Zo deed ik afgelopen donderdag mee aan een wielerkoersje in de stad van de Martinitoren. Samen met het halve team van beslist.nl stonden we op en top gesoigneerd aan de start. Met een instelling van: "we gaan de sprint hier wel even winnen."
Maar als schaatser op een wielrenfiets heb je in een wielerpeloton meteen een streepje achter op de normale woensdagavond amateur. Vergeleken met een wielrenner zit een schaatser lomp op zijn fiets, kan hij niet sturen, zit hij veel te vaak aan zijn remmen en gaat hij vierkant door de bochten.
Het maakt eigenlijk niet eens uit of je wel kunt sturen, een soepele tred draait en mooi op je fiets zit, de stempel heb je. Wielrenners laten dan ook geen mogelijkheid onbenut om ons daarop te attenderen. Vooral de opmerking "het is onrustig in het peloton omdat er zoveel schaatsers zijn" vond ik behoorlijk geestig. Maar goed ik was gekomen om een sprintje te winnen.
Na een snelle koers met diverse ontsnappingen kwam aan het einde van de wedstrijd alles bij elkaar. Precies zoals wij dat met het team hadden bedacht. Er moest gesprint worden. En dat kunnen wij wel, dachten we. In de Tour de France zagen wij het treintje van Argos hun sprinter Marcel Kittel perfect afzetten waarna hij het genadeloos afmaakte. Dat leek ons wel wat.
Wij waren met vijf man dus genoeg voor een mooie trein. Het liep echter iets anders dan gehoopt. Halverwege de koers verloren we Hein. Iets met zijn frame gooide roet in het eten en plots stond hij aan de kant. We moesten het dus met een mannetje minder doen. Even wat langere beurten op kop en we komen er alsnog, dacht ik.
Gerard en Mark zouden de boel aantrekken. Dan zou Thomas overnemen en mij aan afzetten om de eerste overwinning van 2013-2014 voor team beslist.nl binnen te fietsen. Zoals je misschien tussen de regels door kunt lezen ging het toch niet helemaal volgens plan.
Met nog een kilometer te rijden zat ik keurig in het wiel van Thomas en helemaal vooraan in het peloton. Van onze gangmakers Gerard en Mark ontbrak echter ieder spoor. Een teken voor Thomas om wat vaart te maken. Hij stuurde iets naar buiten om er voorbij te gaan, maar reed mij daardoor de graskant in. Ik bleef ternauwernood op de been en was gezien voor de sprint.
Veel te laat en zonder enig idee kwamen kort voor de meet Gerard en Mark ons al sprintend voorbij. Meer dan een vierde plaats voor Mark zat er echter niet meer in. Onze sprinttrein had hopeloos gefaald.
Meteen na de koers werden al vloekend de wattagemeters uitgelezen. Ik had goede vermogens aangetikt alleen totaal op het verkeerde moment. Tactiek en plaatsing is tijdens het sprinten toch echt vakmanschap. I was just burning matches.