De SCL heeft de mogelijkheid om aanwijsplekken te gebruiken, dus in twee gevallen toegepast en de bedoeling daarvan is duidelijk: de teamonderdelen (ploegenachtervolging en mass start) zo sterk mogelijk te bemannen.
Sven Kramer, die 14e stond in de SEVO (selectievolgorde), is aangewezen om in Beijing deel te nemen aan de ploegenachtervolging en de mass start. Hierdoor gaat Dai Dai N’tab, die in de SEVO de 13e plaats innam, niet naar de Spelen. Marcel Bosker, die zich niet in de SEVO had geschaatst, is aangewezen om in Beijing mee te doen aan de ploegenachtervolging. Hierdoor kan Tijmen Snel, die in de selectievolgorde de 10e plaats innam, een streep zetten door zijn debuut op de Spelen.
“Persoonlijk vind ik het verschrikkelijk voor Dai Dai en Tijmen dat zij hun plaats kwijtraken. Dat is ook de reden waarom ik hen beiden zelf heb gebeld om dit besluit toe te lichten”, zegt technisch directeur De Wit. “De belangrijkste doelstelling die we als KNSB hebben afgesproken is dat we de kansen op (gouden) medailles zo groot mogelijk willen maken. Door Sven en Marcel aan te wijzen voor de teampursuit vergroten we deze kans aanzienlijk. We zijn op dit onderdeel drie keer op rij wereldkampioen geworden, met deze drie mannen als vaste kern. We verwachten met dit team te voldoen aan onze doelstelling. Met Sven naast Jorrit in de mass start hebben we een koppel dat de buitenlandse concurrentie angst inboezemt, en terecht.”
De selectie ziet er als volgt uit:
Thomas Krol: 1000 meter, 1500 meter, 500 meter.
Patrick Roest: 5000 meter, 10.000 meter, ploegenachtervolging.
Kjeld Nuis: 1500 meter.
Kai Verbij: 1000 meter, 500 meter.
Jorrit Bergsma: 5000 meter, 10.000 meter, mass start.
Merijn Scheperkamp: 500 meter.
Hein Otterspeer: 1000 meter.
Sven Kramer: 5000 meter, ploegenachtervolging, mass start.
Marcel Bosker: 1500 meter, ploegenachtervolging.
Bij de vrouwen lagen de kaarten reeds op tafel: de negen schaatssters uit de SEVO na het kwalificatietoernooi reizen ook af naar China. Met deze rijdsters kunnen ook de teamonderdelen (ploegenachtervolging en mass start) in de sterkste formaties worden verreden.
De Wit licht toe: “Met de negen rijdsters uit de SEVO maken we zowel op de individuele afstanden als de teamonderdelen maximaal kans op medailles, bij voorkeur van de kleur goud. We hebben dan ook niets veranderd ten opzichte van de uitslag van het OKT en zien de Spelen vol vertrouwen tegemoet.”
De olympische selectie van de vrouwen:
Irene Schouten: 3000 meter, 5000 meter, mass start, ploegenachtervolging.
Antoinette de Jong: 3000 meter, 1500 meter, 1000 meter, ploegenachtervolging.
Femke Kok: 500 meter.
Jutta Leerdam: 1000 meter, 500 meter.
Sanne in ‘t Hof: 5000 meter.
Ireen Wüst: 1500 meter, 1000 meter, ploegenachtervolging.
Carlijn Achtereekte: 3000 meter.
Marijke Groenewoud: 1500 meter, mass start.
Michelle de Jong: 500 meter.
De reserves zullen op een later tijdstip worden benoemd. De SCL zal hierover in de komende periode overleg voeren met de betrokken coaches.
