Van den Dijk baalt stevig. Van skeelerraces met amper een handvol rijders in de baan wordt hij niet vrolijk, en niemand die van inlineskaten houdt. “Je kunt er een lang verhaal van maken, maar daar komt het op neer. Er zijn heel weinig aanmeldingen van senioren voor onze wedstrijd. Dat is voor niemand leuk. Er zijn vrijwilligers geregeld, er moet een jury zijn, we hebben de attenties gekocht voor de podiumceremonies, alles is voor elkaar. Ik heb een moment op het punt gestaan er een streep door te zetten. Uiteindelijk vond en vind ik dat de wedstrijden moeten doorgaan, al is dat alleen al voor de negentien meisjes kadetten die zich hebben aangemeld.”
Woensdag om middernacht sluit de inschrijving. De ervaring leert Van den Dijk dat inliners erg de neiging hebben zich op het laatste moment op te geven. “Er zullen ongetwijfeld wat meer senioren van de partij zijn dan het huidige aantal, maar een groot veld kun je vergeten”, weet hij.
De leraar economie heeft gezocht naar een verklaring voor de tegenvallende belangstelling. “We hebben bij Ruben Ligtenberg (landelijke rijder uit Rijssen, red.) navraag gedaan wat de reden kan zijn, of wat er rondgaat in het peloton waarom mensen wegblijven. Er zijn drie factoren: de marathon in Nijelamer op vrijdagavond die bovendien zeventig kilometer lang is, wat er behoorlijk inhakt. Dan moet je daags erna naar Rijssen; Nijelamer en Rijssen liggen niet zo dicht bij elkaar dat je de twee wedstrijden zou kunnen combineren. Tenslotte: we zitten een week voor het NK, oftewel: deze dag is heel ongelukkig gepland.”
De kalender was al in een vroeg stadium bekend. Daardoor wist je van tevoren welke donkere wolken er boven Rijssen zouden kunnen hangen in dit weekend.
“Dat klopt.”
Heb je dan niet aangegeven dat je deze datum niet wilde?
“Het is meer de vraag in hoeverre je er als organisator enigszins bij bent betrokken geweest. Uit deze opmerking hoor je waarschijnlijk al dat daar geen sprake van was. Er kwam op een gegeven moment een mededeling: 10 juni een landelijke baanwedstrijd in Rijssen. We dachten direct al dat het geen succes zou worden, maar keken tegelijkertijd naar alternatieven. En op onze clubagenda stonden al verschillende andere evenementen, zoals het NK G-skaten, een wedstrijd om de Stouwdam Cup, een race van de Reggeborgh Driedaagse. Zo makkelijk viel er niet te schuiven. Trouwens, de KNSB hield ook voet bij stuk door te zeggen: ‘Dit is de kalender, daarmee moeten we het doen. Ik stel mezelf dan de vraag of er niemand in de sectie over deze datum heeft nagedacht…”
Marcel Scheperkamp, de disciplinemanager Inlineskaten van de KNSB, reageert door te zeggen dat er ‘uiteraard kan worden overlegd’. “Dit waren echter de data die met de sectie Inlineskaten zijn besproken, waarop we landelijke wedstrijden wilden organiseren. Wanneer je evenement een week voor het NK in huis hebt, kan dat ook voor een rijder een moment zijn om een prikkel te geven voor bepaalde afstanden waaraan hij of zij wil meedoen op een kampioenschap.”
Het steekt Mark van den Dijk dat organiserende verenigingen niet zijn geraadpleegd bij het samenstellen van de kalender. Hoe is dat proces dan precies gegaan?
Scheperkamp, verantwoordelijk voor de kalender die hij in samenspraak met de sectie heeft opgesteld: “Je maakt de landelijke kalender bekend naar aanleiding van de NK’s en het overleg daarin is niet honderd procent, nee”, erkent hij. “Zodra organisaties echter vragen om andere data, is er pas sprake van overleg. Rijssen heeft nooit een verzoek gedaan om een andere wedstrijddatum. Maar goed, dit soort dingen behoort tot het leerproces van de discipline, als het gaat om het organiseren van de baanwedstrijden gaat. We zullen na het seizoen de gang van zaken evalueren en dan ontvangen de mensen de uitnodiging om in september in te schrijven voor wedstrijden van volgend jaar.”
