Vorige week woensdag merkte Remmelt Eldering het direct aan zijn groep schaatsers. Hij had een sessie elastieken (vorm van kracht- of weerstandstraining) op het programma staan, en de plaats van handeling was de Oval waar al sinds 14 juli ijs ligt. Dat zorgde voor kriebels. “Sommige rijders riepen: ‘Ik wil onderhand wel schaatsen’. Ja, ja, jongens, nog even geduld, reageerde ik. Het zal snel gebeuren. Haha, ze waren echt een beetje antsy, zeggen we in Canada. Tja, hoe zeg je dat in het Nederlands…?”
Het past bij Eldering, die na de Winterspelen van Pyeongchang in 2018 (mede door de gouden medaille voor zijn pupil Esmee Visser) werd gestrikt door de Canadese bond. De 43-jarige schaatscoach zal zijn Hollandse roots nooit verloochenen, maar is de afgelopen jaren volledig ingeburgerd aan de overkant van de oceaan. Dat gaat ook gepaard met onbedoelde, vocabulaire uitstapjes naar de Engelse taal. Antsy dus: hongerig, gretig, ongeduldig. Zijn atleten staan te springen om wat ze het liefst doen. En logisch.
“Er waren echter andere dingen die nog gedaan moesten worden. Droogtraining, wat krachttraining, shorttracken. We hebben andere prioriteiten, daarom is het zomerijs de eerste weken gemeden”, verduidelijkt de Fries telefonisch vanuit Calgary. “Dat is vanuit het perspectief van kwalificatie voor de World Cups niet zo erg. De schaatsers in mijn groep zijn over het algemeen goed genoeg dat ze zich normaal gesproken zullen plaatsen. Sterker nog, het merendeel is op voorhand zeker van de wereldbekers. Ze hoeven juist niet zo snel het ijs op, want pas in november worden de rijders geacht het kopje erbij te hebben in de wereldbekers van Salt Lake City en Calgary (14-16 november en 21-23 november, red.). Vergeet niet dat het nu begin augustus is: we hebben nog tweeënhalve maand. Dat zal allemaal goedkomen.”
Eldering heeft dit seizoen de verantwoordelijkheid over zeven mannen en vrouwen. Graeme Fish, Connor Howe, Tyson Langelaar, Hayden Mayeur en de voor Oostenrijk uitkomende Gabriel Odor vormen de mannelijke meerderheid. Isabelle Weidemann en Ivanie Blondin completeren zijn selectie. Dat is een opvallende samenstelling, aangezien hij in het verleden de scepter zwaaide over louter vrouwen. Met Weidemann, Blondin en Valérie Maltais was hij zeer succesvol op de Spelen van Beijing. De team pursuit bij de vrouwen leverde goud op, terwijl Weidemann zilver en brons veroverde op de langste afstanden. Blondin reed naar zilver op de mass start.
Wat een oogst was dat in Beijing!
Eldering: “Heel goed, ja. Of we daar volgend jaar weer aan komen, is de vraag. Dat vind ik mooi: het is niet vanzelfsprekend in een olympisch jaar. Het wordt spannend, met tegenstanders als Joy Beune, Jenning de Boo, Peder Kongshaug. Tegen dat soort mensen gaan we de strijd aan, of het nou lukt of niet. Misschien klinkt het wat dom, maar voor mij zijn de Spelen een succes als we een medaille behalen. Vechten voor een plak, daar doen we het voor. We willen prijzen winnen. Iedereen kan zeggen: ‘We willen op ons best zijn, de beste seizoenprestatie neerzetten of persoonlijke records schaatsen’. Dat zal allemaal wel. De Spelen zijn alleen leuk wanneer je een, twee of drie wordt. En vier tot de nummer laatst, met alle respect, dat maakt niets uit. Als je vierde wordt op een afstand, is dat een goed resultaat, prachtig zelfs. Begrijp me niet verkeerd. Maar je hebt er geen f#@ck aan op de Olympische Spelen.”
Zou het niet verstandig zijn geweest om op een andere manier van jou gebruik te maken, zodat er voor andere rijders de medaillekansen toenemen?
“Ik heb nu meer mannen dan vrouwen onder mijn hoede, onder wie Fish en Howe, dat is al een verschil. Graeme is op de terugweg na een mindere periode, en Connor verraste op het laatste WK Afstanden in Hamar al door brons te pakken op de 1500 meter. Het is compleet anders om mannen te coachen." Lachend: "Terugkijkend naar de voorbije jaren snap ik soms niet helemaal hoe ik het heb kunnen managen met een team van alleen vrouwen. Maar het is me gelukt. Met die gasten is het een andere sfeer. Isabelle en Ivanie zijn de enige vrouwen in het team, de rest mannen. Dat geeft een andere dynamiek.
“De laatste keer dat ik mannen coachte, was in Nederland, met Chris Huizinga en Marwin Talsma. Dit is erg leuk. Het is wat meer testosteron, weet je wel, de onderlinge competitie is groter. Het zou geweldig zijn, als een van die jongens een medaille kan winnen in Milaan. Of op de team pursuit; die van de mannen valt dit jaar ook onder mijn verantwoordelijkheid. Over drie weken is er in Calgary een trainingskamp voor de achtervolging. Dan krijgen we enkele schaatsers uit Québec. Daar moeten we eens goed over nadenken, willen we met de mannenploeg ergens komen op dat onderdeel.”
Over welke schaatsers heb je het dan?
“Connor Howe, Antoine Gélinas-Beaulieu, Hayden Mayeur, Tsyon Langelaar en David La Rue staan op een lijstje. Dan zullen we testen en houden we wedstrijdjes. Bij de vrouwen is het een stuk eenvoudiger. Isabelle, Ivanie en Valérie zullen in Italië hun olympische titel van Beijing verdedigen.”
Dat lijkt makkelijker dan het is. Doordat er in Canada twee trainingsgroepen zijn – in Calgary en ruim 3800 kilometer westelijker in Québec – kan dat gouden trio niet meer samen trainen. Maltais is verhuisd naar Québec, net als Gélinas-Beaulieu trouwens.
“Twee belangrijke rijders voor deze discipline met wie we in Calgary niet dagelijks kunnen trainen, en ook niet wekelijks of maandelijks. Dat is verdomme niet makkelijk. In 2018, na de Olympische Spelen, kwam Valérie in Calgary wonen. Hartstikke goed van haar. Ze kon (als net gestopte shorttrackster, red.) helemaal niet op de langebaan schaatsen, maar in het gezelschap van Isabelle en Ivanie raakte ze langzaam maar zeker in een flow met de andere twee. Die is nu niet meer te creëren, niet in een week en evenmin in twee weken. Bij ons had ze vier jaar nodig. Door al die trainingen in het verleden schaatsen die drie nog steeds goed met elkaar, maar als we op dezelfde manier hadden kunnen doorgaan, zou alles er toch een beetje anders hebben uitgezien.”
Het succesteam is uit elkaar gevallen. Dan kun je zeggen dat de ploeg van redelijk niveau blijft, maar in de topsport moet je vooruitgang boeken.
“Daar heb je een goed punt. Het is allemaal waar, maar je hebt er mee te maken. Op deze manier gaat het hier. Schaatsers keren terug naar waar ze vandaan komen. Daar doe je niets aan. De atleten hebben niet altijd door welke moeite we doen als staf om de zaken zo goed mogelijk te organiseren. Ze zijn terug in Québec en zodoende kunnen ze niet met elkaar schaatsen. Op 27 augustus is de eerste gelegenheid weer, vanaf dat moment proberen we het weer neer te zetten. Het blijft een feit dat het niet op kan tegen dagelijks met elkaar trainen waarbij de automatismen ontstaan. Ik houd me vast aan de gedachte dat die drie vrouwen weten hoe ze een team pursuit moeten rijden, en dat ze hongerig zijn. We roeien met de riemen die we hebben. Dit is geen Nederland waar de talenten links en rechts van je opduiken, zodat je altijd weer aanwas hebt.”
In jullie aanloop naar Milaan is er ook nog de situatie rondom Ted-Jan Bloemen. Hij is uit de nationale selectie gestapt en heeft zijn eigen trainingsgroep met Bart Schouten om zich voor te bereiden op Milaan. Wat vind je daarvan?
“Ted-Jan traint op een ander tijdstip dan de nationale ploeg. Ik heb hem een jaar begeleid, Bart zijn gehele carrière in Canada. Er zit wat mij betreft geen zeer, of iets dat met ego te maken heeft. Ze moeten het zelf weten. Als Ted-Jan denkt dat dit de methode is: succes ermee. De vraag of het een verstandige move is, is van een andere orde. Ik hoop dat het lukt. Ted-Jan en Bart passen heel goed bij elkaar. De boys zijn beiden Nederlander, ik weet hoe het in Nederland gaat, en zij geloven dat er een andere weg is om in te slaan. Hopelijk doen ze het hartstikke goed. Of dat nou voor Canada is, of wie dan ook, ik gun hen dat succes. Als ze er hard voor werken – allebei zijn ze harde werkers – met een goed team eromheen, kunnen ze het weer laten zien.”
Laatste vraag: je praat altijd over je Friese roots. Gebeurt het nog een keer dat je teruggaat naar Nederland?
“Ooit wel. Ik heb er m'n vrienden en familie.”
De Spelen van Milaan zijn niet je laatste klus voor Canada?
“Nee. Ik zit in het schaatsen, woon in Canada en het draait hier ontzettend leuk. Ik heb een Canadese vriendin (Audrie), een mooi huis, ik ben veel aan het vissen, er komen regelmatig mensen op visite. Het is goed hier, alleen heb ik het idee dat ik ook weer eens naar Nederland wil. Dat hoeft niet voor altijd, wellicht dat er een constructie is te bedenken waarbij ik zo nu en dan in Nederland ben. Het hoeft niet nu, hè. Ik ben 43, kan nog alle kanten op en er mag best nog een ander buitenlands avontuur volgen. Want zodra ik weer naar Nederland kom, is het ook klaar. Het schaatsen daar is enorm belangrijk, en ik ontken niet dat dat soms heel lekker is, in vergelijking met Canada waar het minder telt. Ik heb Erwin ten Hove (Team IKO-X2O, red.) veel aan de telefoon, en dan hoor ik hoe het eraan toegaat. Op dat moment besef ik dat het ook heel prettig is in de schaduw te opereren. Ik ben hier net zo goed lekker bezig en voor m’n gevoel nog niet klaar.”