Wie Van Doorn (42) nu ziet rondlopen in haar praktijk in Ede, vergeet bijna dat ze jarenlang tot de shorttracktop behoorde. Toch is haar huidige werk als fysiotherapeut en praktijkhouder van 'Mijn Fysiopraktijk' onlosmakelijk verbonden met haar sportverleden. Discipline, analyserend vermogen en steeds een stapje beter willen; het vormt de basis van haar dagelijks werk.
Dat ze fysiotherapeut werd, was niet vanzelfsprekend. “Ik wilde in eerste instantie geneeskunde studeren, maar dat was voor mij moeilijk te combineren met topsport. Ik ben niet iemand die dingen half doet.” Fysiotherapie sloot beter aan bij haar fascinatie voor het menselijk lichaam en was praktischer naast het schaatsen. Als sporter maakte ze al vroeg kennis met het vak. “Je bent constant met je lichaam bezig. De kennis uit de studie hielp mij in m'n sportcarrière en mijn sportervaring neem ik nu mee naar de praktijk.”
De eerste jaren wist ze studie en sport goed te combineren. Shorttrack was destijds minder professioneel georganiseerd, met veel clubtrainingen in Utrecht en minder reizen. Dat begon te veranderen in 2004 en kwam twee jaar later in een stroomversnelling toen John Monroe bondscoach werd en alles zich in Heerenveen concentreerde. Van Doorn legde haar studie anderhalf jaar stil, maar rondde die daarna in hoog tempo af met stages in Hilversum en Utrecht.
Na haar studie werkte Van Doorn bij fysiotherapeut Rob Tamminga en later in Arnhem. Een eigen praktijk was nooit een droom, maar kwam toevallig op haar pad. “We ontmoetten iemand met een pand in Ede dat perfect bleek. Zonder groot risico konden we beginnen. Al snel liep het storm.”
Met haar man Maarten Heisen, voormalig olympisch atleet, bouwde ze de praktijk uit. In 2013 openden ze hun eerste locatie, vijf jaar later volgde een tweede in de topsporthal van Ede. “Ik was net een jaar moeder en zag het eigenlijk niet zitten, maar dit was dé kans. Als wij het niet zouden doen, dan iemand anders.”
Wat maakt haar anders dan collega’s zonder topsportachtergrond? “Als topsporter leer je doelen stellen. Dat pas ik toe bij al mijn patiënten, of het nu een topsporter is of een oudere die weer een blokje om wil lopen.” Ook haar analytische blik stamt uit het shorttrack. “Je bent voortdurend bewegingen aan het analyseren. Daardoor zie ik snel waarom iemand klachten krijgt.” Moderne hulpmiddelen zoals video-opnames ondersteunen dat. Daarnaast besteedt ze aandacht aan de mentale kant. “Blessures duren vaak lang. Omdat ik dat zelf heb ervaren, kan ik me goed inleven en sporters helpen doorzetten.”
De praktijk groeide uit tot een centrum met meerdere disciplines, zoals een podoloog, sportdiëtist en sportmasseur. Ook olympiërs maken deel uit van het team: skeletonner Kimberley Bos en atleet Andrea Bouma.
De samenwerking met huidig wereldkampioen en olympisch bronzenmedaillewinnaar Bos ontstond natuurlijk. Ze kwam met klachten in de praktijk, werkte er tijdelijk als fysiotherapeut en krijgt nu begeleiding van Maarten en collega Jeroen, die ’s winters vaak meereizen met het bobsleeteam. Hoewel Annita de wintersporter is, is Maartens atletiekachtergrond waardevol bij starts en looptechniek. Zelf blijft de voormalig shorttracker vaker thuis om balans te houden met hun jonge gezin.
Hun topsportachtergrond zetten Van Doorn en Heisen ook lokaal in. “We houden spreekuren bij voetbal, turnen en de schaatsvereniging. Sporters voelen zich begrepen omdat wij weten hoe het is om met blessures te dealen en tóch door te willen.” Het runnen van twee locaties en een gezin met twee kinderen vraagt veel organisatie. “We hebben vaste werkdagen en verdelen de verantwoordelijkheden. Soms is het puzzelen, zeker als een collega uitvalt. Maar dat hoort bij zelfstandig ondernemen.” Waar Van Doorn zichzelf 'de regelaar' noemt, is Maarten 'de rust zelve'. “Ik zie beren op de weg, hij ziet oplossingen. Die balans werkt goed.”
Wat Van Doorn uit de topsport mist? “Vooral het hebben van een duidelijk doel. Nu sport ik om fit te blijven, dat is anders. Het gevoel van een ‘topsportlijf’ hebben mis ik soms en dat alles voor je gepland werd. Toen vond ik het wel eens benauwend, nu zie ik hoe fijn dat was.”
Voor de toekomst hoopt ze op meer aandacht en financiering voor preventie in de zorg. “Nu krijg je fysiotherapie pas vergoed als je klachten hebt. Terwijl voorkomen zoveel beter zou zijn. Wij ontwikkelen trainingen om sporters ook in rustige periodes fit te houden, maar structureel is dat nog te weinig ondersteund.” Hoewel de combinatie van praktijk, topsportbegeleiding en gezin intensief is, overheerst dankbaarheid. “Misschien was ik arts geworden zonder topsport, maar ik ben blij met deze keuze. In dit vak kan ik dagelijks mijn topsportervaring inzetten om anderen te helpen en dat geeft enorm veel voldoening.”
Lees hier deel 1: Diane Valkenburg: van topschaatser tot trainer en inspanningsfysioloog
Lees hier deel 2: Van schaatsen naar yogamat: hoe Yvonne Nauta rust vond in Yin yoga
Lees hier deel 3: Van ijsbaan naar tv: mediapersoonlijkheid Rob Hadders
Lees hier deel 4: Van ijs en asfalt naar de lucht: helikopterpiloot Elma de Vries
Lees hier deel 5: Daan Olivier: van schaatser naar wielrenner en politicus