TeamNL relayploeg nummer 1? Dat zou je denken na de knaller-in-drievoud tijdens de dolle dagen op Dordts ijs. Zaterdag de klinkende zege van de Hollandse vrouwen in de aflossing, gevolgd door de winst in de mixed relay en de surprise van het toernooi kwam in het slotakkoord, dankzij de sensationele overwinning van de Nederlandse mannen die op de valreep ‘beroofd’ waren van hun geblesseerde kopman Jens van ’t Wout.
Wat zeker is: in de gemengde aflossing heersen de shorttrackers sinds de Olympische Spelen van 2022. Zeven keer was de ploeg van bondscoach Niels Kerstholt de beste in de World Cup/ World Tour. Dat is bijna 33 procent van het totaal aantal mixed relays (22) dat er in deze discipline is geschaatst.
De aflossingen specifiek voor mannen en vrouwen bestaan veel langer. Kijken we ook naar dezelfde periode als die van de gemengde variant (in 2018-2019 voor het eerst op het programma), dan blijkt de dominantie van de Nederlandse vrouwen nóg indrukwekkender. Achttien keer won TeamNL een relay op een totaal van 37, bijna de helft dus. De Canadese vrouwen volgen op respectabele afstand, met zeven zeges. In het mannenveld liggen de verhoudingen anders: daar zijn Canada (dertien overwinningen), Korea (zeven) en China (zes) beter dan onze mannen, die vier keer iedereen de baas zijn geweest.
“Op de relays kunnen we alle landen aan”, concludeerde Kerstholt zondagavond optimistisch. Gezien de balans van de vrouwen en de gemengde opstelling zat hij redelijk safe; bij de mannen zijn de winstkansen aanzienlijk kleiner, maar is het gezegde niet je bent net zo goed als je laatste uitslag? De selectie heeft een heerlijk mentaal steuntje in de rug gekregen door de vlekkeloze rit van zondag. Plus, nóg een bruikbare aanjager wanneer de Spelen van start zijn gegaan: de eerste finale die wordt verreden in Milaan is de mixed relay. Direct goud winnen brengt de hele club in een flow…van onoverwinnelijkheid??
Dat is makkelijker gedacht en gezegd dan gedaan. Op de individuele afstanden scoorden de atleten van Kerstholt over de volle breedte bekeken niet bijster goed. Het was een behoorlijke tegenvaller voor de kleine drieduizend fans die naar de Sportboulevard in Dordrecht waren gekomen dat de dj van dienst het leeuwgebrul in zijn repertoire van opzwepende tunes niet een keer na een race kon laten horen. Nul medailles was een score waar geen mens rekening had gehouden.
Xandra Velzeboer sloot haar World Tour-campagne van vier weekends af met drie keer goud (Montréal 1, 2 en Gdansk, alle op de 500 meter) en een bronzen plak (Montréal 2, 1000 meter). Dat was niet verkeerd, maar de opbrengst van haar inspanningen stond in schril contrast met die van de weergaloos rijdende Courtney Sarault. De Canadese winnares van het algemeen klassement legde beslag op acht plakken, waarvan vijf in de meest waardevolle kleur. Ook zeer succesvol was de Amerikaanse Corinne Stoddard, met evenveel medailles, zij het zonder een gouden exemplaar (vier zilver, vier brons). Het Koreaanse koppel Choi Minjeong en Gilli Kim zal zich over ruim twee maanden evenmin snel gewonnen geven. Eerstgenoemde behaalde vijf plakken (een gouden), terwijl Kim een kwalitatief nog betere buit te pakken had: twee keer goud en twee keer zilver.
De mannen dan: Jens van ’t Wout wist vele malen de schijnwerpers op zich gericht te krijgen, veelal door zijn spectaculaire manier van racen. De effectiviteit van Nederlands beste shorttracker, uitgedrukt in prijzen, bleef er ver bij achter. Hij reed in Gdansk naar zijn enige medaille, een gouden op de 1000 meter. Jens had wel de pech dat hij ziek moest afhaken in Montréal en zo een deel van de World Tour aan zich voorbij zag gaan. William Dandjinou, overall winnaar van de reeks, profiteerde er optimaal van: hij had zeven keer een gouden medaille om zijn nek (drie keer 500 meter, drie keer 1500 meter en een keer 1000 meter) en een zilveren schijf (500 meter).
Dandjinou wordt in Milaan de te kloppen atleet. En reken maar dat Van ’t Wout die op voorhand de intentie had gelijke tred te houden met de supersterke Noord-Amerikaan tot op het bot gemotiveerd zal zijn op de Spelen. “Ik houd zeker rekening met hem, maar Jens is heus niet de enigfe concurrent voor wie ik moet oppassen”, zei Dandjinou nadat hij zondag de Crystal Globe in ontvangst had genomen. “D’r is een heel jonge Koreaan in aantocht (Jongun Rim, zeventien jaar, red.), uit mijn eigen team moet ik letten op Steven Dubois en Felix Roussel, en dan hebben we altijd Pietro Sighel die alles beheerst.
“Het was cool om Jens voor zijn thuispubliek te verslaan, niet belangrijk. Op de Spelen rijden we weer heel andere wedstrijden. Ik houd Jens in de gaten, maar laat de media stoppen er een duel van te maken alleen tussen hem en mij. Die rivaliteit is er niet zo erg hoor”, verzekerde Dandjinou die na de winst op de 1500 meter in Dordrecht demonstratief een vinger voor zijn lippen hield. “Dat was bedoeld om de mediamensen te vertellen dat ze het niet zo op de spits moeten drijven, haha!”
Er was gedurende de World Tour van meet af aan een extra drijfveer voor alle deelnemende landen om goed te presteren: de quotaplekken voor het olympisch toernooi. De eerste voorzichtige berekeningen leren dat er waarschijnlijk vijf naties in februari mogen verschijnen met een ploeg van tien rijders (vijf mannen, vijf vrouwen, onder wie twee reserves). Daarbij: TeamNL. De andere vier zijn Canada, Korea, China en gastheer Italië. De internationale schaatsunie ISU moet dat feit echter nog officieel bevestigen….