Tickets
Shop
Nieuws 19 sep 2023

'Vind nog maar eens zo’n sportcomplex in Nederland'

Een dak boven de 400-meter-ijsbaan bleek de onmisbare schakel voor duurzame vernieuwbouw van Sportpark Glanerbrook in Geleen. Voor ruim 70 miljoen euro heeft Limburg straks een parel van een multisportcomplex. Wordt Geleen het nieuwe Inzell?

Voor de vernieuwde entree van Sportpark Glanerbrook komt straks het hele jaar door een berg (schaaf)ijs te liggen. De zamboni’s kieperen daar dan hun schaafsel neer, de jeugd kan er lekker mee spelen en meteen wordt duidelijk: hier kun je 365 dagen ijssport beleven. Dat is overigens slechts een deel van het ruime aanbod. “Er staat hier straks een parel van een sport- en recreatievoorziening, waar we als inwoners van Sittard-Geleen trots op mogen zijn”, zegt wethouder Leon Geilen. Manager Ralph Verbael: “Het wordt prachtig. Vind nog maar eens zo’n complex in Nederland…”

Limburg is voor de schaatssport een beetje onbekend – en daardoor ook onbemind – terrein. Welke schaatstoppers komen eigenlijk uit het zuiden van Limburg? Precies! Maar daar komt verandering in. De 400-meterbaan is gered voor de toekomst. Er komt een overkapping en het mooie is: dat dak leggen ze weer vol met zonnepanelen, wat de laatste bouwsteen was om het hele sportcomplex energieneutraal te maken. Dankzij verduurzaming gloort nu een nieuwe toekomst voor de ijsbaan en dus ook de schaatssport in Limburg.

“Zo’n investering van ruim 70 miljoen is uniek voor ons. Dat doe je niet voor een paar jaar, maar voor de lange termijn”, zegt wethouder Geilen. “Onze gemeente is 22 jaar oud en dit is de grootste investering in ons bestaan. Dat doen we omdat we veel belang hechten aan sport en daar hoort schaatsen absoluut bij. In coronatijd was de buitenschaatsbaan de enige sportvoorziening in Limburg die open mocht. Daar hebben heel veel mensen gebruik van gemaakt, ook uit België en Duitsland. Schaatsen is een sport die je ook hier populair kunt maken als je hem goed in de markt zet.”

Het gemeentebestuur van Sittard-Geleen, dat 92.000 inwoners telt, vindt sport belangrijk om de gezondheid van zijn bevolking te bevorderen. Da’s nodig, want op gezondheidskaartjes kleurt Zuid-Limburg stevig rood. Bewegen is gezond, en dus zetten de lokale en regionale bestuurders daar zwaar op in. Nu is Sportpark Glanerbrook, gelegen in het Burgemeester Damenpark waar ooit Pinkpop begon, al zo’n veertig jaar een hotspot voor diverse sporten. “Maar het complex zat wel aan het eind van zijn levenscyclus. Datzelfde gold voor nog twee zwembaden in onze gemeente. Er moest wat gebeuren”, zegt Geilen.

Een 'plaatje' van een multifunctioneel sportcomplex dat je nergens anders kunt vinden.

Planvorming voor zo’n omvangrijke operatie duurt jaren, waarin de geschatte kosten doorgaans alleen maar stijgen. Dat was ook in Geleen het geval, waar het benodigde budget dit jaar uitkwam op ruim 70 miljoen euro. Voor dat geld hebben ze straks een multifunctioneel sportcomplex waar breedte- en topsport hand in hand gaan, met reeds 42 verenigingen als vaste gebruikers. Binnen krijgen ze onder meer een nieuwe ijshal, waar ijshockey floreert, met Snackpoint Eaters, dat uitkomt in de BeNeLeague. Handbal heeft de overhand in de twee sporthallen, met één echte wedstrijdarena, waarin topclubs als Kembit-Lions, Watersley en V&L hun kunsten vertonen. Het recreatiezwembad krijgt een enorme opfrisbeurt en daarnaast komt een nieuw vijftigmeterbad, wat welkom is voor zwemclub Hellas Glana (ook eredivisie). Het buitenzwembad blijft bestaan en krijgt een opknapbeurt, evenals de asfalt-wielerbaan, die om de ijsbaan heen ligt. En dan heb je nog het park, dat straks ook wordt heringericht, zodat het uitnodigt tot hardlopen en allerlei urban sports, waaronder ze ook inlineskaten verstaan. Op artist impressions van Architectenbureau NOAHH is te zien dat hier een waar sport- en recreatieparadijs ontstaat.

