Tickets
Shop
Nieuws 05 sep 2022

Start blijkt struikelblok voor inliners op EK

Het waren de vrouwen van Oranje die op de tweede dag van het Europees Kampioenschap Inlineskaten de meeste hordes op weg naar een finaleplaats soepel namen. Lianne van Loon, Lataesha Narain, Marieke de Vries en Angel Daleman klopten alle vier op de deur die toegang verschafte tot de eindstrijd op de 500 meter. Niemand kreeg ’m open. Ieder had haar eigen reden, maar het lag in alle gevallen ook aan een haperende start.

Foto : Neeke Smit

Junior-A Lataesha Narain staat bekend als een explosief dametje. Rap in de benen, vliegensvlug op weg zodra ze de startbiep hoort. Maar daar is in de halve finale niets van te zien. De concurrentie ligt meteen onbereikbaar ver voor. Ze rijdt als vierde en laatste de eerste bocht in. “Het ging niet zo lekker”, reageert ze naderhand schuchter. “Ik werd een beetje gehinderd door de Italiaanse (Ilaria Carrer, red.). Zij zette haar voet voor de mijne waardoor ik nergens heen kon, en toen Marieke (de Vries, de andere Nederlandse in de rit, red.) hetzelfde deed bij mijn andere skeeler, was ik volledig geblokkeerd. Het zou best kunnen dat de Italiaanse dat van tevoren had bedacht als truc. Vervelend.”

Haar race was al gedoemd te mislukken toen een Italiaanse Lataesha Narain al bij de start dwarszat. | Foto : Neeke Smit

Landgenote De Vries is juist beter vertrokken dan ze is gewend, al heeft ze daar evenmin veel profijt van gehad. Waar de Italiaanse en de Spaanse tegenstandsters de bocht gebruiken om er echt de vaart in te zetten, blijft de blondine uit Grootegast als het ware plakken in de ronding van de piste. De achterstand op het leidende duo loopt gauw op tot een onoverbrugbaar gat: weg finaleplaats. “Die meiden waren zo snel weg, ontwikkelden zo’n hoog tempo. Ik heb nog wel geprobeerd ernaartoe te rijden met Lataesha, we kwamen dichterbij, maar er viel niets meer te doen.”

Beter starten dan ze is gewend, maar het zal Marieke de Vries niet veel helpen op de 500 meter. | Foto : Neeke Smit

Dan Angel Daleman, de jongste klant (Junioren-B) van Oranje in L’Aquila. Ze laat zich wat overdonderen bij het vertrek, revancheert zich buitengewoon via een knappe inhaalmanoeuvre die haar op plek twee brengt. Kat in ’t bakkie, denk je, met nog een bocht en het rechte eind naar de streep te rijden. Ze snijdt ’m ruim aan, om goed uit te komen voor de sprint. Onmiddellijk duiken de anderen als wolvinnen onderdoor. Geklopt door een ‘juniorenfout’, zoals bondscoach Frank Fiers het zal omschrijven. Ze grijpt naar d'r hoofd van teleurstelling bij de finishpassage. “Ik wist niet wat ik moest doen, ik wist het echt niet. De Portugese voor me stond plotseling stil, daar schrok ik ook van. Had ik maar naar papa geluisterd”, zegt ze tegen haar moeder. “Die zei dat ik kneiterhard moest doortrekken. Daar heb ik nu niets meer aan. Dit is zó balen.”

Dit beeld zegt genoeg: Angel Daleman kan wel door de piste zakken, beseffend dat ze de 'deur' veel te ver heeft opengezet in de laatste bocht. | Foto : Neeke Smit

De oudste van het kwartet voor wie de drempel naar de finale nipt te hoog is, komt een paar centimeter tekort. Waar ze met een spagaatfinish de kwartfinale nog weet te bereiken, valt de fotofinish van de spreidstand-passage nu in haar nadeel uit. De 22-jarige Lianne van Loon draait er niet omheen: “Mijn start is niet zo goed, en dan moet het allemaal maar net lukken om de mensen voor me in te halen. Een keer slaag je daar nog wel in; het is echter moeilijk nog een tweede actie te maken in 500 meter. Het is jammer dat het zo eindigt. Ik was al tevreden dat ik zo ver kwam ondanks mijn mindere start, al had ik graag de finale meegenomen.”

