Waarbij de discussie afgelopen week al weer oplaaide over het vernieuwde selectiesysteem. De kwalificatie voor de EK verloopt dit jaar over twee afstanden, de 1500 meter plus de drie/vijf kilometer. En ik kan nu al zeggen dat dit leuke resultaten gaat opleveren. Want een goede vijf kilometer-rijder die voldoende snelheid kan maken, kan op de 1500 ook wel een aardige tijd rijden. Maar een 500 meter schaatsen is een heel ander verhaal. In het verleden heeft een Bob de Jong zich op deze manier al een geplaatst om vervolgens de 500 meter op de EK zelf niet vooruit te komen. En tja, of dat de bedoeling is bij een allroundtoernooi?

En zo reageerden Sven Kramer en Ireen Wüst dus ook afgelopen week. Zij hadden graag een Nederlands kampioenschap Allround gereden als kwalificatie. De meest eerlijke manier uiteraard. Wat er alleen niet bij gezegd wordt, is dat deze selectiecriteria nu juist zo zijn gemaakt om de rijders zo min mogelijk te belasten en ook om iedereen een gelijke kans te geven. Alleen dat wordt er niet bij gezegd.

Het doel achter deze schaatsweek is om een kwalificatiemoment te maken welke elk jaar terug komt en gebaseerd is het olympische seizoen. Want tijdens een olympisch seizoen is de planning zo gemaakt dat de beste rijders voldoende tijd krijgen om zich voor te bereiden op de Spelen. Waarbij rekening gehouden dient te worden dat bij olympische kwalificaties de races vaak pas zes tot acht weken later verreden worden.

En hier schuilt nu juist het probleem! Alle schaatsers, de KNSB en wij fans willen uiteraard dat de beste rijders aan de start staan. Alleen hoe zorg je hier dan voor? Want wie goed is eind december, is niet altijd goed eind februari. En wat kan je hier nu tegen doen?

Als ik nu naar de selectiecriteria kijk, denk ik dat deze behoorlijk goed zijn opgesteld. Want er zijn nu twee grote momenten in het jaar waarop rijders zich kunnen plaatsen (begin november en de schaatsweek nu tussen kerst en oud en nieuw). Waarbij het zo is dat wanneer je een van deze selectiemomenten zou missen er altijd een tweede kans is om in te stromen. Dus, selectiemomenten minimaliseren, maar duidelijke regels zonder uitzondering. Keep it simple!

Ben je ziek of geblesseerd, zoals Pien Keulstra nu, dan is er voor de allrounders nog één plaats te verdienen voor de WK Allround op 4 en 5 februari tijdens de NK Allround. Een faire manier om ervoor te zorgen dat je richting einde seizoen nog kans maakt op de WK Allround.

Overigens is het voor de sprinters wel wat lastiger. Want zij rijden alleen maar een WK Sprint. Ben jij deze week, 29 en 30 december, op de NK Sprint niet van de partij of rijd je gewoon niet goed genoeg, dan is het een streep door de WK Sprint en kan je hooguit nog wat World Cups en eventueel de WK Afstanden rijden.

Voor wat betreft de WK Afstanden - dat is dit jaar ook wat aangescherpt - wordt het laatste startbewijs in de week vlak voor de WK weggegeven. Naar mijn idee heel erg goed, want hoe vaak zie je niet dat een schaatser het hele seizoen goed rijdt in de World Cups en op het moment supreme totaal vermoeid is en geen deuk meer in een pakje boter rijdt. Dat voorkom je nu. Ben je dan goed, dan ben je een week later ook nog in vorm!

En ach, hoe je het ook bekijkt - de discussie gaat vaak alleen over de laatste startbewijzen. Maar als schaatser snap ik dat best hoor. Want je wilt graag als nummer vier ook meedoen.

Zelf zal ik deze week vooral op de tv kijken naar hoe de rijders het er vanaf gaan brengen. Want om nu voor een paar ritjes naar Heerenveen af te reizen, dat vind ik een beetje mager. Vrijdag ga ik dan wel naar de finaledag van de NK Sprint kijken.

Wat vinden jullie van het programma? Hoe gaan jullie kijken? Laat het mij horen!

Fijne feestdagen nog!