Vierde eindigde hij. Net achter de absolute top van Nederland. Alleen de drie shorttrackers die al gekwalificeerd zijn voor de Olympische Spelen in Sotsji moest hij dit weekeinde in Amsterdam voor zich dulden. Bökkerink hoopt nu als reserve voor de aflossingsploeg samen met Nederlands kampioen Sjinkie Knegt, Niels Kerstholt, Freek van der Wart en Daan Breeuwsma af te mogen reizen naar Sotsji.
Toch zag het er zondagmiddag even niet zo rooskleurig uit voor Bökkerink. De Enschedeër maakte een beginnersfout. Hij kwam te laat voor de start van zijn race in de halve finales op de 500 meter en liep daardoor belangrijke punten in het klassement mis. Woest was hij, toen hij zijn drie concurrenten zonder hem zag vertrekken. "Dit was superdom", oordeelt Bökkerink, die na de warming-up nog snel zijn botte schaats aan het bijslijpen was.
Bondscoach Jeroen Otter was op zijn zachtst gezegd ‘not amused door het voorval. Hij noemde het een domme actie. Bökkerink heeft er al met hem over gesproken. "Hij kon het niet geloven dat het zo makkelijk kon gebeuren", zegt hij daarover. "Ik hoop niet dat dit nog een staartje krijgt. Maar ik verwacht dat het om het schaatsen gaat."
Met een stomp tegen de boarding gaf hij uiting aan zijn emoties. Daarna ging de knop om. "Als ik boos blijf, schaats ik slecht", weet Bökkerink uit ervaring en dus besloot hij buiten in het zonnetje zijn hoofd leeg te maken tijdens een hardloopsessie. Met dat lege hoofd schaatste hij de beste race uit zijn carrière bij een NK: zilver op de 1000 meter.
Na zijn sterke optreden kan Bökkerink alleen maar afwachten. De vijfde plaats voor de Europese kampioenschappen in Dresden en de Olympische Spelen in Sotsji is een aanwijsplaats en het is dus nog even de vraag of hij groen licht krijgt van de keuzeheren van de KNSB. "Het is een keuze die de coach moet maken", is Bökkerink reëel. "Als ik naar mezelf kijk, heb ik het hele toernooi de rust bewaard, professioneel geschaatst en op het juiste moment toegeslagen."
De rol als reserve past hem. Hij was de laatste twee jaar een vaste waarde als vijfde rijder van de aflossingsploeg. De jonge shorttracker heeft zelfs al een Europese titel op zijn naam staan. In 2012 viel hij in de finale in voor een zieke Breeuwsma. "Ik heb er mee leren leven. Soms moet je dingen los laten. Die vier jongens zijn gewoon hartstikke goed. Sommige dingen hebben meer tijd nodig."
Eerder dit seizoen liep het niet lekker bij Bökkerink. Hij plaatste zich met de hakken over de sloot voor de wereldbekers. Het goede schaatsen had Bökkerink in Amsterdam eindelijk weer te pakken. Hij wijt het aan zijn groei als atleet in de afgelopen maanden. "De angst is weg. Ik legde mezelf te veel druk op. Als je de focus op de juiste dingen legt, dan kan je ineens goed gaan schaatsen. Maar het is heel moeilijk om die juiste focus te pakken."
Als Bökkerink naar een schaatser als Knegt kijkt, realiseert hij zich dat hij de afgelopen maanden weliswaar stappen heeft gemaakt, maar dat hij nog verder kan groeien in zijn sportbeleving. "Ik schaats pas goed als alles klopt. Dat is bij Sjinkie anders. Zijn basis ligt veel hoger. Mijn uitschieters zijn groter. Als alles klopt, kan ik ineens met die jongens mee."