Column: De strijd ligt open
Kunstrijdend Nederland zat vorige week van 's avonds laat tot 's ochtends vroeg aan de buis gekluisterd. Een klein nadeel als het WK in Canada is, maar we hebben niet minder genoten.
Een WK voorafgaand aan de Olympische Spelen is altijd zeer interessant. Want hoewel de Olympische Spelen pas over elf maanden van start gaan, is een deel van de kaarten al geschud. Afgelopen week werden namelijk op het wereldkampioenschap de eerste startbewijzen voor Sotsji 'uitgedeeld'.
Simpel gezegd: de top drie krijgt drie startbewijzen, de top tien twee en wat er overblijft van de 24 startbewijzen wordt verdeeld vanaf plaats elf. In London Ontario regende het verrassende uitslagen en daarmee ook verrassende deelnemers volgend jaar op de Olympische Spelen. Wie had drie jaar geleden durven denken dat Kazachstan en Spanje volgend jaar beiden drie heren mogen afvaardigen naar Sotsji?
Maar misschien was de prestatie van Rusland op dit WK nog wel het meest opvallend en niet in positieve zin. Slechts twee medailles gingen naar het land dat toch jaren aan de top van het mondiale kunstrijden stond. Het enige lichtpuntje voor het organiserende land van de Olympische Spelen was de discipline paarrijden, waar het met overmacht goud won en de regerend kampioenen uit Duitsland naar de tweede plaats verwees.
Bij het ijsdansen bleek brons het hoogst haalbare, aangevuld met een negende en een elfde plaats. De eerste Russische heer vinden we terug op plaats zeventien en ook bij de dames waren de medailles ver uit het zicht met een negende, tiende en dertiende plek.
De glorieuze tijden met clean sweeps zijn definitief voorbij voor Rusland. Niet alleen gingen er weinig medailles naar Rusland, ook het aantal startbewijzen voor de Olympische Spelen bleef beperkt. En juist die startbewijzen hadden hoe dan ook binnen geharkt moeten worden. Geen goede voorbode voor het gastland van de Olympische Spelen volgend jaar februari.
En dat terwijl Poetin en co er in de aanloop naar die Olympische Spelen in eigen land alles aan wilden doen om de hegemonie van Rusland in het kunstrijden te herstellen. Ze hebben nog wel altijd Plushenko achter de hand, als die tenminste op tijd fit is na alle operaties de afgelopen jaren. En bij de dames hebben ze een junioren wereldkampioene als troef. Maar ik zou mijn geld er niet op zetten.
Jammer voor Rusland, maar voor het kunstrijden is het goed om te zien dat naast de altijd sterke landen, ook onbekende kunstrijlanden zoals Kazachstan en Spanje medailles kunnen winnen. En als ze dat nu kunnen, dan kunnen ze dat volgend jaar op de Olympische Spelen ook.
Er waait een frisse wind aan het kunstrijfront. Want niet alleen de Russen lieten het afweten, ook andere rijders bleken toch een stuk minder onaantastbaar dan gedacht. Dit WK bracht hun voetstuk aan het wankelen. De strijd om de olympische titels ligt weer open. Was het alvast maar volgend jaar februari.
Karen Venhuizen is meervoudig Nederlands kampioen kunstrijden en tegenwoordig disciplinemanager kunstrijden bij de KNSB