Nee, soepel verloopt de voorbereiding op het nieuwe seizoen allerminst. Bondscoach Bjarne Rykkje is naar eigen zeggen meer bezig met het redden van het ‘normale’ programma dan dat hij zijn primaire taak uitvoert: sporters beter maken. Storm Hans zorgde er begin augustus voor dat het zomerkamp van de Noorse ploeg vroegtijdig afgebroken moest worden. Het nabijgelegen meer trad door extreme regenval buiten zijn oevers en het water beukte tegen de fundering van het Vikingskipet in Hamar aan. Het water tegenhouden had geen zin, onder de ijsbaan liep het helemaal vol om de constructie van het gebouw te ontlasten.
“Daardoor hadden we twee dagen minder op het ijs”, zegt Rykkje. “Geen ramp, maar het was hectisch.” En dat was slechts het begin. De ploeg zou de voorbereiding op het seizoen vervolgen in Stavanger, maar: “Daar ging een warmtewisselaar kapot waardoor voorlopig geen ijs gelegd kan worden.” Het nadelige resultaat is dat de ploeg noodgedwongen meer reisbewegingen maakt dan voorzien. De Noren komen binnenkort naar Heerenveen om daar de voorbereiding voort te zetten. Een nieuwe financiële tegenslag. “We zitten krap bij kas”, zegt Rykkje.
De sportieve prestaties van de Noorse schaatsers hebben gezorgd voor een paar nieuwe sponsoren waardoor het programma naar de Spelen van 2026 verzekerd is. Toch zit Noorwegen volgens Rykkje niet op het niveau van de Nederlandse commerciële ploegen. “We krijgen echt goede medische begeleiding van Olympiatoppen (Noors Olympisch Comité, red.), maar hebben niet het hele jaar door toegang tot fysiotherapie, atleten moeten bij elkaar op de kamer slapen met ziekte tot gevolg. Dat heeft invloed op de prestaties.”
De bond mist slagkracht om meer sponsoren binnen te halen, wat volgens Rykkje resulteert in het ‘heel creatief omspringen’ met het beschikbare budget. “Twee van de vier mensen die bij de bond geen sporttechnische functie hebben, moeten sponsoren zoeken. Een lastig verhaal, zeker omdat het maar een klein deel van hun werk is.”
Op het ijs heeft de 44-jarige coach zijn draai gevonden, het is te zien aan de resultaten. En belangrijker voor Rykkje: hij heeft zijn schaatsers meegekregen in de filosofie die haaks stond op wat de Noren tot de komst van de bondscoach deden. “Er speelt op de achtergrond veel minder, ik hoef niet meer tegen de cultuur in te werken. De prestaties waren meteen goed, als het tegenvalt krijg je kritiek. Valt het mee? Dan is het allemaal hallelujah. Ik was overtuigd dat mijn filosofie zou werken, maar ben blij dat het zo snel aangeslagen is.”
‘De zomer zagen we weer de oude Sverre’
Sverre Lunde Pedersen was jarenlang de grote man van het Noorse schaatsen. Een reeks blessures wierp hem echter ver terug. Dat begon eigenlijk al tijdens het WK Allround van 2018 in Amsterdam. Daar viel Pedersen tijdens de 10 kilometer toen hij aan de leiding ging in het klassement. In 2019 werd hij wereldkampioen op de 5 kilometer, maar maakte in de zomer een zware val mee tijdens een fietstraining in Inzell. Hij krabbelde op totdat hij in 2021 een nieuwe tegenslag kreeg te verwerken: weer een fietsongeluk.
Het seizoen 2022/2023 verliep moeizaam en Pedersen trok de stekker uit zijn programma om verder te werken aan zijn herstel. Hoewel de gevolgen van de hersenschudding die hij in 2019 opliep lang hebben doorgewerkt bij de allrounder, waren de verwondingen na zijn tweede valpartij groter en duurde het herstel veel langer. “Niettemin keerde Sverre sneller terug dan we dachten en was hij in Peking onderdeel van de ploeg die goud haalde op de ploegenachtervolging”, zegt Rykkje. “Maar individueel was hij niet op niveau, fysiek was de stijgende lijn ver te zoeken. Hij heeft heel lang last gehad van de nasleep.”
Lange tijd was onzeker of Pedersen ooit zijn niveau weer zou halen. Wat dat betreft is Rykkje nu optimistisch. “Het gaat hartstikke goed met hem. Ik moet eerlijk bekennen dat ik deze zomer voor het eerst tekenen zie van de oude Sverre. Dat is heel fijn. Hij schaatst goed, herstelt prima van de trainingen, is gemotiveerd en scherp in zijn hoofd.”
Toch blijft de vraag of de tweevoudig Olympisch kampioen weer de aanvoerder van weleer zal worden. “De ploeg is beter geworden. Hij is niet gewend dat in eigen land meer schaatsers van zijn niveau rondrijden”, aldus Rykkje. “Ik kan niet zeggen dat hij beter wordt dan dat, maar het mooie is dat hij kan toewerken naar dat niveau. Dat is een stimulans.”
Ondanks de organisatorische en financiële strubbelingen ziet de sportieve toekomst van het Noorse schaatsen er rooskleurig uit. Ragne Wiklund is inmiddels de gevestigde naam als kopvrouw van de ploeg. Bij de mannen kwam de 21-jarige Sander Eitrem daar het afgelopen seizoen bij. “Bij zo’n jonge schaatser kijk ik vooral naar ontwikkeling”, aldus Rykkje. “We maken behoorlijk grote stappen met hem. Hij beheerste naar eigen zeggen de 10 kilometer nog niet. Na de World Cup in Calgary riep hij vanuit zijn emotie dat hij nooit weer een 10 wilde rijden.”
Op het EK Afstanden veranderde dat. Eitrem schaatste 10 seconden sneller dan zijn persoonlijk record dat hij in die vervloekte Calgary-race reed. “Hij heeft er lang mee geworsteld, maar met een ander focuspunt kan hij het ineens wel aan. Hij moet meer zelfvertrouwen krijgen en wij moeten zorgen dat hij stabiel gaat presteren.”
Daar ligt volgens de keuzeheer van het Noors schaatsen een uitdaging. “Hij is niet opgegroeid met mensen met wie hij zich kon meten. Op het moment dat er stress bij komt kijken, zie je dat er andere dingen gaan spelen. We streven naar een perfecte voorbereiding, maar elke keer was er wel iets waardoor geen enkele voorbereiding hetzelfde is geweest. Omgaan met die veranderingen is ook een proces voor een jonge topsporter. Dat hij nu een volledig World Cup-seizoen gedraaid heeft, zal hem ongelooflijk helpen.”
Zo kijkt Rykkje met vertrouwen uit naar het komende seizoen, ondanks dat hij druk is met het blussen van brandjes...
