Kjeld Nuis stak gelijk van wal met een verklaring over het missen van de eerste oefensessie voor de ploegenachtervolging. "Tijdens het trainingskamp in Inzell werd ik verkouden, waardoor ik daar geen trainingswedstrijd heb kunnen rijden. Daarom heb ik afgelopen weekend op zowel de zaterdag als de zondag een race gehad. 's Maandags belde Gerard mij: ‘Ik wil niet dat jij morgen met de ploegenachtervolging mee gaat doen. Je bent net weer een beetje fit. Volgende week moet het gebeuren. Je gaat maar rustig duurblokjes rijden'."
“Het is tijdens het kwalificatietoernooi op het scherpst van de snede, top-5 of niets. De concurrentie is groot. Je moet niet met een mindere races net zesde worden. Ik wil daarom niet achteraf denken: had ik maar rust genomen na mijn trainingswedstrijden. Het was een goede call van Gerard.”
Hij luisterde dus naar het advies van zijn coach. “Ik heb me netjes afgemeld, wel op een laat moment. Daar ben ik zelf ook niet trots op.” De bondscoach begreep dat het individuele traject van Nuis voorrang kreeg en laat de deur open staan. “Ritsma zei tegen mij: ‘Je gezondheid gaat voor. De eerste training zal je niet maken of breken'."
Einde van Inzell als toevluchtsoord in de zomer?
Het was overigens niet verwonderlijk dat Kjeld Nuis op het trainingskamp in Inzell niet fit was. “De omstandigheden waren erbarmelijk. In Thialf hebben we een mooi krachthonk om ons op te warmen, in Duitsland doen we dat buiten. Met twintig graden hebben we in een shirtje en korte broek ingelopen op de atletiekbaan. Maar dan ga je bezweet de hal in, waar het slechts vijf graden is. Je kunt er donder op zeggen dat je binnen drie dagen verkouden bent. We hadden veel snotterige en zieke sporters, onder wie ikzelf.
Reden voor Team Reggeborgh om eerder naar Nederland terug te keren. “Als je ziet welke tijden Kai Verbij en Thomas Krol schaatsten (1.10,9 en 1.09.9), dan moet je zorgen dat je je spullen pakt en heel snel naar huis gaat.”
Voor de rijder van Reggeborgh lijkt zijn afwezigheid dus geen gevolgen te hebben voor zijn eventuele rol binnen de ploegenachtervolging en zelf is hij hongerig om aan die nieuwe uitdaging te beginnen. “Ik vind het onderdeel heel leuk. Op de Spelen zag ik dat het team het niet goed deed. Ook al rijd je dan niet met Patrick en Sven in het team, je bent er wel als TeamNL en de medaille had ik ze gegund. Als ik dan de Noor Kongshaug zeven of acht ronden op kop zie rijden, die ik op de 1500 meter eraf gepeerd heb… Of de Amerikaan Mantia… Stel je voor dat ik iets meer vermogen krijg en met het duwen erbij, dan denk ik dat ik het wel volhoud. Dat lijkt mij supergaaf. Ik weet niet of ik het kan, maar het lijkt me zo cool.”
De ploegenachtervolging is voor Nuis één van de nieuwe prikkels die hij nodig heeft om zich in het post-olympische seizoen weer volledig te kunnen opladen. Daarnaast kan hij zich sinds dit seizoen optrekken aan de allrounders. “Vorig jaar heb ik veel met Ireen en Wesly (Wüst en Dijs, red.) duurtraining gedaan. Als de rest twee uur fietste, deden wij er drie of vier. Nu kan ik bij de allroundmannen aansluiten. Dan voel ik me een koning te rijk. Ik vind dat een luxe.”
Daarnaast kan hij met Patrick Roest, Marcel Bosker en de andere allrounders trainen op de ploegenachtervolging. “Met het team hebben we van de zomer al geoefend op initiatief van coach Robin Derks. Patrick en Marcel hebben veel ervaring, maar ook Wesly en Louis (Hollaar, red.) doen het goed. Bij de training zag ik dat Wesly in de bocht heel dicht op zijn voorganger kan zitten, veel vermogen heeft en zijn snelheid door kan geven aan zijn voorganger. Zelf ben ik niet zo goed in duwen, dan zou ik vooraan moeten rijden.”
Maar dan komt Nuis in de problemen, want ook zijn ploeggenoot – en vaste waarde in de achtervolgingsploeg - Roest wil graag op kop zitten. Het duwen zorgt er namelijk voor dat de langeafstandsspecialist verkrampt in zijn arm en moeite heeft om zijn balans te vinden. “Ik zal Patrick moeten vragen of hij achter mij wil. Stel dat ik een slechte kwalificatie rijd, dan kan ik wel zeggen dat ik graag mee wil doen, maar dan val ik er buiten. Ritsma heeft genoeg verstand van het schaatsen en als analist kent hij ons goed. Hij weet wat we kunnen.”
Kjeld Nuis vertelde trots te zijn op het ‘fantastische team’. Ook nieuwkomer Marcel Bosker liet bij de ploegenpresentatie van Reggeborgh weten meer op zijn plek te zitten. Waar het bij Jumbo-Visma vooral de quantity boys (allrounders) versus de quality boys (sprinters) was en er strijd was tussen de kampen, voelt de ploeg van Gerard van Velde als één geheel. Al delen de heren wel lachend wat steken onder water uit…
Op de vooravond van het schaatsseizoen oogt Nuis ontspannen. Hij voert het hoogste woord, is op zoek naar nieuwe uitdagingen en hongerig als altijd. "Ik vind het heel leuk wat ik doe en ben trots om een topsporter te zijn." Waar zijn leeftijdsgenoten Jan Blokhuijsen en Koen Verweij in het verleden een sabbatical namen, is dat niet aan de 32-jarige Nuis besteed. "Je vergooit je carrière ermee als je zoveel talent hebt. De concurrentie haalt je links en rechts in. Maar als zij niet happy waren, wie ben ik dan om te zeggen dat ze niet moeten stoppen? Ik pak in ieder geval elk jaar alsof het mijn laatste is. "
Kom jij ook de sporters aanmoedigen? Bekijk de kalenderpagina voor meer informatie over het WCKT.
