Met al die aandacht voor de Spelen raken de wedstrijden in de tussenjaren in de verdrukking. De Olympus is kennelijk zo hoog dat er in de lange schaduw van die berg maar weinig spectaculairs kan groeien. Elke vier jaar valt er topsport te beleven, maar de jaren ertussen zijn karig. Tenminste dat idee zou je bijna krijgen.
Misschien loop ik nog niet lang genoeg mee in de schaatswereld om de Olympische Spelen echt op waarde te schatten. Ik kwam zelf pas in de winter na de Spelen van Vancouver bij schaatsen.nl terecht. Bij de start van dat seizoen leek het bijna alsof iedereen een kater had. Een kater van het feest in Canada.
Die eerste winter was een na-olympisch seizoen. Iedereen dacht nog aan de grandeur, de spanning en het drama van Vancouver en zag het zoveelste Nederlands afstandskampioenschap als een eerste moeilijk begin van een nieuwe olympische cyclyus.
Nee, van zo’n post-olympisch jaar moest ik me niet al teveel voorstellen, maakten een aantal journalisten me duidelijk. De grote namen van Vancouver zouden het immers rustig aan doen. Sven Kramer was geblesseerd. Nee, het schaatsen zou pas echt weer betekenis krijgen in de aanloop naar Sotsji.
Ondertussen genoot ik met volle teugen van alle wedstrijden waar ik bij mocht zijn, van winst en verlies. En ik merkte dat hoe dichter we bij 2014 kwamen hoe meer mensen enthousiaster raakten. Er kwam steeds meer pers naar wedstrijden, de tribunes raakten voller. Maar in die toenemende interesse draait het nog vooral om de Spelen.
We zitten nu precies 365 dagen voor Sotsji en met die mijlpaal lijkt het alsof dit seizoen er bijna niet meer toe doet. Ok, er zijn nog een paar wereldkampioenschappen, maar dat zijn eigenlijk alleen maar wat inleidende beschietingen voor 2014.
In die vierjaarlijkse cyclus worden alle prestaties en alle toernooien gerelateerd aan de Spelen en dat vind ik jammer. Alsof er tussenin geen bijzondere sportprestaties worden geleverd. Alsof de wereldkampioenen in de niet-olympische jaren b-garnituur zijn.
Hoogstwaarschijnlijk stel ik me aan. Ik kom in feite pas net kijken in de schaatsjournalistiek en voor mij is er veel nog nieuw en spannend. Misschien moet ik eerst de Spelen meemaken om te zien hoe groots en meeslepend het werkelijk is. En zal ik daarna de niet-olympische schaatsseizoenen ook afdoen als onbelangrijke tussendoortjes.
Toch hoop ik het niet, want er is teveel sport om van te genieten in de tussenjaren. Ook de rest van dit seizoen nog. Maar ik zal niet ontkennen dat ik vanaf nu ook stiekem de 8760 uur tussen nu en de openingsceremonie aftel, want uiteindelijk gaat het maar om één ding: de Olympische Spelen. Toch?
Erik van Lakerveld is Chef-redacteur van schaatsen.nl.