De coaches menen dat deelname aan de projectgroep te veel tijd kost in de aanloop naar het komende winterseizoen. Deze zomer werd een driemanschap van Jos de Koning, Erben Wennemars en Theo de Rooij gepresenteerd, die de ploegenachtervolging onder hun hoede zouden nemen. De schaatscoaches waren aanvankelijk niet gelukkig met de benoeming van De Rooij, maar verklaarden zich bereid om in de projectgroep plaats te nemen. De Rooij stapte vervolgens na twee maanden op om meer tijd in zijn eigen bedrijf te kunnen steken.
Met het wegvallen van De Rooij raakte het traject rond de poegenachtervolging vertraagd, zo legt Arie Koops, directeur sport van de KNSB, uit. “De trainers zeggen daarom nu heel terecht dat ze met het naderen van de winter geen tijd meer hebben om zich met de projectgroep bezig te houden omdat ze zich op hun schaatsers willen richten.”
Ook de invulling van de vacante positie van De Rooij speelde een rol. In de projectgroep was hier nog geen overeenstemming over bereikt. De Telegraaf meldde dinsdag dat dit voor de drie coaches het grootste probleem was. Kemkers, Orie en Van Veen zouden hierover botsen met de KNSB. Dat onkent Koops. “Verschillende visies en verschillende namen zijn de revue gepasseerd, maar er was geen tweedeling tussen de coaches en de Bond. We zaten met de projectgroep nog niet op één lijn. En dan valt het proces weer een beetje stil”, legt Koops uit. “En met de winter in aantocht hebben de coaches daarom de opdracht om het beleid uit te werken teruggegeven aan de KNSB.”
De KNSB zal nu het traject voor de team pursuit uitwerken zonder dan de coaches daar van tevoren input voor leveren. Koops: “Hun rol zal minder actief zijn, maar dat betekent niet dat we zonder hen de ploegenachtervolging vorm zullen geven. We maken een plan van aanpak en zullen dit telkens aan de coaches voorleggen.”