UREN MAKEN OM BETER TE WORDEN *** Beter starten, het lijkt hét (of een?) medicijn om succesvoller te worden op de sprintnummers van het inlineskaten. De twee bondscoaches van Nederland, Valentina Berga-Belloni en Frank Fiers, menen dat het kan. Ze verbinden er, onafhankelijk van elkaar, ook een dringende voorwaarde aan: Nederlandse skaters moeten meer op hun skeelers staan. Oftewel meer trainen. Uren maken is het devies. Fiers trekt de vergelijking met Europese topnaties als Portugal en Italië. “Onze mannen en vrouwen komen aan dertig procent van wat Portugezen en Italianen doen op hun skeelers. Die rijden vrijwel elke dag, soms twee sessies op een dag, waarmee ze zeven of acht keer per week trainen. De onzen?”, stelt hij met zijn Vlaamse tongval. “Die skeeleren gemiddeld drie keer in de week. En dat wordt weerspiegeld op een groot toernooi als dit EK. Als je scorebord-journalistiek hanteert en afgaat op het eindresultaat van onze rijders op bijvoorbeeld de 500 meter, zou je kunnen oordelen dat het niets is. Kijk je wat verder en pak je de net genoemde statistiek erbij, dan is het misschien wel buitengewoon knap dat we vier vrouwen in de halve finale hadden.”
Berga-Belloni blonk vroeger als sprintster uit door haar geweldige start. Logisch dat ze zich er graag hard voor maakt om de passanten in haar selectie die specialiteit beter onder de knie te laten krijgen. “Je weet vast wat daarvoor nodig is, hè”, merkt ze op, zonder het antwoord af te wachten. “Neem Lataesha, zij kan nog sneller worden. Iemand als Glenn Nijenhuis ook, beiden zijn zo jong, ik zie genoeg marge en groeimogelijkheden, bij meer rijders en rijdsters trouwens. Ik weet echter niet of ze het begrijpen wanneer ik aangeef dat ik de hele week met ze zou willen werken, en dat ze dan tenminste vijftien uur op de skeelers rijden, alleen al voor de 500 meter.”
Dat ideaalbeeld botst daarnaast ook met het gegeven dat veel inliners gedurende de winter (of beter: reeds in de nazomer) overstappen op marathonschaatsen, de langebaan of shorttrack. In die disciplines lopen net zo goed trainers rond die schema’s bedenken, plannen presenteren en verplichtingen opleggen aan hun atleten. Als iedereen vervolgens op zijn strepen gaat staan in plaats van een poging doet samen te werken trainingen op elkaars behoeften af te stemmen (ook in het belang van de sporter), worden de toch al lastige puzzels steeds moeilijker.
De spagaatfinish die Lianne van Loon (l) aan een plaats in de halve finale hielp. De Francaise in het midden zou gedeklasseerd worden wegens een eerder begane overtreding. | Foto : Neeke Smit

De Gouwse focust zich voor de eerste keer op de langere afstanden van het EK, omdat de start dan minder van belang is. “Jaren achtereen heb ik alles geprobeerd om dat onderdeel van de race te verbeteren. Ik moet concluderen dat het niet veel heeft geholpen. Het is onmogelijk explosiever weg te zijn vanaf de startlijn. Daar kan ik weinig aan veranderen. Toch zal ik niet snel de 500 meter schrappen, want het nummer is supermooi om te rijden.”

Alle uitslagen zijn hier te vinden

Dinsdag is er voor alle categorieën eremetaal te winnen op de 1000 meter en de relay. De opstelling van Oranje voor de 1000 meter:

Junioren-B, vrouwen: Angel Daleman, Amber van der Meijden, Sofia Schilder
Junioren-B, mannen: Chris Berkhout, Chris de Velde, Jarno Haitjema
Junioren-A, vrouwen: Sanne Oosterwijk, Patricia Koot, Marieke de Vries
Junioren-A, mannen: Bret Groot, Tom Mulder, Timo Lamme
Senioren, vrouwen: Lianne van Loon, Fleur Veen, Fleur Huls
Senioren, mannen: Rémon Kwant, Jorian ten Cate, Ruurd Dijkstra

 


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan