Tickets
Shop
Inlineskaten 04 jun 2022

Tussen de Friese weilanden regeren de Belgen

Tijdens de vierde Reggeborgh Marathon Inline Cup van het seizoen in Nijelamer bleek de Belgische tandem, bestaande uit Bart Swings en Jason Suttels, een maatje te groot voor de Nederlanders. Bij de vrouwen won, wederom, Marijke Groenewoud.

Foto : Neeke Smit

De wedstrijd over vijftig kilometer was nog maar net van start gegaan, toen Bart Swings al aan de boom begon te schudden. Met de harde wind in zijn rug maakte hij snelheid, waardoor hij het peloton snel achter zich liet. Gary Hekman van Team Reggeborgh zette de achtervolging in en wist aan te sluiten bij de Belg. Echter, in zijn kielzog volgde de ploeggenoot van Swings, Jason Suttels. Voor de twee Vlamingen was dit het ideale scenario. Nadat de drie rijders het gat met het peloton vergroot hadden, moest Hekman eraan geloven. 

"Ik ben gewoon smerig uit het wiel gereden. We zijn op onze plek gezet, we hebben skeelerles gehad. De Belgen lieten ons zien hoe het moest. Je zag echt het niveauverschil. Ik had gehoopt dat we iets verder naar de finale zouden rijden met z'n drieën. Ze begonnen direct te slopen en dat trok ik niet heel lang. Daarbij was de wind in mijn nadeel, waardoor het te veel moeite kostte om ze te achtervolgen," vertelt Hekman na afloop van de koers.

Toch was er voor de Kampenaar geen andere optie geweest dan naar Swings toe te springen. "Bart rijdt zo efficiënt op zijn skeelers en voor de wind gaat hij zo hard. Zo comfortabel hard. Voor ons is 45 kilometer per uur comfortabel, bij hem is 48, 49 kilometer per uur nog comfortabel. Zelfs dan rijdt hij met de handjes op zijn rug. Heel frustrerend om erachter aan te rijden, je moet een volle sprint trekken om überhaupt in zijn wiel te komen. Ik moest er wel naartoe springen. Als hij alleen vooruit rijdt, kan hij dat ook 50 kilometer volhouden. Alleen had ik gehoopt dat er wat meer mensen achter mij zouden zitten op het moment dat ik bij Bart aansloot. Jason was de enige, dat was een rampscenario."

Gary Hekman probeerde het tempo van de twee Belgen bij te houden. | Foto : Neeke Smit

En zo zat Suttels tijdens zijn eerste Reggeborgh Marathon Cup van het seizoen gelijk mee in de kopgroep. Alhoewel de rijder van Powerslide geen bekende is in Nederland, heeft hij zijn sporen in het inlineskaten al verdiend. De vice-wereldkampioen op de punten-afvallingskoers over 10 kilometer kon in Nijelamer met Swings de vooraf besproken tactiek goed uitvoeren. "Het doel was om met z'n tweeën er een zware wedstrijd van te maken. We wilden graag samen vooraan zitten. Nadat Gary eraf was, heeft vooral Bart veel kopwerk gedaan, omdat ik vrij moe was. Later was het meer kop over kop."

Terwijl Swings dus heel wat meters op kop maakte, genoot hij ook van de koers. "Het was leuk om hier samen met Jason weg te rijden. Ik merk op de trainingen dat hij sterker en sterker wordt. We trainen dag in, dag uit samen. We hebben veel aan elkaar. Hij is heel goed op de piste en rijdt goede bochten met een hoge slagfrequentie. Dat is bij mij door het schaatsen wat lager, dus daarin heb ik veel aan Jason."

Terug naar de wedstrijd. Terwijl de voorsprong van de Belgen steeds groter werd, kwam de finishlijn in zicht. En waar de vijftig toeschouwers (en enkele nieuwsgierige koeien en schapen in de nabijgelegen weilanden) misschien gehoopt hadden op een ultieme sprint, kwamen de twee in slakkentempo op de eindstreep afgereden. Bart Swings gunde zijn tien jaar jongere ploeggenoot de overwinning. "Deze was voor Jason, ik heb dit jaar al een wedstrijd in Nederland gewonnen. Het was mooi hem de zege te geven," aldus de olympisch kampioen op de mass start. 

Bart Swings vierde voor de finish al de overwinning van Jason Suttels. | Foto : Neeke Smit

"Het is fantastisch dat Bart mij laat winnen, dat geeft een heel goed gevoel. Het is voor mij erg speciaal en daar ben ik hem dankbaar voor. Ik weet dat de Nederlanders heel hard marathons kunnen rijden, dus dit is wel heel leuk," aldus een blije Suttels, die deze marathon als training gebruikte om heel diep te gaan, wat met de harde Friese wind zeker gelukt is. 

Voor Swings was het ook een bijzondere wedstrijd. Na enkele weken van blessureleed aan zijn lies keerde hij weer terug. "Het ging eigenlijk supergoed. Mijn coach zei van tevoren dat ik een volledige sprint beter kon vermijden. Daarom zijn we vol in de aanval gegaan en hebben we koers gemaakt. Dat heeft goed uitgepakt." Om eraan toe te voegen: "Ik denk dat ik toch gesprint zou hebben hoor. Het herstel verloopt voorspoedig en ik voel nu niets meer van mijn lies. Op de piste heb ik al hard gereden, dus het zit wel goed. Maar een wedstrijd is toch anders. Dan geef je geen 100 procent, maar 110 procent."

Waar de Belgen oppermachtig waren, kwamen de Nederlanders er dus niet aan te pas. Ronald Haasjes eindigde op bijna anderhalf minuut als derde. Toch bleek dit nog een knappe prestatie van de rijder van Reggeborgh. "Het tweede wiel van mijn skeeler draaide niet. Vlak voor de wedstrijd zat ik daarom nog gestrest in de auto te sleutelen", vertelde hij. "Ik begon helemaal achteraan en ben vervolgens van groep naar groep gesprongen. Met mijn broertje Christian ben ik naar het eerste achtervolgende groepje (met mijn ploeggenoot Crispijn Ariëns) toe gereden. Daarin hebben we meegedraaid, maar we kwamen niet dichter bij de koplopers. Om de beurt hebben Crispijn en ik gedemarreerd om Kevin (van der Horst, klassementsleider, red.) en mijn broertje te lossen. Crispijn vertrok als eerste, maar werd teruggehaald. Ik ging daarna en mocht wegblijven. Ik had gewoon geluk vandaag."

De achtervolgers probeerden de kopgroep terug te halen, maar moesten hun meerdere erkennen in de Belgen. Ronald Haasjes (r) was de beste Nederlander. | Foto : Neeke Smit

Ondanks de nederlaag trekken de mannen van Reggeborgh lering uit de Vlaamse demonstratie van vrijdag. "Het is ook leuk om tegen ze te rijden. Als je het tegen hen goed doet, ben je goed op niveau. Het zijn geen koekenbakkers die vooraan rijden, het is wereldtop. Als je het Swings moeilijk kan maken, weet je dat je met de besten mee kunt doen. Nu weten we dat we nog niet zover zijn," aldus een realistische Hekman. 

En Kevin van der Horst? Die eindigde, net als tijdens de eerste drie marathons, op de ondankbare vierde plaats. Als schrale troost mag hij op 8 juli in Utrecht wederom het leiderspak aantrekken. 

Bij de dames liet Marijke Groenewoud wederom haar klasse zien. Na een zware trainingsweek in Limburg, waar ze op de dag van de marathon nog geskeelerd én gefietst had, moest ze aan de bak zonder haar ploeggenoten. "Ik mocht vandaag zelf de problemen oplossen. Iedereen was aan het aanvallen en daar moest ik op reageren." Aan het einde van ronde twee sprong Elsemieke van Maaren weg, gevolgd door Brit Qualm en Groenewoud. "We kregen met z'n drieën best wat ruimte. Ik weet dat ik snel ben, en de vorige keer had ik de sprint gewonnen. Dus ik dacht: het moet lukken. Je weet het alleen nooit na zo'n zware week. Je moet erop vertrouwen dat het goed gaat." 

Om te voorkomen dat Groenewoud wederom de macht zou grijpen, zette Qualm een slotoffensief in. "Ik weet dat die andere meiden meer snelheid hebben dan ik. Ik probeerde weg te rijden in de laatste ronde, maar merkte dat ik niet loskwam. Dan weet je dat het waarschijnlijk een derde plek wordt." En zo geschiedde. Groenewoud was de snelste in de sprint, gevolgd door Van Maaren en Qualm. 

Marijke Groenewoud, Elsemieke van Maaren en Brit Qualm verdeelden de podiumplaatsen in Nijelamer. | Foto : Neeke Smit

Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan