Die kleding is niet om aan te zien. Het is een volgslagen willekeurige verzameling van schetterende kleuren en ziedende patronen. Het ongewenste kind van een burberryzuurstok en polkadotkikker.
Hoe dit ontwerp ooit de kledingfabriek heeft kunnen verlaten weet ik niet, maar ik kan er wel naar gissen. Waarschijnlijk was een labiele hoofdontwerper bij Bosco, de fabrikant, zo enthousiast dat hij de prestigieuze opdracht voor de vrijwilligerskleding had gekregen dat deze Igor zich volledig te buiten is gegaan in het shoppen voor stofjes en patronen.
Maandenlang struinde Igor de lappenmarkten van Rusland af. Van Irkoetsk tot Moermansk en van Kaliningrad tot Vladivostok, overal vandaan nam hij ontwerpen mee. Geinige ruitjes, kekke bloemmotieven, blauwe stof, gifgroene lappen.
Een hele berg met stukken stof verstofte op zijn bureau. Totdat op een dag zijn chef vroeg waarom het ontwerp nog niet klaar was. Toen voelde Igor de druk. Hij kreeg nog een dag respijt.
Hij nam een klein glaasje wodka om zijn creativiteit te verhogen. Dat hielp niet. Igor dronk nog een glaasje en nog een. Hij haalde een flesje bij in de avondwinkel.
Een uur voor de deadline was Igor zo beneveld dat hij in paniek álle kleuren en patronen die hij opgesnord had in één epileptisch ontwerp gegoten heeft.
Onder de ongelooflijke tijdsdruk van Poetins Spelen is dit dronkemansontwerp vervolgens geproduceerd en aan alle vrijwilligers uitgedeeld. Ze doen hun werk al voor niets en dan krijgen ze ook nog een nachtmerrie van een kledingpakket.
Arme mensen.