Hoe zit het met de verduurzaming in Sportpark Glanerbrook? Daarover is wethouder Geilen heel duidelijk. “We willen naar een complex dat energieneutraal is. Dat betekent niet alleen nul-op-de-meter, maar ook nul-in-euro’s.”
Belangrijk element in dit verhaal is de koppeling tussen ijsbaan/hal en zwembad, die hier al sinds 1988 bestaat. “Ze waren hun tijd toen al ver vooruit”, zegt Verbael, sinds 2008 de vestigingsmanager namens exploitant Laco. In 2014 werden de installaties gemoderniseerd en sinds dat jaar maken ze in Geleen 365 dagen per jaar ijs. Met de restwarmte die daarbij vrijkomt brengen ze het zwemwater op de gewenste temperatuur. Bij de vernieuwbouw krijgen de koelinstallaties een nieuwe upgrade, wat het proces nog een stukje efficiënter maakt. Voor het laten draaien van de koelinstallatie is geen gas meer nodig, dat gebeurt volledig elektrisch.

Dat brengt ons bij de stroom, die ze in Geleen grotendeels zelf zullen opwekken. Haast elke vierkante meter dak van het complex, inclusief dus de overkapping van de ijsbaan, komt vol te liggen met zonnepanelen. “We hebben straks 6000 panelen in gebruik, waarmee we 3 megaWatt vermogen kunnen opwekken”, zegt Verbael.

Ralph Verbael: "We hebben straks 6000 panelen in gebruik waarmee we 3 megaWatt kunnen opwekken aan vermogen." | Foto : Carl Mureau

Geilen: “Hoe we de energie straks optimaal zullen gebruiken en hergebruiken, ligt nog niet vast.” Tijdelijke opslag in een grote batterij is een van de opties. Hij is blij met de suggestie om een kijkje te nemen bij De Meent in Alkmaar of in Leiden, waar ijsbaan/zwembad De Vliet binnenkort zijn deuren opent. Geilen: “We bestuderen diverse scenario’s, waarbij we ook kijken naar kennis die elders is opgedaan. Het uitgangspunt is dat we straks per saldo jaarlijks niet meer energie gebruiken dan we zelf opwekken, en dat het ons geen euro kost.”

Nog een aardig duurzaam element uit de plannen: al het ‘proceswater’ dat Sportpark Glanerbrook gebruikt, halen ze zelf op uit de grond. Met dat Limburgse bronwater vullen ze niet alleen de zwembaden, maar maken ze ook het ijs voor ijshockeyhal en schaatsbaan. Na gebruik pompen ze het water naar een wadi in het omliggende park, een soort vijver, waar het via een soort rietveld op natuurlijke wijze gefilterd wordt en terug de bodem in zakt. Verbael: “We pompen het water op, gebruiken het en geven het schoon terug aan de natuur.”

Wat betekent de hele vernieuwbouw-operatie precies voor de langebaanschaatsers in Limburg? Buiten blijft de 400-meterbaan liggen waar hij ligt. Binnen komt een heel blok nieuwe kleedkamers en van daaruit kun je straks via een tunnel bij het ijs komen. “Nu moet je eerst nog over de wielerbaan, wat betekent dat we klaarovers moeten inzetten als er gefietst wordt”, vertelt Verbael tijdens een rondleiding. Er verandert nog meer. De oude tribune wordt gesloopt. “Die werd maar één keer per jaar gebruikt: voor het vuurwerk met Koningsdag.” En door de koelleidingen onder het ijs stroomt straks geen ammoniak meer, maar milieuvriendelijker CO2.

