Tickets
Shop
Marathon 24 feb 2024

Richard van Kempen: ‘Schaatsen om lekker je hoofd leeg te maken’

Onopvallend dribbelt hij alle dagen in zijn dikke, zwarte, vorstbestendige wintersportjack rond over het ijs. Als eventmanager van de marathonwedstrijden op de bevroren Botnische golf waaraan de Zweedse stad Luleå is gelegen, probeert Richard van Kempen ervoor te zorgen dat de races en wat erbij komt kijken vlekkeloos verlopen. Alles voor de marathonrijders, want zij zijn echte liefhebbers van het schaatsen. Net als de gewezen marathontopper, nog steeds.

Foto : Timsimaging

Van Kempen (59) is, als je zijn verhaal beluistert, eigenlijk de overtreffende trap. Al zeven jaar woont hij intussen met zijn vrouw Anita in Unnaryd, een dorp van goed 700 inwoners op 440 kilometer ten zuidwesten van Stockholm. De reden dat hij daarheen is uitgeweken: schaatsen. Hij mag al 28 jaar geleden zijn gestopt als (zeer succesvol) marathonrijder, zodra water in ijs verandert, bestaat er geen ander tijdverdrijf dan rijden en glijden, bij voorkeur in de ongerepte natuur. “Door te schaatsen kan ik m’n hoofd lekker leegmaken”, is zijn motto.

“Aangezien je in Nederland nog nauwelijks winters hebt, zijn we in Zweden beland”, begint de geboren Alphenaar te vertellen. “M’n vrouw was al een jaar of vijf bezig om Italiaans te leren, want het leek haar wel wat om in de Dolomieten te wonen. Voor mij was dat een ‘no go’, omdat je daar niet kunt schaatsen. Bovendien houd ik er niet van wanneer het buiten warmer is dan 25 graden. Dan word ik chagrijnig en blijf ik in huis. Ik zocht in die periode al naar geschikte woningen in Noorwegen, Finland en Denemarken, totdat ik iets vond in Zweden wat me beviel. ‘Oh’, reageerde Anita, ‘dan gaan we daar toch heen’. Ik had al wat meer met dat land. Mijn vaste verzorger in mijn marathontijd was ook degene die Tomas Gustafsson had. Ik pikte wat op van de taal en langzamerhand ontstond de liefde voor Scandinavië. In de zomer van 2017 zijn we geëmigreerd.”

In 2017 geëmigreerd naar Zweden; sindsdien kan Van Kempen zijn geluk niet op met die schaatszekere winters. | Foto : Timsimaging

Zweden, een land zonder marathontraditie. “Schaatsen kennen de mensen er wel. Schaatsen draait om de beleving op het ijs, en het gevoel en de beleving in de natuur. Je kunt je niet voorstellen hoe dat hier is op een meer. Voor een Nederlander is een meer iets dat omkaderd is, dat water ligt binnen een dijk of een weg en je kunt vrijwel altijd de overkant zien liggen. Hier schaats je honderd, honderdvijftig kilometer zonder iemand tegen te komen. Wat je ziet, zijn eilandjes met vegetatie en wild erop, sporen over het ijs of in de sneeuw. Die dieren trekken ’s winters van de wal naar de eilandjes waar ze voedsel kunnen vinden. In de zomer zijn die onbereikbaar voor die beesten. Da’s fantastisch als je schaatstochten maakt over de meren. Onderweg pauzeer je even, je drinkt iets uit een thermofles en eet wat, zittend op een rotsblok, uit de wind. Dan ga je genieten van hetgeen je om je heen hoort en ziet.”

Het is dé manier voor Van Kempen om Zweden te ontdekken. Hij woont vlakbij twee meren, de Une en het Bolmen, de laatste behoort tot de tien grootste van het land met een oppervlakte die vergelijkbaar is met het IJsselmeer. “Begint het te vriezen, dan leg ik het (timmer)werk neer en ga ik erop schaatsen. Het liefst elke dag, en minimaal honderd kilometer per keer. Deze winter”, zo checkt hij even snel op zijn telefoon, “was het 17 november de eerste dag waarop ik ben gaan schaatsen. In het weekend maak ik tochten met een Zweedse maat, Pierre Schmidt, een voormalige professionele triatleet. Ik ben door andere schaatsvrienden aan hem gekoppeld via een internetsite waarop zo’n drieduizend Zweedse (toer)schaatsers hun informatie over natuurijs delen, over begaanbaar ijs, bijzondere plekken etcetera.

Fenomeen in de marathon
Richard van Kempen was een kei van een marathonschaatser. Het bewijs is het aantal van 112 zeges die hij bij elkaar schaatste, en de meeste behaald op natuurijs. Hij won vier keer de KNSB Cup (1986, 1987, 1988 en 1992), pakte drie keer het eindklassement van de Heineken zesdaagse, veroverde in 1991 de nationale titel op kunstijs en in zijn laatste jaar (1996) de Alternatieve Elfstedentocht in Rovaniemi. In de 200 kilometer op de Weissensee waren de 2e, 3e, 5e en 7e plaats de beste klasseringen.

De enige trofee die ontbreekt in de prijzenkast van zo’n kampioen is die voor de winnaar van de Tocht der tochten. Van Kempen reed de Elfstedentocht een keer, onder zijn vaders naam nota bene. “Dat is wel een grappige anekdote. In 1985 was ik nog B-rijder, en als jong broekie moest je lid zijn de Elfstedenvereniging – wat ik niet was. Mijn vader had een slijptol in zijn arm gehad die winter, dus die kon niet meedoen. ‘Dan rijd je maar met mijn kaart de wedstrijd’, zei hij. Hij zegt dan rij je op mijn kaart. Ik arriveerde in een groepje met Yep Kramer, als 92e of zoiets.

Winnaar van de marathon in Veenoord, 1989. | Foto : Soenar Chamid

“Het jaar erop werd ik A-rijder. In mijn eerste seizoen bij de B’s won ik vijftien van de zestien competitiewedstrijden, maar bij het grote publiek was ik nog totaal niet bekend. Vier keer eindigde ik als winnaar, de Elfstedentocht kwam opnieuw en ik was nog altijd geen lid: gewoon vergeten. Ik dacht opnieuw op de kaart van mijn vader mee te rijden. Totdat ik voor de inschrijftafel stond in Leeuwarden. ‘Jij bent toch RC van Kempen?', vroeg een official. 'Jij bent niet de AJ, dat is je vader. Dus jij rijdt niet vanmorgen’, kreeg ik te horen. Toen hebben ze me met drie man moeten vasthouden. Anders had ik die kerel achter de tafel vandaan getrokken.”

In 1997, toen Henk Angenent zegevierde op de Bonkevaart, was zijn loopbaan al voorbij.

"Pierre is aan mij gelinkt omdat hij te hard schaatst voor de anderen, en men weet van mij dat ik graag doorrijd omdat ik het anders te koud krijg. Sindsdien hebben we samen veel meren in kaart gebracht en afgevinkt. Ik denk dat er ondertussen een dikke honderd staan genoteerd.” De verkenning van de noord- en zuidzijde van het Bolmen staat als spectaculair in zijn geheugen gegrift. “Het was voor Pierre 25 jaar geleden dat hij aan de noordkant onder de brug door kon schaatsen. Daarvoor heeft het nooit hard genoeg gevroren. Dus ja, dat was een speciale, begin januari."

Rietdekker in 2015. | Foto : Timsimaging

Oh ja, die grote passie voor de meren is ook weer logisch te verklaren aan de hand van zijn professie. Van Kempen is timmerman van origine, maar leerde de kneepjes van het rietdekkersvak van zijn oude heer. “En riet is een natuurproduct dat in een meer groeit. Ik ben altijd buiten geweest en met de natuur opgegroeid.” De aantrekkingskracht van de sport waar hij zo geweldig was, heeft hem tot in Luleå gebracht. “Hier tref ik weer oud-collega’s, dat is ook best grappig. Ik ben bij het marathonschaatsen betrokken gebleven omdat het zo mooi is. Wanneer je dan een steentje kunt bijdragen door een organisatie te assisteren, doe je dat.”

‘Poeske’, zijn bijnaam als marathonman omdat hij altijd ineengedoken met een gekromde rug schaatste, is ook ambassadeur van de Sigtuna Rennen. “De voorloper van die wedstrijd in de gelijknamige stad heette de Viking Rennen, een race van Uppsala naar Stockholm die niet meer bestaat door de ijsonzekerheid en de sluizen die in de meren zijn geplaatst. De triatlonclub van Sigtuna heeft de organisatie in handen genomen. De wedstrijd en toertocht gaat nu over het meer daar; ik ben gevraagd om Nederlandse schaatsliefhebbers er naartoe te lokken. Twee jaar geleden waren er een mannetje of vijftig.”


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan