NOC*NSF heeft ernaast voor de pers een werkruimte ingericht. Journalisten die geen accreditatie hebben om de sporten te volgen en de atleten te spreken binnen de hekken van het olympisch park, kunnen vanuit het bijgebouw van het HHH toch nog mooie items maken, want ook de Nederlandse sporters komen er regelmatig langswippen.

Sowieso vinden er, zeker met de huidige medailleoogst, bijna dagelijks huldigingen plaats van de medaillewinnaars en als de druk er af is duiken de sporters ook op voor een klein drankje.

Daarnaast is het bierhuis een plek voor genodigden, sportbobo’s, zelfs koningen en presidenten om elkaar te ontmoeten en om de sporters te kunnen feliciteren of zich te laten trakteren op optredens van Nick en Simon, Guus Meeuwis of de Opposites.

Maar boven alles is het HHH het paleis van de vrijwilligers die er werken. Twintigers van overal uit het land zorgen dat de zaken soepel lopen in het huis. Ze bedienen, ze ontvangen de gasten, ze zorgen voor gevulde glazen en knopen alle losse eindjes aan elkaar.

Als de optredens van Neerlands poptrots geweest zijn, als alle medaillewinnaars zijn toegejuicht, als de bierkranen zijn dichtgedraaid en het publiek de tent verlaat, verdwijnt de bediening en andere vrijwilligers door een deur achter de bar.

Maar echt voorbij is het dan nog niet, zo merkte ik gisteravond. Achter de bar loopt een gangetje en wie dat gangetje door gaat komt buiten tussen lege fusten, generatoren en een paar opslagtenten. In een van die tenten ging het feest door, voor de crew, met een geïmproviseerde dj-set dansten de vrijwilligers tussen de voorraadkasten.

Ze sprongen, zongen en juichten, want de lange werkdag zat erop. Na een half uurtje trok het gezelschap weer het HHH in, waar inmiddels al het normale publiek verdwenen was. Zo bouwden de jongens en meisjes van de brouwerij hun eigen feestje.

Vanochtend hebben ze zich de slaap en de kater uit de ogen gewreven en zijn weer naar hun werk gegaan. Klaar voor een nieuwe dag en weer een feestje.