Tickets
Shop
Marathon 31 jan 2024

'Luie Haas' Christian snelt wél mooi naar kolossale zege in Alternatieve Elfstedentocht

Er bestaan geen lelijke Alternatieve Elfstedentochten op de Weissensee. Bij de mannen dan. Wat er ook gebeurt, welk weer het ook is, vroeg of laat komt een strijd op gang die boeiend wordt en tot op de finishlijn voor veel mensen adembenemend is. En voor sommigen soms erna zelfs nog….

Heb je je net tweehonderd kilometer volledig binnenstebuiten gekeerd, krampaanvallen getrotseerd, meer blaren verzameld dan een beginnende wandelaar van de Nijmeegse Vierdaagse, als toegift geprobeerd te sprinten om de mooiste zege van je carrière…en dan gaat letterlijk het licht uit. Ronald Haasjes had er na vijf uur, 37 minuten en 39 seconden en een zeer levendige koers niet op gerekend dat hij nog eens veertig heel beroerde minuten kreeg te verwerken, waarin hij naar adem moest happen.

De sprint met drie was verloren gegaan (broer Christian won de grootste prijs in zijn leven, Stefan Wolffenbuttel werd tweede), Haasjes gleed total loss naar het gereedstaande bankje en verdween vanaf dat moment van de wereld. Eerst zat hij nog netjes overeind, vervolgend duizelde het, werd het benauwd en zwart voor de ogen, en ging de Staphorster van Team Reggeborgh neer. Welwillende handen vingen hem op, tilden hem omhoog en legden de hevig trillende schaatser op de bank. Nieuwsgierige ogen werden gedwongen op te hoepelen, pottenkijkers waren niet gewenst. Niet veel later arriveerde er een sneeuwscooter van de medische dienst, en per glijdende brancard ruimde een van de smaakmakers van de dagvullende schaatsshow het veld.

Zo zien feestvreugde en een grote domper eruit.

“Ik kan niet beschrijven wat me overkwam”, vertelde de nummer drie in de wedstrijd, zoals gezegd allang nadat alle marathonmannen en -vrouwen waren binnengekomen, de huldigingen achter de rug waren en de leiderstruien verdeeld. “De sprint was voorbij en ik begon te hyperventileren. Een tel later kon ik niets meer. Dat heb ik vaker, dat ik het na een lange koers overal voel tintelen. Of die keer toen ik mijn pols had gebroken door het skeeleren, een jaar of acht geleden. Ik lag in de auto op weg naar het ziekenhuis en kon van het ene op het andere moment niets meer bewegen. Bij de andere lange schaatswedstrijden merkte ik dat het na een minuut of tien wegtrok, maar nu had ik veertig minuten enorm veel last van. Het was zo heftig dat ik niet eens meer kon praten. Rustig blijven, rustig blijven schreeuwde ik van binnen tegen mezelf, en gelukkig kwam ik na verloop van tijd weer onder de mensen. Het heeft wel even geduurd.” In elk geval voldoende om te beseffen dat hij de derde plaats zou koesteren. Haasjes: “Dat doe je namelijk altijd wanneer je in een marathon over tweehonderd kilometer op het podium eindigt…”

Toen was het nog even in orde, daarna sloeg de hyperventilatie toe bij Ronald Haasjes. | Foto : Timsimaging

Dat gold ook voor Wolffenbuttel, een doordouwer van Okay-Interfarms die na zijn hoofdrol tijdens de finale van de Aart Koopmans Memorial opnieuw uitblonk. De wetenschap dat hij zijn beulswerk op de prima berijdbare ijsvloer niet had kunnen bekronen met de enige plek die telt, trof hem als een dolksteek, recht in het hart. Hij zeeg neer in het hoekje van de baan waar zijn vroeger uitgestapte ploegmakkers samenschoolden, verstopte zijn hoofd in een capuchon en trok er minstens twintig minuten voor uit om de ontgoocheling een plek te geven.

“Het is heel lastig om tijdens de belangrijkste race van het seizoen in een kopgroep te zitten met twee broers, want die gasten kennen elkaar door en door. Ze gunnen elkaar misschien ook wel iets, dus dan wordt het extra opletten. Bovendien voelde ik me niet super, maar als je tot de finale doordringt sterkt je dat uiteraard en helpt de gedachte dat anderen waarschijnlijk net zo kapot zitten. Ik probeerde niet te veel ruimte te laten en te vertrouwen op hetgeen ik nog in mijn lijf had. Tegen het einde had ik in de gaten dat Ronald stuk was; Christian op zijn beurt was zo sterk dat ik me niet kon voorstellen dat ik hem zou kunnen losrijden.” De spannende sprint deed iets anders vermoeden. “Ik moest ervoor nog een keer reageren op Ronalds uitval, en daarmee sloeg ik een klein gaatje naar Christian, wat ik niet had verwacht. Ron (ploegleider Neymann, red.) riep vanaf de kant dat ik op mijn sprint moest vertrouwen. Helaas niet….” De toon waarop de Landsmeerder die laatste woorden uitsprak, zei alles over het sportieve verdriet van binnen.

Ronald, Chraistian en Stefan (vlnr): de helden van de AET. | Foto : Timsimaging

Een schril contrast met de uitbundigheid van de overgelukkige winnaar. Christian Haasjes, volgend seizoen samen met broer Ronald schaatsend in de kleuren van Bouwselect-De Haan Westerhoff, was de initiator, animator en triomfator in de beslissende vlucht. Hij leidde de vlucht in, maar bemerkte vrij snel dat hij twee blokken aan zijn benen meezeulde. “Ronald en Stefan mochten allebei niet rijden van hun team. Zo werd het enorm moeilijk. Dat je dan in je eentje zo’n voorsprong bij elkaar sprokkelt en ook nog wint, dat is…”, hij zuchtte eens diep, “WAUW!” Kort verwijzend naar de apotheose waarbij Ronald een handvol seconden wist weg te rijden, waarna Wolffenbuttel hem weer inrekende: “Wolf pakte het haasje, terwijl ik met m’n tong uit de bek deed alsof ik kapot was, wachtend totdat de wolf aanging. En ik erover.”

De ‘luie haas’. Zo noemen ze hem in het peloton. “Dat lijkt me inmiddels achterhaald”, reageerde hij gevat. Haasjes is geen trainingsbeest. “Vroeger vond ik trainen niets en eerlijk gezegd nu nog steeds niet. Maar het moet. Je weet waarvoor je het doet: voor dit soort dagen stap je elke keer op de fiets. Buiten die trainingen om ben ik heel lui. Ach, wat maakt het uit; je kunt er nog altijd een Alternatieve mee winnen.”

De uitslag van de mannen-AET staat hier.


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan