De wedstrijden in de Europa Cup lokken aardig wat buitenlandse rijders naar Nederland. Bij de Beloften stonden er drie aan de start, onder wie dus Andres Filipe Campo. De 21-jarige rijder uit Colombia was al eerder in Nederland, en dat avontuur smaakte naar meer. ’’Jullie hebben zulke sterke rijders hier. Dit is de plaats waar je moet zijn om beter te worden. Ik geniet van die tegenstand’’, stelde Campo, die ook nog even DuxSport bedankte voor de steun.

De Zuid-Amerikaan was dik tevreden met zijn eigen optreden. ’’Het was een zware race in een hoog tempo. Dat is wel wat ik graag wil, want daarvan word ik sterker. Maar dat ik dan ook nog kan winnen, is erg mooi. Ben ik blij mee.’’

Campo ziet ook dat hij niet de enige buitenlander is die in Nederland de competitie opzoekt. Logisch, vindt hij. ’’Deze wedstrijden zijn een uitstekende voorbereiding op de internationale races en op het wereldkampioenschap. Het is internationaal bekend dat je daarvoor het beste in Nederland kunt zijn.’’

De Colombiaan kijkt overigens wel verder. Hij zal komende winter ook op het ijs verschijnen. Campo: ’’Dat heeft maar één doel. Ik wil proberen me te plaatsen voor de Olympische Spelen van 2018. De komende anderhalf jaar ga ik me echt met schaatsen bezighouden. Het is de bedoeling dat ik al komend seizoen start in enkele World Cups om ervaring op te doen en te leren.’’

Dat laatste hoeft op wieltjes eigenlijk niet meer. De klasse van Campo ontging ook Aleid Klompmaker niet. De man die een thuiswedstrijd reed, was alleen weg, maar zag daarna Campo en Daan Besteman aansluiten. ’’Vooral die Campo reed erg hard. Ik heb een paar keer diep moeten gaan om hem bij te benen, maar toen hij twee ronden voor het einde wegreed, kon ik hem echt niet meer volgen.’’

Klompmaker en Besteman hadden daarna nog maar één doel. ’’We wilden in ieder geval uit de greep van het peloton blijven, zodat we samen konden sprinten om plaats twee.’’ Die klassering was er uiteindelijk voor Besteman, zodat Klompmaker het voor eigen publiek met plaats drie moest doen. ’’Ach, podium, daar moet je altijd tevreden mee zijn.’’