De belangrijkste verandering is natuurlijk de overkapping, die schaatsers straks beschermt tegen de regen. Aanvankelijk was het de bedoeling dat het dak ook de omringende wielerbaan zou coveren, maar dat is in het laatste stadium geschrapt om kosten te drukken. Zo krijgt de ijsbaan ook geen omringende wand, die schaatsers tegen wind zou kunnen beschermen. Ietwat oneerbiedig zou je het dak straks een immense carport kunnen noemen, waardoor schaatsers gevoelsmatig toch nog buiten rijden. “Maar met de kombochten van de wielerbaan, die vier meter hoog zijn, heb je ook beschutting”, zegt Verbael.

“Schaatsen is een weersafhankelijke sport, die wij zo weersónafhankelijk proberen te maken. Met deze overkapping kunnen wij straks beter ijs maken, waarbij we minder afhankelijk zijn van het weer. Als het stormt en regent, blijft het een uitdaging, en wanneer het buiten twintig graden is ook. Elke ijsbaan heeft zijn specifieke zaken, en die houden wij ook. Maar we proberen zo veel mogelijk weerselementen te elimineren. De kwaliteit van het ijs gaat erop vooruit, daar ben ik zeker van.”

‘Schaatsen op de zon, het kan in Limburg’
Bij schaatsvereniging Limburgse Schaatsvrienden (LbSV) hebben ze deze zomer wel een vreugdedansje gemaakt. “Het schaatsen in Limburg is gered”, zegt LbSV-voorzitter Jan de Koning. “Zo’n complex bouw je voor zeker 25 jaar. De schaatssport zal hier de komende jaren alleen maar verder groeien.”

Ruim twaalf jaar lobbywerk blijkt niet voor niks te zijn geweest. “Toen we daar indertijd mee begonnen, heb ik een stukje geschreven met als titel ‘Schaatsen op de zon, het kan in Limburg’. Nu gaat het ook echt gebeuren”, zegt De Koning, in het dagelijks leven journalist bij omroep L1. “Deze vernieuwbouw van Sportpark Glanerbrook is voor ons van onschatbare waarde.”

LbSV zag zijn ledenaantal de laatste jaren al langzaam groeien. “We zitten nu op zo’n 400 leden, van wie 98 bij de jeugd”, zegt De Koning. “Vooral bij de jeugd willen we nog verder groeien. We zijn blij met de komst van de Sven Kramer Academy (SKA). Het is goed als je zo’n grote naam aan je regio kunt verbinden. Een regio waarin schaatsen niet vanzelfsprekend is, bij gebrek aan sloten en vaarten.”

Hij rekent erop dat de komst van de SKA een extra impuls aan het schaatsen zal geven, zoals ook de overkapping van de ijsbaan dat zal doen. “Met die overkapping kunnen we ook bouwen aan de wedstrijdsport. Als we straks een selectie zouden kunnen opzetten voor talentvolle jeugd, dan hoeven die niet meer naar Eindhoven voor extra trainingen.”

Ambities zijn er volop. Willen ze ook de ijshal gaan benutten, bijvoorbeeld voor het opzetten van een shorttracktak? “We gebruiken de hal reeds, om jeugd en volwassenen de eerste beginselen van het schaatsen bij te brengen. Shorttrack zouden we graag weer willen proberen, het is een groeiende sport, maar vergt ook veel organisatie. We doen het stapje voor stapje, de focus ligt nu eerst op de jeugd bij het langebaanschaatsen.”

