Want ook op het ijs van De Scheg was Koeleman niet bij de beste twintig rijders te vinden. De man uit het Zuid-Hollandse Langeraar is namelijk meer van de aanval en het langere en zwaardere werk. In een massasprint zoals in Deventer komt hij niet tot zijn recht. “Op ronde drie zat ik nog op plek drie en op ronde een op plek veertig. In het duwen en trekken val ik snel terug. Daar moet ik nog in leren.”
Het resulteerde voor Koeleman in een 29e plek in de daguitslag, in de wedstrijd die gewonnen werd door Royal A-ware rijder Chris de Velde. Het 19-jarige talent klopte Joël Haasjes en ploeggenoot Kevin van der Horst. Met zijn derde zege van het seizoen nam De Velde tevens de leiding over in het tussenklassement om de Daikin Marathon Cup.
Toch viel Koeleman ook in Deventer weer op met zijn splijtende demarrages en grote uithoudingsvermogen. Of hij nu in het beloftenpeloton reed of bij de toppers: “De zwaardere koersen liggen me beter. Op de minder goede banen gaat het een tikje minder snel, maar als de beuk er in gaat ben ik daar juist beter.”
Zie daar de verklaring voor zijn goede presteren in de loodzware Vier van Noord-Holland. Een vierdaagse die naar meer smaakt, misschien wel een stapje hogerop. “In eerste instantie wilde ik alleen uitrijden, maar na de eerste dag in Amsterdam wist ik al dat ik meer wilde koersen in plaats van defensief achterin rijden. Daar had ik alleen maar last van het harmonicaeffect. In Haarlem ging ik van voren rijden. Dat was gelijk veel meer hoe ik het wilde hebben en daarna ben ik elke dag verder naar voren geschoven in de uitslag.”
Tussen de toppers van de grote ploegen reed Koeleman nog drie keer naar een plek bij de beste twintig. Bij beloften is hij echter weer terug bij af. “Ik ben gewoon weer teruggevallen op mijn oude plan. In plaats van meerijden en af en toe mee proberen te zitten moet ik bij elke kopgroep erbij zitten en de koers maken. Op die manier wil ik nog proberen een wedstrijd te winnen. Dat heb ik nog nooit gedaan.”
Om zijn ambitie van een plek in de topdivisie waar te kunnen maken, denkt hij namelijk meer nodig te hebben dan enkel zijn goede uitslagen in de vierdaagse. “Ik moet gewoon mijn best blijven doen, maar een overwinning helpt dan zeker mee. Voor mij is het beste scenario dat ik in een kopgroep beland. Misschien zou ik het wel kunnen in de sprint, maar dan moet ik al heel erg van voren daaraan beginnen en een goede dag hebben. In een kopgroep zijn mijn kansen een stuk groter.”
Bekijk hier de uitslagen