De analyse bevat de medailleoogst van de vijftien best presterende landen in de negentigjarige geschiedenis van het evenement.Met 29 gouden, 31 zilveren en 26 bronzen medailles bezet Nederland de dertiende plaats op de 'eeuwige' medaillespiegel.
Liefst 82 van de 86 plakken die de Oranje-equipe behaalde op de Winterspelen werden veroverd in het langebaanschaatsen, een score van 95,5 procent. De andere plakken vielen in het kunstrijden (drie) en snowboarden (één).
Bij geen van de andere landen die deel uitmaken van de top vijftien aller tijden hangt het succes in zo'n hoge mate af van één enkele sport. Zuid-Korea komt nog enigszins in de buurt.
Wat voor Nederland het langebaanschaatsen is, is voor de organisator van de Winterspelen van 2018 het shorttrack met een 'afhankelijkheidsscore' van 82,2 procent. De andere top vijftien-landen komen met het aandeel medailles in hun favoriete sport allemaal onder de vijftig procent uit.
Noorwegen voert de medaillestand aller tijden aan met 107 keer goud, 108 maal zilver en 91 keer brons. De Scandinaviërs boekten in de loop der jaren de meeste triomfen in het langlaufen, maar toch is dit aandeel slechts 31,3 procent van de oogst.
Vielen de prestaties in het cross country skiën in het verleden onverhoopt tegen, dan konden de Noren altijd nog hopen op succes in het langebaanschaatsen (26,14 procent), biatlon (9,48 procent) of schansspringen (9,48 procent).
Wat betreft risicospreiding staat er evenwel geen maat op de Verenigde Staten. Langebaanschaatsen is de favoriete sport van 'Team USA', maar in zeven andere sporten pakten de Noord-Amerikanen eveneens minimaal veertien medailles. Het Amerikaanse volkslied werd ook regelmatig afgespeeld voor ijshockeyers, bobsleeërs, shorttrackers en skeletonners.
Het land dat het minst afhankelijk is van één sport is Duitsland, dat de vierde plaats bezet op de 'eeuwige' rangschikking. Biatlon is de grootste punt in de medailletaart van onze oosterburen, maar met een score van 22,4 procent hoeft Duitsland niet in de stress te schieten als er zich een keer een mindere generatie biatleten aandient.
Ook als wordt gekeken naar het aantal sporten waarin medailles zijn behaald, springt Duitsland er positief uit. In dertien sporten eindigde een Duitser op het podium in de loop der jaren.
Alleen de Verenigde Staten noteren een betere score met medailles in veertien verschillende onderdelen, van curling tot rodelen en van freestyle skiën tot de Noordse Combinatie.
Opvallend is dat Noorwegen, de aanvoerder van de eeuwige medaillespiegel, slechts in tien sporten oogstte. De Scandinaviërs wonnen onder meer nog nooit een plak in het rodelen, skeleton en shorttrack.
Het wekt geen verbazing dat Nederland en Zuid-Korea de rij sluiten met eremetaal in slechts drie verschillende sporten. In de Oranje-equipe kregen kunstrijden en langebaanschaatsen pas vier jaar geleden gezelschap van een derde sport dankzij het succes van Nicolien Sauerbreij in het snowboarden. Dat was tevens de eerste Nederlandse medaille in de sneeuw. Zover is Zuid-Korea nog niet met alleen gloriemomenten in het schaatsen, shorttrack en kunstrijden.
Met succes de komende weken in het shorttrack (en wellicht bobsleeën) kan Nederland de Aziaten op achterstand zetten. Dan wordt en passant iets afgeknabbeld van de overweldigende meerderheid medailles in het langebaanschaatsen.