De rijder van het KNSB Talent Team Noord kon de meeste tegenstand verwachten van zijn landgenoot Joep Wennemars, die eerder op de dag de 500 meter had gewonnen. Tim Prins eindigde zelf op de vijfde plaats en was daar niet tevreden mee. “Ik schrok van het verschil met Joep. Ik reed in de buurt van mijn tegenstander, de snelle Spanjaard Nil Llop. Ik wist dat mijn race niet genoeg was voor goud, omdat ik het rechtstreekse duel verloor, maar het was wel mooi geweest om op het podium te eindigen. Toen ik zag dat ik vijfde was geworden en het gat naar Joep 0,4 seconden was, viel dat wel tegen.” De spanning van de wereldkampioenschappen had overigens geen invloed op zijn matige 500 meter. “Ik heb al drie World Cups gereden en voor mijn gevoel is dit toernooi niet heel anders. Aan de setting hier in Innsbruck was ik ook al gewend na de World Cup van vorige week.”
De 18-jarige rijder had geen tijd om bij de pakken neer te zitten, want hij moest zich voorbereiden op ‘zijn’ 1500 meter, de afstand die hij in het wereldbekercircuit al driemaal won. “Na zo’n 500 meter kun je wel conclusies gaan trekken, maar de 1500 meter is zo’n andere afstand. Ik had de drie World Cups gewonnen, maar Joep Wennemars was sneller op de NK Junioren en het Olympisch Kwalificatietoernooi. Dit toernooi is een wedstrijd op zich. Joep en ik zijn aan elkaar gewaagd en ik wist dat het lastig zou worden.”
Waar Prins dus geen vertrouwen kon halen uit zijn eerste afstand op deze WK, kon de kersverse wereldkampioen Wennemars dat wel. Na een snelle race zette hij dan ook de snelste tijd op de klokken, 1:50.90. De rijder van TalentNED was daarmee ruim anderhalve seconde sneller dan Prins vorige week, toen die de World Cup wist te winnen. Toch schrok de nuchtere schaatser uit Joure daar niet van. “Na de dweil ging de zon onder en de wind liggen, want er werd ineens veel harder gereden. Ik wist dat het lastig werd om van Joep te winnen, maar ik zag dat hij een iets mindere tussenronde had, daar kon ik het op winnen.”
Alhoewel Prins in zijn tweede bocht een misser maakte en met zijn hand het ijs aanraakte, was zijn start veelbelovend. “Ik schrok van de mispeer, maar ik verloor niet veel snelheid, want mijn eerste ronde was prima. De tussenronde was ook redelijk goed en de laatste ronde moest ik overleven. Ik kon gelukkig diep blijven zitten, waardoor ik weinig wind pakte op de kruising.” De voorsprong die hij in het begin van zijn rit had behaald, wist hij uit te bouwen en met een tijd van 1.50.31 pakte hij zijn eerste wereldtitel junioren.
Wennemars gaat door zijn tweede plaats op de 1500 meter nog wel aan de leiding van het allroundklassement. Hij verdedigt morgen een voorsprong van 0.39 op Prins. “Zaterdag wordt het zeker niet makkelijk. Het verschil ga ik niet goed maken tijdens de 1000 meter, maar ik hoop de afstand te winnen, dat is mijn speerpunt. Op voorhand zou ik niet tekenen voor een tweede plek in het allroundklassement, maar als hij beter is, dan kan ik daar niet zoveel aan veranderen en heb ik er vrede mee.”
De twee rijders zijn concurrenten, maar brengen elkaar ook naar een hoger niveau. “Ik weet zeker dat we zonder elkaar niet zo’n hoog niveau hadden gehad, we willen continu van elkaar winnen. Tijdens de trainingen merk je dat het niveau superhoog is, je wilt elke training je beste beentje voor zetten. Jammer dat hij volgend jaar geen junior meer is.”
Na de 1000 meter van zaterdag volgt de 5000 meter, die een beslissing zal brengen wie wereldkampioen allround wordt. Het verschil tussen Wennemars, Prins en de rest is zo groot, dat de titelstrijd tussen de Nederlanders lijkt te gaan. De twee landgenoten rijden de 5000 meter niet tegen elkaar. Omdat tijdens het toernooi ook individuele afstandstitels verdeeld worden, wordt de loting niet gebaseerd op het allroundklassement, maar op de persoonlijke records van de rijders. Daarbij kunnen landgenoten elkaar niet treffen met de loting. “Het is jammer dat we niet tegen elkaar rijden. Het is het leukste als je het rechtstreeks uit kunt vechten.” Voor sommige rijders is het een voordeel om later te starten dan hun tegenstander, omdat ze dan weten welke tijd ze moeten rijden. Voor Prins geldt dit niet. “Het is geen nadeel dat ik eerder moet rijden dan Joep. Ik moet mijn eigen race rijden en dan moet hij zien of hij die tijd haalt. Ik moet de balans vinden tussen hem onder druk zetten en zelf niet ontploffen. ”
De Nederlandse dames waren eveneens uiterst succesvol tijdens de eerste dag. Pien Smit won al alle wereldbekers over 500 meter dit seizoen en bevestigde haar suprematie door ook tijdens de WK deze afstand op haar naam te schrijven. Het verschil met haar Japanse opponente Yukino Yoshida was slecht één tiende. Bij de 1500 meter van de vrouwen kleurde het gehele podium oranje. Jade Groenewoud werd wereldkampioen, voor Evelien Vijn en Chloé Hoogendoorn.Terwijl voor Prins en zijn ploeggenoten het belangrijkste toernooi na dit weekend erop zit, moet het voor Jordan Stolz nog beginnen. De 17-jarige Amerikaan is bezig aan een sterk seizoen en heeft zich weten te plaatsen voor de Olympische Spelen. “Het is jammer dat hij in Innsbruck niet aanwezig is, want ik was wel benieuwd hoe ver we van hem af zouden zitten. Het is ontzettend bijzonder en knap hoe goed hij rijdt”, vertelt Prins met veel respect. Hij zal de verrichtingen van zijn generatiegenoot dan ook op de voet volgen.
Het programma en de volledige uitslagen vind je op de kalenderpagina.
