In de aanloop naar de Olympische Winterspelen van Sotsji maakte Bergsma deel uit van het basisteam van de toenmalige bondscoach Arie Koops, maar kwam in Sotsji zelf niet aan rijden toe en gaf voor de finale van de team pursuit zelfs zijn positie als reserve helemaal op. Hij was even helemaal klaar met het onderdeel.
Het lag niet aan zijn ploeggenoten in Sotsji, benadrukte hij in Thialf nog maar eens. “De jongens bepalen niet wat er gebeurt”, zei hij. De teleurstelling over de gang van zaken in de aanloop naar en tijdens de spelen lag in de verhouding met Koops. “Dat liep niet helemaal open.”
Met de nieuwe bondscoach, Geert Kuiper, van de ploegenachtervolging zit Bergsma wel op één lijn. “We hebben in Salt Lake City samen gezeten en hij heeft gewoon een heel duidelijk verhaal. Hij wil met mij en meerdere andere jongens een basisteam neerzetten.”
“Hij wil met iedereen rijden en op het WK met de sterkste ploeg rijden”, aldus Bergsma. “En als ik dan niet goed genoeg ben, dan word ik niet opgesteld. Dat is duidelijk.”
Met het vertrouwen in Kuiper keerde Bergsma terug in de achtervolgingsploeg en daar was de pupil van Jillert Anema best blij mee. “Het is toch een mooi onderdeel en een echte teamprestatie. En met Sven Kramer en Jan Blokhuijsen was het een mooi samenspel.”
Ook Kramer verwelkomde de terugkeer van Bergsma in Team Nederland. “Het is goed als alle Nederlandse toppers beschikbaar zijn. Je wil het liefst zo veel mogelijk goede mensen aan de start”, stelde hij. “En ik heb nooit zoveel problemen gehad met de situatie.”
Dat hadden de Friezen onderling ook al zo uitgesproken. “Ik heb het er met Jorrit zeker over gehad. Daar hebben wij verder niemand anders voor nodig.”
Op technisch gebied was nog wel even aftasten op het nieuwe ijs van Thialf. “De laatste keer dat ik met Jan reed was in Sotsji en met Jorrit drie of vier jaar geleden”, herinnerde Kramer zich. En juist bekendheid met elkaar is van groot belang. “Je moet elkaar kunnen vertrouwen met overnemen”, legde Kramer uit. “Je moet elkaar net wel, net niet pijn doen.”