Het supergebaar van Ard Schenk later op de avond was de 400 aanwezige gasten uit het hart gegrepen. De grootvorst van de Nederlandse schaatssport gaf ’Ome’ Jaap één van zijn gouden medailles. “Voor de man met een gouden hart”, stond er achterop ingegraveerd. Kippenvel.

Wim de Graaff komt de ’eer’ toe de naam ’Ome Jaap’ geïntroduceerd te hebben. “Nee, Jaap Havekotte was geen oom van me”, vertelt de oud-kampioen van Nederland en de oud-kernploegtrainer. “Bij ons in Rotterdam noem je mensen die je graag mag of die je vertrouwt ’Ome’. Dat is een eretitel. We hadden een aantal trainers die we ’Ome’ noemden. ’Ome’ Piet Zwanenburg bijvoorbeeld, al was dat toevallig wel een oom van me.

Ik was een jaar of 18 toen ik met ’Ome’ Piet Zwanenburg naar de schaatsfabriek van Jaap Havekotte ging om een paar Viking-schaatsen uit te zoeken. Ik was een van de eersten die van Ballangrud overstapte naar Viking. Het was voor Havekotte echt pionieren in die begintijd. Maar omdat hij altijd voor je klaar stond als er wat met je schaatsen aan de hand was, werd hij voor mij al gauw niet langer meneer Havekotte maar ’Ome Jaap’.”

Havekotte is die eretitel nooit meer kwijtgeraakt. De hele schaatswereld kent Jaap Havekotte als ’Ome Jaap’ en noemt hem ook zo.

Kees Verkerk leerde Jaap Havekotte kennen bij een wedstrijdje voor junioren in Amsterdam. “Dat was in het eerste jaar dat de Jaap Edenbaan open was. Stond ’Ome’ Jaap langs de baan en vroeg aan mijn vader toen hij mij zag schaatsen: ’Kent u hem’?

’Dat is mijn zoon’, zei mijn vader.

’Dat kan een goede worden’, constateerde ’Ome’ Jaap.

En hij heeft gelijk gekregen.”

Verkerk noemt ’Ome’ Jaap een ’kunstenaar’. Iemand met gouden handjes. “Ome Jaap is ons tien jaar achterna gereisd. Zette bij nacht en ontij nieuwe buizen in je schaatsen als je daarom vroeg. En dan reed je in Inzell weer een wereldrecord. Daar lachen we met het materiaal van vandaag de dag nu misschien om, maar het is wel allemaal met de hand begonnen.”

Jan Derksen was een vaste bezoeker van de Viking-fabriek. “Jonge Jaap was van de innovatie”, weet Derksen nog. “Die begon met het verstevigen van het contrefort. Dan maakte Junior de voering los en werd er zacht PU-materiaal ingespoten. Dat gebeurde terwijl je in de schoenen stond en dan werd dat PU had. Daardoor kreeg je een schoen die helemaal naar je voet was gevormd. Ik zweerde daarbij, maar ik weet ook dat we Sijtje van der Lende hebben laten ’zweten’.

Om de beste pasvorm te krijgen, moest je in schaatshouding staan. Het duurde dan een minuut of vijf voor het PU hard was. Maar we hebben Sijtje van der Lende een keer zeker 20 minuten laten staan. We hadden haar verteld dat het best lang duurde voor het PU-materiaal hard was. Ze kreeg steeds meer last van haar bovenbenen en riep dan: ’Mag ik al omhoog komen’?

’Nee, nee, nog niet. Blij staan’, riepen wij dan. ’Volhouden’!

Die stakker kon op een geven moment niet meer.

Ard Schenk weet nog dat het in het eerste pand van de schaatsfabriek, in de Oosterparkstraat in Amsterdam, een komen en gaan was. “Heel gezellig. En altijd een luisterend oor.”

Een echte materiaalfreak is de meervoudig Europees, wereld- en Olympisch kampioen overigens nooit geweest. Natuurlijk, hij sleep zijn schaatsen en liet later, vaak vlak voor een belangrijke wedstrijd door Ome Jaap nieuwe buizen in zijn schaatsen zetten. Schenk: “Dan wist je zeker dat je een goede ronding had.”

Die goede ronding had de Noord-Hollander niet in zijn ijzers toen hij in 1964 zijn WK-debuut maakte in Helsinki. “Ome Jaap kwam na afloop van de wedstrijden de kleedkamer binnen om me te feliciteren met mijn zevende plaats. ’Geweldig jongen’, zei hij tegen me, terwijl hij mijn schaatsen pakte. Hij keek er even naar en vervolgde: ’Nou, als je het op deze schaatsen hebt gedaan, dan kan het nóg veel beter. Er zitten namelijk twee draagvlakken in’.

In de jaren daarna zette Ome Jaap heel vaak één of twee dagen voor een belangrijke wedstrijd nieuwe buizen in mijn schaatsen. Dan kwam hij met zijn koffertje met nieuwe buizen, brandertje en tin naar je hotelkamer, verving de buizen en dan vloog je weer. Dat gebeurde bij een wedstrijd in Gothenburg zelfs een keer midden in de nacht. Stond Ome Jaap daar in z’n onderbroek een nieuwe buis te solderen. Dat vond je toen heel gewoon, maar dat was het natuurlijk niet.”

Huub Snoep is hoofdredacteur van schaatsen.nl