Tickets
Shop
Marathon 23 jan 2024

Na 38 jaar kan kunstschilder Andrew Nicholson een vinkje zetten op Weissensee

Zeshonderd mannen en vrouwen meldden zich dinsdagmorgen, terwijl de nacht nog regeerde, op de Weissensee voor de eerste Alternatieve Elfstedentocht (toerversie) van deze winter. Buitenlanders zijn in zo’n peloton meestal op de vingers van een hand te tellen, maar als er een tussenzit, is er dikwijls sprake van een speciaal geval. Met Andrew Nicholson (53) was het niet anders.

Foto : Timsimaging

Ik ben ooit bij de Zwitserse schaatslegende Franz Krienbühl thuis geweest. ’n Zeldzaam exemplaar als langebaanman uit de jaren zeventig, die claimde de snelle pakken te hebben uitgevonden, maar helaas niet over de atletische vaardigheden beschikte om het leven van de Nederlanders en Noren erg zuur te maken. Toen ik in de winter van 1993, na de nodige onderhandelingen met zijn vrouw, op bezoek mocht komen in Davos, heb ik een halve dag in de woonkamer zitten wachten op Franz. Hij verscheen niet. “Hij is heel ziek en moet nog wat slapen”, kreeg ik elk half uur te horen. Nog altijd is deze reportage – want de krantenpagina moest wel vol – de meest bizarre dagbesteding uit mijn journalistieke leven. Ik keerde terug naar Nederland in de veronderstelling dat achter de deur van de slaapruimte die aan de woonkamer grensde, een dode man moest hebben gelegen…

Op de Weissensee ontmoette ik maandagmiddag, of het liep al tegen de avond, een kerel die weliswaar springlevend was, maar moeiteloos past in het profiel van intussen echt wijlen Krienbühl (overleden op 13 april 2002). Zijn naam: Andrew Nicholson. De afgetrainde Nieuw-Zeelander van 53, verklaard schaatsgek tot ver achter de komma, zat in een lange, grijze, gewatteerde jas en met een cyclaamkleurige muts op zijn hoofd in de vensterbank van het gesloten VVV-kantoor in Techendorf. Ik probeerde hem al de gehele dag te vangen, omdat hij vanwege zijn nationaliteit en op internet terug te vinden sportieve prestaties waarschijnlijk een mooi verhaal te vertellen zou hebben.

'Metgezellen van het front van de toertocht: Douwe de Vries (l) en Andrew Nicholson. | Foto : Timsimaging

In het kort: Andrews CV kan gemakkelijk doorgaan voor de levensloop van drie verschillende mensen, zoveel heeft-ie ondernomen. Voorbeelden genoeg. De planeet zo snel rondgefietst in zijn eentje dat hij er een vermelding in het Guinness Book of Records mee heeft verdiend. Ja, dat leest u goed: 29.209 kilometer voor een rondje dat in Auckland begon en eindigde, afgelegd tussen 12 augustus en 13 december 2015. De redenen voor de waanzinnige uitdaging mochten er zijn. Hij wilde graag onderwijzer worden, maar de banen lagen niet voor het oprapen. Er overleden verschillende naaste vrienden, hij worstelde met meer zaken, en zocht zo de bevrijding van de dagelijkse sleur. Zijn belevenissen tekende Nicholson op in ‘Road Rage: The Fastest Circumnavigation of the World by Bicycle’.

De fietsrit is slechts een markeringspaaltje op een route van grappige blikvangers. Zijn drie jaar oudere broer Chris ontdekte het schaatsen en stak hem aan. In een land van rugby, cricket en zeilen duurde het niet lang voordat hij Nieuw-Zeeland kon vertegenwoordigen als shorttracker op de Winterspelen van Albertville (1992) en Lillehammer (1994), met de vierde plaats op de relay als topscore. Andrews olympische honger werd er niet door gestild; in 1998 stond op het ijs van de M-Wave in Nagano hij oog in oog met schaatsbelg Bart Veldkamp op de 1500 meter.

Nicholson stortte zich verder op powerliften. Je zou het niet zeggen, gezien zijn smalle postuur; hij tilde wel verschillende nationale records, omdat hij dacht dat-ie dat kon. De geest liet hem steeds grenzen verleggen. En dat laatste moest ook al 38 jaar gebeuren als ijsacrobaat. “Chris deed in maart 1985 mee aan het eerste indoor-WK Shorttrack in Amsterdam. Hij raakte in de ban van de Elfstedentocht dat jaar (drie weken eerder), bij mij was het niet anders na het horen van zijn verhalen. Nou, in het verlengde daarvan heb je tegenwoordig de Alternatieve Elfstedentocht. Dat werd een doel de jongste jaren. Eerst verpestte corona de plannen, vervolgens kreeg ik een nieuwe heup. Die functioneert zo lekker dat ik in juni vorig jaar besloot dat het er maar van moest komen. Wel, hier ben ik voor de tocht”, klonk het maandag optimistisch.

