Arjan Stroetinga hoort sinds tweede Kerstdag bij de groten van de marathonsport. De 28-jarige automonteur uit Oldeberkoop trad in Utrecht in de voetsporen van mannen als Co Giling, Jan Kooiman, Lammert Huitema, Jan Maarten Heideman en Bertjan van der Veen, die ieder drie keer Nederlands kampioen op kunstijs werden. Stroetinga verdedigde bovendien met succes zijn titel, en dat staaltje werd slechts drie keer eerder uitgehaald. Slechts Giling (1980 en 1981), Kooiman (1982 en 1983) en als laatste Lammert Huitema (1993 en 1994) slaagden daarin.

Nu dus ook Stroetinga, en dat in een week waarin het voor zijn BAM Schaatsteam toch al niet op lijkt te kunnen. "Twee Nederlandse titel pakken in vier dagen, da’s echt heel bijzonder", vond ook Stroetinga, die op de streep zijn soms wat plichtmatige vreugde ook had ingeruild voor intense blijheid. "Dit is wat we wilden. Hiervoor zijn we ook een week naar de warmte van Tenerife gegaan om weer wat bij te tanken. En dat we dan zelfs twee Nederlandse titels pakken, dat is eigenlijk een mooie bonus. Daar hadden we zelf ook geen rekening mee gehouden."

Donderdag was het de beurt aan zijn ploegmaat Bob de Vries, die op het Belterwiede bij Wanneperveen de nationale titel op natuurijs pakte. Stroetinga speelde daarin ook een hoofdrol door in zijn eentje de jump te maken naar de kopgroep van vier, waar De Vries al in zat. "Ik dacht dat het voor hem wel prettig was als hij een ploeggenoot erbij had", verklaarde Stroetinga. "En als ik in de tweede groep bleef zitten, zou ik zeker niet winnen." Maar uiteindelijk was de inspanning hem te machtig. "Ik was echt kapot toen ik eraf moest. Nee, ik heb toen niet al aan het NK in Utrecht gedacht. Daar ben je op dat moment niet mee bezig."

Herstel

Stroetinga herstelde met zijn ploeggenoten op het kunstijs van Thialf, terwijl veel andere mannen uit het peloton zich weer het snot voor de ogen reden in honderd zware kilometers in Goingarijp. Het vizier moest direct weer op de wedstrijd in Utrecht. "De tijd er tussen was al heel kort, dan is het niet verstandig direct weer een natuurijswedstrijd te rijden. Wij moesten echt even bijkomen", stelt Stroetinga.

Dat betaalde zich terug op de Vechtsebanen, waar de mannen er weer honderdvijftig ronden lang een harde koers van maakten. Steeds probeerden groepjes weg te rijden, maar niemand kreeg daartoe de gelegenheid. "Het blijft een NK hè", wist Stroetinga uit ervaring. "Dat zijn altijd aparte wedstrijden waarin je nooit weer hoe het loopt." Hij zag ook ploeggenoten Bob de Vries en Jorrit Bergsma de aanval kiezen, maar ook zij konden niet echt ontsnappen. "We hadden niet echt het voornemen om alles bij elkaar te houden, maar als er uiteindelijk niemand wegrijdt, weet je dat het een sprint gaat worden. En dan wordt er wel in dienst van mij gereden."

Wat dat betekent, weet het peloton inmiddels wel. Tegen een scherpe Stroetinga is geen kruid gewassen, en dat was ook nu het geval. Karlo Timmerman door nog als eerste de laatste ronde in, maar daarna nam Stroetinga het heft in handen en niemand kon hem nog van de titel afhouden. Op enige afstand werden de rijders van AMI Kappers Ingmar Berga en Christijn Groeneveld nummer twee en drie.

Alles kloppen

"We wilden graag", verzuchtte Berga. "Het liefst hadden we samen in een kopgroep gezeten, maar dat zat er niet in. Je weet dat het in een sprint moeilijk wordt. Ik heb Stroetinga al eens verslagen, maar dan moet echt álles kloppen." Groeneveld markeerde met zijn podiumplek wel zijn snelle ontwikkeling. "Komt door de ploeg en de vele trainingen met Berga en Gary Hekman", stelde hij. "We maken elkaar beter. Nu alleen nog dat laatste stapje zetten naar de hoogste trede van het podium. Dat ontbreekt nog." Berga kon er nog enigszins vrede mee hebben. "Als je moet verliezen, dan maar van Arjan Stroetinga. Da’s de beste sprinter van allemaal."

Stroetinga zelf vond het nu vooral tijd voor wat ontspanning, wilde niet meteen denken aan de komende wedstrijden in Eernewoude en op het Schildmeer bij Delfzijl. "Ik weet niet eens of we daar rijden. Eerst gaan we maar eens wat vieren, want dat hebben we donderdag bij de titel van Bob ook niet eens gedaan. De kurk zit nog steeds op de champagne."