Thomas Krol zit er relaxed bij. Zijn olympische titel op de 1000 meter heeft hem rust gebracht. Maar denk niet dat de honger van de schaatser nu gestild is. “De motivatie om hard te schaatsen is zeker nog niet verdwenen”, zegt hij. “Ik zit nu in de kracht van m’n leven. De komende vier jaar wil ik nog heel veel mooie prijzen winnen. En natuurlijk zou ik dolgraag nog een keer naar de Spelen willen.”
Voor Krol springt er dit seizoen één wedstrijd met kop en schouders bovenuit: het WK Afstanden begin maart in Heerenveen. “Ik ben nog nooit wereldkampioen op de 1000 meter geworden, dat is voor komend seizoen echt een groot doel voor mij. Maar ook m’n wereldtitel op de 1500 meter wil ik daar graag verdedigen.” Van de andere wedstrijden die op de kalender staan wordt Krol niet heel vrolijk. “Het EK Sprint heeft voor mij niet heel veel waarde. Ik ga er natuurlijk alles aan doen om me voor dat toernooi te plaatsen, maar eigenlijk hoort zo’n EK niet op de kalender te staan. Ik vind het een grof schandaal dat de ISU heeft besloten om niet meer elk jaar een WK Sprint te rijden.”
“Ieder jaar wil je het tegen de besten van de wereld opnemen”, vervolgt Krol zijn relaas. “Het is zo jammer dat ik niet tegen Laurent Dubreuil en de Japanse schaatsers kan strijden. Nu rijden we in januari een EK, maar dat is een soort verlengstuk van het NK. Zonder de Russen (die vanwege de oorlog in Oekraïne niet mee mogen doen, red.) stelt dat toernooi weinig voor. Ook de wereldbekers worden weer op dezelfde plekken gehouden. We rijden twee keer achter elkaar in Polen, dat had van mij echt niet gehoeven. Daar komt niemand op af. Calgary is wel tof, daar kan ik niks van zeggen. Maar waarom niet een wereldbeker op een buitenbaan in Italië? Ik hoop dat de ISU daar nog eens goed naar gaat kijken.”
De wereldkampioen sprint van afgelopen winter is uitgesprokener dan ooit. Aan alles merk je dat zijn status binnen het team van Jumbo-Visma is veranderd. Sven Kramer is gestopt en Krol is de enige schaatser die in Beijing goud won. Ziet hij zichzelf nu als boegbeeld van de ploeg? “Sportief gezien zou je dat wel zo kunnen zeggen. Dat vind ik prima. Mijn rol in de ploeg is ook wat veranderd. Als bijvoorbeeld het ijs in Thialf niet goed is, ben ik degene die met de ijsmeester gaat bellen. Voorheen deed Sven dat soort dingen, nu wordt er veel meer naar mij gekeken. Dat vind ik niet erg hoor, het hoort bij de positie die ik nu heb.”
Met zijn ploeg Jumbo-Visma gaat de 30-jarige schaatser nog een laatste keer op trainingskamp naar Inzell, voordat eind oktober het World Cup Kwalificatietoernooi wordt verreden. De voorbereiding op het nieuwe schaatsseizoen zag er voor Krol anders uit dan normaal. Hij pakte vaker de fiets en trok iets meer zijn eigen plan. “De vorige zomers zat ik echt in zo’n tunnelvisie. Alles stond in het teken van de Spelen en ik volgde trouw het schema. Nu kon ik af en toe een beetje buiten de lijntjes kleuren. Zo heb ik op Strava (online platform waar sportprestaties worden bijgehouden) twee keer een KOM (snelste tijd over een bepaald traject op Strava) aangevallen en gepakt (op de Holterberg en de Emmapiramide) en ben ik nog een keer naar Zwitserland gegaan om daar in de bergen te fietsen. Stond dat op het schema? Nee. Vond ik het leuk? Ja! Fietsen in de bergen maakt mij gewoon heel gelukkig. Voorgaande jaren zou ik dat niet zo snel gedaan hebben, nu kon het voor mijn gevoel prima. Ik denk ook niet dat ik er minder hard van ga schaatsen.”
