wierpen hem weer uit de strijd.

De Amerikaanse kampioenschappen in januari 2013 zullen waarschijnlijk de terugkeer van Lysacek in de wedstrijdarena betekenen. En dit in een periode waarin net als in Rusland ook de Amerikaanse mannen niet zo lekker draaien. Wel zal Lysacek nog de ISU technische minimumscore op een internationale wedstrijd moeten halen, wil hij aan de WK of de OS van 2014 deelnemen.

Voor de Olympische kampioene van 2010 lijkt de terugkeer vooral een erezaak te zijn. Zij nam nog deel aan de WK in 2011 en werd toen tweede. Voor het geld hoeft zij het niet te doen (Kim was de best verdienende Olympische atlete van de Winterspelen in Vancouver met veel lucratieve sponsorcontracten), en in eigen land is er geen noemenswaardige concurrentie.

Kim heeft aangegeven na Sochi in 2014 definitief te willen stoppen en daarna misschien haar zinnen te zetten op een positie binnen het IOC. Ook voor Kim geldt dat zijn de vereiste minimumscore moet halen, daarom dus de deelname in Dortmund.

In een tijd waarin de publieke- en media-interesse in de sport tanende is, mogen we blij zijn dat enkele grote karakters in de sport weer terugkeren en voor extra sfeer zullen zorgen.