Zijn pupil is niet ziek, benadrukte coach Gerard Kemkers. “We hebben geen aanwijzingen dat hij ziek is. Het heeft te maken met techniek en macht. Die twee gaan hand in hand en ze ontbraken op dit moment bij Jan.”
Al voor het toernooi maakte Blokhuijsen geen denderende indruk. Bij de Essent ISU World Cup van vorige week viel hij al tegen, maar Kemkers en Blokhuijsen hielden vertrouwen op een goed WK, vertelden ze in de aanloop naar de wedstrijd.
Toen zei Kemkers over Blokhuijsen: “Jan was zo voor het WK niet super, maar we kunnen er niet veel meer aan doen. De wedstrijd moet laten zien of ons werk voldoende is.” Dat leek het in Hamar niet te zijn. “Het was vanaf Inzell een zware week”, gaf Kemkers na de eerste dag van het WK toe.
Die zwaarte had Blokhuijsen aan den lijve ondervonden, niet alleen op het ijs, maar ook in de voorbereiding. “Weet je, ik ben niet helemaal fit”, zei hij. “Ik heb een ontstoken keel. Ik slaap slecht. Dat zijn allemaal kleine dingetjes en daardoor loopt het niet. Maar dat zijn geen excuses. Het punt is: het gaat voor geen meter. Ik heb geen power.” En ondanks die ongemakken hoopte hij bij de start van het toernooi voldoende op niveau te zijn. “Het ging wel iedere dag beter lopen op het ijs. En ik voelde dat ik er klaar voor was, in mijn kop.”
Met die positieve insteek ging hij van start op het Essent ISU WK, maar die ging verloren op het ijs in het Vikingschip. Op de 500 meter stelde hij al enigszins teleur, maar zijn matige vorm manifesteerde zich bij Blokhuijsen toch vooral op de vijf kilometer. “Ik had het idee dat ik een tien kilometer reed die na twaalf en een halve ronde ophield, maar ik kon niet harder.”
Blokhuijsen zocht naar woorden. “Het is heel lastig uit te leggen aan mensen die niet schaatsen hoe dat voelt als het niet gaat. Ik ging niet kapot, maar ik kon niet harder rijden. Het is alsof je met de rem erop rijdt. Alsof je jezelf ziet rijden en je ziet dat het slecht gaat. Maar dat je er dan niets aan kan doen en in die rondjes 30,5 blijft hangen.”
“We wilden niet om de achtste plek strijden”, zei Kemkers. “Maar nu gaan we dat wel doen.” Blokhuijsen sloot zich daarbij aan. “Dit toernooi is voor mij een hoogtepunt in het seizoen en ik heb het niet anders benaderd dan een ander groot toernooi. Ik geef alles dat ik heb. Ik ga niet bij de pakken neerzitten. We hebben altijd nog dag twee.”