Ik kijk naar Jans gezicht en zie dat hij het heel graag wil. Ik verbijt mijn egoïsme en zeg zo neutraal mogelijk: ‘Natuurlijk Jan, ik zal er de volgende keer zijn.’
Tien minuten later schaatst een huilende Jan met een paar trainers om hem heen tegen de rijrichting in. Jan houdt zijn pols vast. De dokter adviseert foto’s te laten maken. Een half uur later zit ik met Jan in het ziekenhuis. Jan heeft zijn pols gebroken. Ik kan voorlopig op zondagochtend uitslapen.
Lang geleden begreep ik niets van die vrijwilligers rond en op de ijsbaan. Gedachten als: ga iets nuttigs doen of waar leidt dit alles toe?, popten in mijn hersens op. De vader van Thomas Bos liep dag en nacht rond de Uithof in Den Haag. Hij moest eens weten hoe ik jaren over hem gedacht heb.
Nu ben ik zelf (een hele kleine) vrijwilliger. Ik maak me totaal niet nuttig en het leidt nergens toe, toch doe ik het. Ik wil mijn steentje bijdragen om mensen te laten genieten van het schaatsen. Meneer Bos en al die duizenden anderen zullen wel een soortgelijke reden hebben.
Zoals zoveel sporten kan de schaatssport alleen bestaan dankzij vrijwilligers. Dat is mooi, maar voor de kwaliteit soms jammer, en dan druk ik me genuanceerd uit. Vele vrijwilligers dragen namelijk niet bij de schaatssport een positieve impuls te geven. Ze missen kwaliteit.
Ik zal mezelf als voorbeeld geven. Ik geef training op zaterdagochtend en als ik mezelf beoordeel ben ik een hele slechte trainer. Mijn groep vindt het gezellig, maar ik kan de kneepjes van de schaatssport slecht overbrengen. Ik mis dat vermogen.
Normaal gesproken zou ik dan ontslagen moeten worden of op cursus moeten gaan. Beide gebeurt niet. Het eerste komt wellicht na deze column en in een trainerscursus heb ik geen zin. Dus ik blijf op mijn plek zitten en dat zie je zo vaak.
Zoals in het bedrijfsleven zouden vrijwilligers eerder ontslagen moeten worden of eerder verplicht op cursus moeten gaan. Ieder jaar zou de slechtste 10% vrijwilligers in de schaatssport verplicht moeten vertrekken, zoals bijvoorbeeld Microsoft dat doet. Het zou de schaatssport verder helpen.