De Koning benadrukt dat Geleen middenin een Euregio ligt, met Duitsland en België binnen handbereik. Uit die twee buurlanden heeft LbSV al diverse leden. “In Aken en Hasselt heb je een universiteit. Als je daar reclame maakt voor het langebaanschaatsen in Geleen, dan gaat dat vast nog meer groei opleveren. We hebben er lang voor geknokt, en ik heb altijd vertrouwen gehouden in een goede afloop. Maar dat we blij zijn met deze vernieuwbouw, dat mag duidelijk zijn.”

Onlangs maakte de Sven Kramer Academy bekend dat het zijn vleugels uitslaat naar (onder meer) Geleen. Dat betekent onmiskenbaar een nieuwe impuls voor het schaatsen in Zuid-Limburg. Verbael: “Ik ben blij dat Sportpark Glanerbrook voor de schaatssport in zijn volle breedte behouden blijft. En er liggen echt kansen voor de toekomst.” Met een beetje optimisme zou je zelfs kunnen zeggen dat de overkapte ijsbaan, gelegen in een heuvelrijke omgeving die aantrekkelijk is voor fietstrainingen, kan uitgroeien tot het Nederlandse Inzell of Collalbo, nu nog geliefde oorden voor schaatsteams voor het beleggen van trainingskampen. Verbael: “Ja hoor, dat mag je gerust zo opschrijven.” Met een lach: “We hebben in elk geval de hoogst gelegen ijsbaan van Nederland.”

Heel eerlijk: eigenlijk is Sittard-Geleen veel meer een ijshockey- dan een schaatsgemeente. De ijshal, waar de Eaters hun thuiswedstrijden spelen, dateert al van 1968. Dat had alles te maken met de vestiging van AFCENT, de Amerikaanse legerbasis, in Zuid-Limburg. Geilen: “De Canadese militairen die daar werkten moesten ook in hun vrije tijd wat te doen hebben. Zo is in 1968 Eaters opgericht, dat ook al enkele voorlopers kende.”

Dankzij de Canadese/Amerikaanse bemoeienis groeide het ijshockey in Geleen naar een hoog niveau, de club komt al sinds jaar en dag uit op het hoogste niveau. Dat gebeurt straks dus in een splinternieuwe ijsarena. Op dat bevroren speelveld van 30 x 60 meter zijn de meeste uren bezet door ijshockeyers, jong en oud. Andere schaatsers? Je hebt drie groepen kunstrijders die er actief zijn. Shorttrack? Helemaal niks. “Daar liggen echt kansen”, herhaalt Verbael. “Een paar jaar geleden was het nationale team, met Sjinkie Knegt, nog hier voor een trainingskamp, zoals we onlangs de Belgen nog op bezoek hebben gehad. Het zou toch mooi zijn als het shorttrack hier ook van de grond komt?”

In mei van dit jaar is bouwbedrijf Mertens begonnen met de eerste werkzaamheden voor de ingrijpende facelift. Het streven is om eind 2025 het vernieuwde sport- en recreatiecomplex op te leveren. “Tijdens de bouw blijft de winkel gewoon open. Het sporten gaat gewoon door”, meldt wethouder Geilen. Verbael: “Zo blijf je ook de verenigingen steunen, die zich kunnen voorbereiden op wat gaat komen. Want er vindt natuurlijk wel een enorme kwaliteitsslag plaats. Van een 35 jaar oud pand naar een prachtig vernieuwd complex. Dat is ongekend hoor. Ja, de ambities zijn groot, die moeten we alleen nog even waarmaken.”

Aan de overkapping van de 400-meterbaan gaan ze in 2025 beginnen. De komende winter draait de ijsbaan nog zonder dak erboven. Zoals elk jaar streven Verbael en zijn ijsmeesters ernaar om de baan een week voor de herfstvakantie erin te hebben liggen. Maar dan moet het weer wel meewerken, en moet de temperatuur overdag toch wel onder de tien graden Celsius blijven. “In de vijftien jaar dat ik hier werk, is het ons pas drie keer gelukt… Maar zodra het weer het toelaat, gaan we ijs maken!”


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan