Medemblikker Bert Steeman straalt van oor tot oor. Hij is 73 en volgt het schaatsen al van kinds af aan. “Toen Henk van der Grift wereldkampioen werd in 1961, was ik door het dolle heen, heb hem zelfs een felicitatiekaart gestuurd. Ik kijk alles, zit vaak met zweet in mijn handen voor de tv. En nu ben ik hier in Thialf, voor de eerste keer in mijn leven. Ik vind het één gekkenhuis, geweldig, wat een entourage!”

Steeman is hier samen met nog veertig leden van Radboud Inlineskating. Wanneer die club skeelerwedstrijden organiseert, zoals deze zomer het NK, dan maakt Bert zich nuttig als verkeersregelaar. “Dat doen we pro deo.” Als bedankje nodigde Radboud-voorzitter Piet Schipper hem uit om vandaag mee te gaan naar Heerenveen. “Je maakt me helemaal blij”, zegt Steeman.

Radboud maakt, net als ruim 25 andere verenigingen, gebruik van kaarten die de KNSB beschikbaar heeft gesteld. Onder het motto Van Jong tot Goud wil de schaatsbond zijn clubs tijdens dit olympisch seizoen in het zonnetje zetten. De rijders die straks naar de Spelen van Milaan gaan, zijn ooit met schaatsen begonnen bij een van de 250 schaats- en skateverenigingen van de KNSB. Die clubs krijgen zo de kans om hun eigen favorieten aan te moedigen bij deze aftrap van de Road to Milan.

Verdeeld over drie dagen zijn ruim 1100 leden van KNSB-verenigingen te gast in Thialf. De clubs eren zo hun vrijwilligers, bedanken ouders en bieden hun jeugdleden inspiratie. De Radboud-equipe scandeert voor Bente Kerkhoff, die als stayer meedeelt in het succes van Team Albert Heijn Zaanlander. Even verderop staat IJsclub De Stokvisdennen, die zijn Joep Wennemars ziet schitteren.

De schaatsclubs zijn uit heel het land naar Heerenveen gekomen, in groepjes carpoolend of gezellig met zijn allen in een afgehuurde touringcar. “De KNSB leverde de kaarten, wij regelden de bus. Die hadden we snel vol”, zegt Dirk Los, wedstrijdsecretaris van de STG Purmerend. Apetrots zijn ze dat hun Merel Conijn twee titels verovert bij dit NK.

Thialf
Schaatsverenigingen moedigen hun favorieten aan vanuit de Sven Kramer-bocht in Thialf. | Foto: House of Sports / Menno van der Veen

Gehuld in het geel-blauw laat ook NiNo (uit Nieuwkoop en Noorden) van zich horen. De ‘gezelligste schaatsvereniging van Nederland’, zoals de aanhang zichzelf afficheert, is met ruim 35 leden naar Thialf afgereisd om Beau Snellink aan te moedigen. “Beau heeft nog bij me in de straat gewoond”, zegt Marcel Stam, ledenadministrateur van NiNo. “Zijn moeder doet de PR voor onze club en zelf laat hij ook geregeld zijn gezicht nog zien. Bij het dooifeest, dat we aan het eind van elke winter houden, is hij altijd aanwezig. Da’s leuk voor onze jeugd. En vandaag komt hij ook weer bij ons langs, 25 keer zelfs,”

Snellink heeft het verdomd zwaar op zijn 10 kilometer en finisht slechts als achtste. Aan de aanmoedigingen van zijn clubgenoten ligt dat niet. “Kom aan Beau!!!!” Als niet Beau maar good old Jorrit Bergsma de titel pakt, krijgt ook die een welgemeend applaus van de NiNo-delegatie. Zo doe je dat in een schaatsstadion.

“Het is leuk om om onze jeugd een keer de sfeer te laten ervaren van een vol Thialf”, zegt Sybe Schaap, jeugdtrainer van de IJsvereniging Pijnacker, die samen met zoontje Hidde present is. Hun clubgenote Jutta Leerdam spettert dit NK niet, maar plaatst zich ondanks een onwillige lies toch netjes voor de World Cups op de 500 en 1000 meter.

Of langeafstandspecialiste Sanne in ‘t Hof ook mag afreizen naar de wereldbekers, is nog even het oordeel van de Selectiecommissie afwachten. Zij is afkomstig van de Apeldoornse schaatsvereniging DNIJ, ook present in Thialf. Voorzitter Henk Veneman: “Wij zijn met jonge sporters hier, onder wie een meisje van acht, dat deze week op school een spreekbeurt over schaatsen houdt. Mooi dat zij hierbij kan zijn.”

Op het ijs gaat de olympische seizoenstart gepaard met een lach en een traan. Maar op de tribunes van Thialf zie je louter blije gezichten, bij jong en oud. De verenigingen blijven hun toppers van nabij volgen, zoals ze dat al jaren doen. Als Beau, Merel of Sanne straks succes boeken in Milaan, krijgen ze vast een warm onthaal bij hun verenigingen, daar waar het schaatsavontuur begon.