Marwin Talsma kwam het voorbije seizoen weer aardig in beeld, Esmee Visser groeit heel geleidelijk naar een goed niveau…, dus waarom zou ook Reina Anema niet opnieuw de weg naar boven terugvinden? Voor oud-marinier Siep Hoekstra bestaan er geen mooiere projecten dan rijders en rijdsters op een zijspoor daar weg te halen.
Anema, intussen 30 en volgens Hoekstra al 25 jaar daarvan bezig in de sport, wil niets lievers. Dat gaf ze ook te kennen in het eerste gesprek, begin maart, met de man onder wie ze zeven jaar geleden internationaal debuteerde. De Friezin had net vernomen dat Jumbo-Visma niet verder zou gaan met haar. “Ze wilde een koffie drinken met me. Nou, prima, zei ik en vroeg haar wat ze nog voor ogen had. Nog graag twee jaar doorgaan, was het antwoord. Dat is wel een heel grote stap, antwoordde ik. Laten we eerst kijken of we je weer op de rit krijgen, want als dat niet lukt, moet je aan andere dingen gaan denken, zoals weer helemaal voor de klas staan”, vertelt Hoekstra.
Hij adviseerde Anema sowieso haar oorspronkelijke baan als juf weer te combineren met het schaatsen. “Op maandag is het rustdag, ideaal voor degenen die nog studeren, maar ook om wat te verdienen. Reina kan natuurlijk niet fulltime werken. Door ’s maandags voor de klas te staan, en op donderdag, pakt ze zestien uur. Plus: het is beter om niet alleen met schaatsen in de weer te zijn. Dat stompt af en daar word je niet beter van.”
En dat laatste is juist de bedoeling: Anema moet straks weer hard rijden, zoals ze deed in 2021, toen ze derde werd op het NK Allround, voor bijvoorbeeld Joy Beune, Esmee Visser en Jorien ter Mors. De voorbije seizoenen volgde Hoekstra haar van afstand. Hij zag technisch niet veel vooruitgang. “Mijn hart huilde er soms van, maar ik kon me natuurlijk niet bemoeien met haar. Wel vroeg ik me steeds af waarom het niet lukte. Jumbo-Visma maakt veel gebruik van data die wij nu een beetje overboord zetten. Reina heeft als schaatsster ongetwijfeld wat geleerd en dat passen we op details aan. Het programma van de ploeg paste echter niet bij de mens Anema.”
Hoekstra zegt niet te weten hoe de laatste nieuweling in zijn ploeg er nu fysiek voorstaat, “Komende week doen we testen met haar. Alle nieuwe mensen zet ik op de fiets. Reina had het er altijd over dat ze sterker is geworden. Dat zullen we zien. Wat ik veel belangrijker vind is of de drive er nog is. Bij haar is die hetzelfde gebleven. Als je in d’r ogen kijkt, zie je dat het vuur nog brandt. Daar gaat het me om. Ze ziet haar eigen potentie. Die moet eruit komen. Weet je: wanneer ze destijds bij onze ploeg zou zijn gebleven, zou ze naar de Spelen van Beijing zijn gegaan. Was ik van overtuigd.”
Welke richting hij met Anema inslaat, is ongewis. “Eerst terug naar de basis. Komend seizoen willen we een blauwdruk maken voor het jaar erop. De doelstelling is een traject te beginnen, die moet leiden tot een man en een vrouw van Team FrySK op de Winterspelen. Vanaf nu worden er geen nieuwe mensen aan het team toegevoegd. Zie het maar zo: we zitten met zijn allen in een ‘peddelboot’ die door de branding heen moet. Dus dan moet je mee peddelen, want als je dat niet doet, vlieg je overboord. Dat betekent dat je na komend seizoen weggaat.”
Het wordt dus aanhaken voor Anema, zoals dat ook geldt in het geval van Esmee Visser, Marwin Talsma, zijn zus Kim, en de twaalf andere rijders en rijdsters. “We liggen op de loer, gaan weer als een luis in de pels van de grote commerciële teams fungeren. Ik heb er zin in!”
