Tickets
Shop
Marathon 25 jan 2024

Jeroen Janissen krabbelt het best in een woestijn van witte drek

De Weissensee veranderde donderdag al ruim voor de middag in een woestijn van witte drek. Of yoghurt. Smurrie. Teringzooi. Pindakaas. Pap. Ook gehoord in het peloton van kermende marathonschaatsers die dachten tachtig kilometer te moeten rijden, maar in een kluunwereld verzeild raakten die z’n weerga niet kende. Het werd een allesbehalve stille processie ter gedachtenis aan de grondlegger van het schaatscircus in Oostenrijk, Aart Koopmans. Met een prachtige winnaar: Jeroen Janissen.

Foto : Timsimaging

Zo soepeltjes als de vrouwen eerder op de ochtend van de Memorial, de openingsrace van een kwartet dat in een kleine week wordt opgevoerd op het idyllische bergmeer, over het ijs gleden, zo gruwelijk kregen de mannen het voor de kiezen. De wedstrijd had al gauw niets meer met schaatsen van doen; de beweging die zo in het systeem van de kerels-van-stavast zit gebeiteld, bleef hetzelfde; monotoon ploeterden ze voort, zich ondertussen verbijtend omdat schaatsen zonder te glijden net zoiets is als een wandeling op een lopende band: die is pas voorbij als de uit-knop wordt ingedrukt. Oftewel, er leek geen einde aan te komen.

Kapot, maar eindeloos gelukkig met zijn zege. | Foto : Timsimaging

Des te rijker mocht de glorieuze winnaar van de donderdagse ‘moordaanslag’ zich rekenen, toen hij na twee uur en twintig minuten harken door de Speeltuin van de Natuur – een koosnaam voor de Weissensee op dagen dat die zich als een vakantieparadijs presenteert, met zon en een spiegelende ijsplaat – besefte dat het karwei erop zat. Jeroen Janissen van Okay-Interfarms tijgerde als snelste over de streep en realiseerde zich dat hij een van de voorname auteurs was van een heroïsch hoofdstuk in de kroniek van het 34 jaar oude winterfestijn.

“Ik ben kapot.” Nou, dat was hem aan te zien. Janissen klapte voorover, zocht naar adem en richtte zich opnieuw op, om er een woord uit te gooien. “Fantastisch!” Hij kon niet meer, en desondanks vervolgde hij de poging te reconstrueren wat hem zojuist was overkomen. Het bestond gewoon niet dat er veel fragmenten van de doldwaze onderneming in zijn brein waren blijven hangen. Dat klopte deels; zijn belevenissen van de finale rolden er redelijk begrijpelijk uit.

Het podium op de befaamde brug: Daan Gelling, Jeroen Janissen en Remco Stam. | Foto : Timsimaging

Goeie benen, ik heb goeie benen, dacht ik elke keer wanneer ik iemand in de kopgroep voorbij kon rijden. Maar dat zullen de anderen ook hebben gedacht. Want wie vooraan zat, moet zich sterk hebben gevoeld. Alleen het feit erbij te zijn al… Ik had Stefan (Wolffenbuttel, red.) bij me, dat was geweldig. De hele ploeg deed het super, want we controleerden de koers van begin tot eind. Op twee ronden van de finish hadden we even contact. ‘Wat zullen we doen?’, vroeg Stefan. Om en om proberen weg te gaan in de laatste ronde, antwoordde ik. Vanaf de bel. Stefan vertrok al eerder, wat een uitstekend moment was. Hij voelde het goed aan, en ik bevond me toen in een zetel. Hij hield het lang vol in z’n eentje, zo knap. Het was honderd procent in mijn voordeel.”

Ze zochten in de kopgroep van negen voortdurend naar berijdbaar ijs, wat er niet meer was. “In de schaduw leek het nog wat, maar zodra je daarheen stuurde, werd het ploeteren door sneeuwbergen. Tijdens de slotronde begon ik mijn plan te maken voor de laatste keer dat we de verzorgingsstraat zouden ingaan. Wat er ook zou gebeuren, ik moest op kop zitten, aangezien het onmogelijk was daar nog anderen te passeren. Tegelijkertijd moest ik rekening houden met de andere slag van schaatsen die zo aangepast moest zijn dat ik nog snelheid zou kunnen maken. Het draaide om techniek en volgens mij ben ik de gehele race aardig over dit ijs gegaan. Dat leverde me de energie op die ik nodig had voor de slotkilometer. Nou, dit is het resultaat.” Hij hief de armen nog eens in de lucht. “Man, wat ben ik gelukkig.”

Met hem de voltallige ploeg. Onder normale omstandigheden is de AKM een niemendalletje, een klus die wordt gebruikt om de benen op spanning te brengen. De slijtageslag van donderdag 25 januari 2024 verdwijnt echter nu de boeken in als een bloedige stammenstrijd van wilde mannen die zich niet laten temmen door de elementen. Tachtig kilometer door wit, gesmolten blubber schoffelen maakte de prestatie groots, meeslepend.

De finish is aanstaande, de bevrijding nabij. | Foto : Timsimaging

“Dit was geen schaatsen, maar krabbelen”, oordeelde Daan Gelling (Royal A-ware). "We reden als koplopers rond aan een bepaalde snelheid, daarachter zat een club die net zo hard schaatste, zodat alles op z’n plek bleef. Er werd geen verschil meer gemaakt, zo kropen we naar de meet. Dit was vooral klunen. We reden op een gegeven moment maar over de motorbaan, wat een beetje aangestampte sneeuw was, dat gleed nog beter. Ik gokte erop dat Ronald Haasjes als eerste zou aangaan. Dat deed Jeroen, en nog een stuk eerder dan verwacht. Toen waren we gezien.”

Een nieuwe gast van de Weissensee, Remco Stam, genoot met volle teugen van zijn debuut dat direct tot een podiumplaats had geleid (derde). Ter inspiratie bekeek de Brabander van Jumbo-Visma een video van een eerdere ijsoorlog op het meer, eveneens verreden onder de slechtst denkbare condities. “Die aflevering was mooi, daardoor kreeg ik best zin in dit avontuur. Wanneer je er dan een keer middenin belandt, wordt het effe wat anders. Mensen, wat zwaar was dit. Maar een prima opwarmer voor de 200 van volgende week.”

Tja. Als het weer het toelaat …de vooruitzichten doen eerder vermoeden dat de lente weldra Karinthië binnen marcheert…

De uitslag van de AKM mannen is hier te vinden.


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan