De rijder uit Wolvega zette het peloton op een ronde achterstand. Daarmee toonde hij zich na zijn zege in 2011 opnieuw ruimschoots de sterkste. Ook al zag het er gemakkelijk uit, dat was het niet, benadrukte Ariëns. "Rustig was het zeker niet", zei hij.
"We wilden geen sprint", legde hij de koerstactiek uit, "want er zitten een paar snelle sprinters bij." Het plan was om met twee man weg te springen, maar toen hij de kans zag trok hij er alleen op uit. "Het was super. Ik kon goed doorrijden."
Ariëns had in zijn wedstrijd veel steun van zijn ploeggenoten en daarom was hij blij dat hij Ruurd Dijkstra nog aan het zilver kon helpen. "Ruurd reed goed door en dan word je super één en twee."
Mark Horsten kreeg achter de twee teamgenoten het brons omgehangen.