Begin december 2023 vloog hij naar Nederland, om te trainen. De meeste ijsbanen leerde hij kennen, op sommige schreef hij zich in voor een lokale marathon. Die in Amsterdam dreigde Nicholson te winnen. Een paar officials voorkwam dat: de mannen sommeerden hem de koers te verlaten, want iemand buiten mededinging schaatsend, kon niet juichend over de streep glijden. “Al met al heb ik best wat kilometers weggereden, onder meer tijdens de World Winter Master Games in Baselga Di Pinè. Ik heb nog een probleem op te lossen voor morgen: er is niemand die me gedurende de dag kan verzorgen vanaf de kant. Een beetje eten en drinken aangeven wanneer ik de finishlijn passeer. Misschien kun jij dat doen?” Tja. Wat doe je dan?

Douwe (in het zwart) met voor hem de kiwi van het zuidelijk halfrond. | Foto : Timsimaging

Zo’n artiest steek je een handje toe. Letterlijk artiest hè: Andrew was ooit leerkracht in het basisonderwijs, maar verdient vandaag de dag de kost als kunstschilder. Zijn specialiteit zijn Nieuw-Zeelandse landschappen en vogels. Voor zijn reis over het Europese continent heeft hij speciaal prenten vervaardigd van schaatskampioenen en ‘iconische schaatslocaties’, zoals staat beschreven op de voorzijde van de kalender die hij me overhandigde, blij als-ie was met mijn toegezegde assistentie op het ijs. Dat het iets anders zou uitpakken, konden we beiden niet weten. Bang voor de 200 kilometer was Andrew niet. “Hoe snel rijden de beste toerrijders?”, vroeg hij. De schatting van zevenenhalf uur vond hij wat snel. “In acht uur moet het me vast lukken. Ik kan aardig overweg op die schaatsen hoor. Vergeet het niet, ik deed mee aan de Spelen. Dat was een vergelijkbare story als die van de bobsleeërs uit Jamaica en hun belevenissen in de film Cool Runnings”, verzekerde hij, ondertussen de pronkstukken voor de racedag uit zijn sporttas tevoorschijn toverend.

“Dit zijn shorttrackschoenen, met Viking ijzers. De toppers in de marathon gebruiken toch allemaal klapschaatsen. Nou, dan ik ook morgen. En weet je, het onderstel komt van schaatsen die Jeremy Wotherspoon (zevenvoudig wereldkampioen sprint, red.) ooit gebruikte. Heb ik overgehouden aan de jaren dat ik in Calgary woonde, omdat mijn toenmalige vriendin daar vandaan kwam. Die relatie is allang over, ik ben nu met een Tsjechische, Marcela.”

Die Praagse zal dinsdag via internet (weissensee.nl) zo nu en dan een blik hebben geworpen op de tussenstand van alle toertochtdeelnemers. Om half zeven ’s morgens struinde ik de openluchtkleedkamer nabij start en finish af. Daar, in die corridor met rijen bankjes, bonden de meesten hun schaatsen onder. Op de vraag aan diverse mensen of ze een Nieuw-Zeelandse rijder hadden gespot, kwam steevast een negatief antwoord. Zou Andrew zich verslapen hebben, was de gedachte. Het berichtje dat ik maandagavond laat stuurde met het verzoek zijn locatie te delen via WhatsApp zodat ik hem wat eenvoudiger in de duisternis zou kunnen vinden, had hij evenmin gelezen. Minuten verstreken en het moment suprême naderde razendsnel. Er voltrok zich geen wonder: Nicholson bleef onzichtbaar in de menigte doordouwers die exact om zeven uur het bevroren meer werd ‘opgejaagd’.

Over een doorgewinterde avonturier als Andrew Nicholson hoefde ik me geen zorgen te maken, zo constateerde ik 26 minuten later. Wiens naam stond pontificaal genoteerd bovenaan de digitale lijst van de eerste doorkomst? Die van onze kiwi, op de hielen gezeten door oud-marathonrijder en langebaanprofessional Douwe de Vries en de in Rotterdam woonachtige Jan Terpstra. Meneer schaatste gewoon op kop van het veld! Ja, mijmerde ik, dat was leuk, maar hoe zou hij zestien ronden van 12,5 kilometer verteren, zeker nu hij het moest stellen zonder een verzorger?

