De laatste rit bracht het spektakel die het op papier al beloofde. Wüst en De Jong voerden voor het thuispubliek een mooie schaatsshow op. De twee zweepten elkaar op en vochten op het scherpst van de snede, waarbij De Jong telkens net voor haar grote concurrente bleef. Bij het opkomen van het laatste rechte stuk lag ze ook nog nipt voor en een eindsprintje tussen de twee vrouwen besliste de strijd in haar voordeel: 1.53,81 om 1.54,08.
“Dit is wel een bijzondere overwinning”, glunderde de nieuwe Europese kampioen. “Want het is mijn eerste Europese titel, daar ben ik heel blij mee.” Het was geen gemakkelijke race voor De Jong. “De 3000 meter van gisteren voelde ik nog wel. Die hakte er behoorlijk in. Maar alsnog kon ik me behoorlijk goed herpakken. Je rijdt wel weer een 1.53 in Thialf. Daar ben ik heel tevreden mee.”
Ireen Wüst had deze 1500 meter natuurlijk graag gewonnen, maar was na afloop niet heel erg teleurgesteld. “Als je aan de start staat wil je echt wel winnen. Maar je weet ook dat het een lastig toernooi is. Ik loop nu niet met een chagrijnig gevoel Thialf uit. Er zaten dingen in deze rit die beter gingen dan bij het OKT en dingen die iets minder waren. Dat gebruik je allemaal in de aanloop naar de ultieme race straks op de Spelen.”
Ook Wüst merkte dat de vermoeidheid na het OKT in de benen sloop. “Vier jaar geleden was het EK in Kolomna, die sloeg ik toen over. Maar nu rijden we in Heerenveen en dan wil je toch wel graag meedoen. Helaas mag er geen publiek bij zijn, dat had het nog wel wat leuker gemaakt.”
Morgen rijdt Wüst nog de ploegenachtervolging - samen met Antoinette de Jong en Irene Schouten – en maandag neemt ze een dagje rust. Daarna volgt weer een trainingsblok. “Het liefst ga je nog op trainingskamp, maar nu met corona kun je het beste thuisblijven. En hier heb je ook alles wat je nodig hebt. Hoe minder je reist, hoe beter het is.” Want besmet raken met het virus, zo vlak voor de start van de Spelen, dat wil je niet. “Dat is de grootste angst van iedereen.” Gaat Wüst zichzelf de komende weken dan opsluiten? “Voor zover dat mogelijk is wel. Maar je kunt niet in je eentje trainen hè, je hebt je teamgenoten nodig.”
