Eén van hen is Jan Ykema, die zilver won op de Olympische Spelen van 1988. De ander is een schaatsster die anoniem wil blijven, omdat er volgens haar een taboe rust op doping in de schaatswereld. Beide voormalige schaatsers zeggen geen doping te hebben gebruikt.

Vorige maand kwamen De Volkskrant en Andere Tijden Sport naar buiten met het verhaal over een koffertje met urinestalen dat op raadselachtige wijze verdween uit het ziekenhuis in Nijmegen. Volgens betrokkenen was bondsarts Pluijmers daar verantwoordelijk voor. Ykema zegt dat Pluijmers hem begin jaren '80 begeleiding aanbood bij het gebruik van anabole steroïden. "Hij zei: als je het doet, ga dan niet experimenteren. Loop dan maar eens bij me binnen. Ik kan je wel helpen."

Volgens de anonieme schaatsster gaf Pluijmers haar een pil met testosteron van farmaceut Organon, waar de bondsarts toen ook werkte. "Hij zei dat bij een aantal ploeggenoten de testosteronwaarden werden aangevuld", vertelt ze. "Dat kon bij mij ook. Ik heb toen ook een pil van hem meegekregen met een bijsluiter, maar ben niet onder druk gezet. Dat vond ik goed van hem." Pluijmers ontkent tegenover de krant en wil verder niets zeggen.

"Als het waar is wat deze oud-rijders beweren, dan schrikken wij daarvan en uiteraard keuren wij het af", zegt de KNSB in een reactie tegen de krant.