Het antwoord bestond uit vier letters. Goed. De eerste drie keer dat de kopkopers onder de finishboog door schoven, was Andrew nummer 1. “In de vierde ronde haakte onze derde man af omdat het te hard ging”, vertelde De Vries. “Die Nieuw-Zeelander stopte om te eten en ik besloot toen maar te gaan plassen, omdat ik weinig trek had de resterende 160 kilometer alleen te moeten rijden. Dat bood de achtervolgers de gelegenheid aan te sluiten.”

Gelegenheidsverzorger Barry Bijl en Andrew bekijken de uitslag via internet. | Foto : Léon de Kort

Ah ha, de opmerking dat Nicholson voeding nodig had: dat duidde toch op ‘hulp van buitenaf’. “Oh, daar is weer zo’n mafkees die pas binnenkomt als het weer donker wordt, dacht ik, toen die vent uit het niets verscheen en vroeg of ik hem onderweg eten en drinken wilde geven. Ik zei meteen ja, en gelijk daarna sloeg ik mezelf voor de kop. Dit zou me de hele dag kosten”, vertelde Barry Bijl, die een paar honderd meter achter de streep chef verzorging was van een groep schaatsers uit Noord-Holland. “Maar wat reed die gast goed! Ronde na ronde zat-ie erbij. Dan kwam hij langs, greep wat ik hem voor hield en maakte dan soms een pirouetje, omdat hij wat anders wenste te eten, hahaha. Ik verstond geen woord van wat hij me toeschreeuwde. Wel een grappige man.”

Daar had De Vries een ander idee over. “Ik vond hem heel irritant in onze groep, omdat hij voortdurend als een plakker meereed. Nooit echt kopwerk verrichten en zodra hij aan de leiding kwam, moest hij ineens eten of een bidon pakken. Ik was niet de enige die dat vervelend vond. Als je samen bezig bent, verdeel je het werk. Daarom wilde ik het niet laten aankomen op een sprintje om te bepalen wie er eerste zou zijn. Na de voorlaatste passage van de finish demarreerde ik zo fel dat ik meteen los was van de rest. Het werd me wel een zwaar slotrondje, maar ik moest voorkomen dat een toerrijder me zou verslaan omdat ik achteraf geen commentaar wilde krijgen van de collega’s van de Sven Kramer Academy. Ben blij dat me het is gelukt”, aldus de Fries die na zes uur, 55 minuten en 39 seconden klaar was met de tocht en werd opgevangen door Kramer zelf.

Nicholson had op veertien seconden na twee minuten meer nodig en eindigde als derde. “Holy shit, dit is goed, ik ben ontzettend blij”, riep hij verheugd en diep voorovergebogen uitglijdend van de urenlange inspanning. Een tel later zakte hij door zijn hoeven om zittend op het ijs van zijn prestatie te genieten. Andrew herkende me. “Ik had iemand die naar me omkeek”, zei hij onmiddellijk, zo mijn verontschuldiging bij voorbaat wegwuivend. “Geen enkel probleem. Dit is was een geweldige dag, van begin tot eind. In de groep draaide het prima, het ging er heel sportief aan toe, want allemaal droegen we ons steentje bij.” Hij had duidelijk een andere koers beleefd...

De naam Douwe de Vries kwam hem niet bekend voor; eenmaal op de hoogte van zijn palmares (o.a. vijfvoudig wereldkampioen ploegenachtervolging) leek alsof de vermoeidheid uit zijn lichaam stroomde als water uit de kraan. “Dat is ongelooflijk. Ik zag alleen dat hij gemakkelijk over het ijs bewoog. Man, man, man, hier word ik zo gelukkig van. Ik heb in m’n leven een hoop teleurstellingen moeten verwerken, maar deze dag zal ik me lang blijven herinneren. Niet een keer gecrasht, omdat ik de hele rit geconcentreerd voor me uit heb gekeken.”

Zijn rug weigerde dienst, toen hij weer overeind trachtte te komen. Nicholson moest erom lachen. “Dat trekt zo wel bij.” Zijn missie was meer dan geslaagd. Vrijdag zal hij opnieuw de tweehonderd rijden. Het zal dan ongetwijfeld rapper moeten. Geen stress daarover. “Want ik kan nu zeggen dat ik de Alternatieve Elfstedentocht heb gereden. Dat vakje kan ik afvinken. Super!”


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan